De Nederlandse Hoofdklasse staat bekend als een van de meest prestigieuze hockeycompetities ter wereld. Net als de Engelse Premier League en de Spaanse La Liga voor voetballers, is de Hoofdklasse een walhalla voor internationale tophockeyers. Deze spelers geven de competitie extra glans en dragen bij aan de hoge kwaliteit van het Nederlandse hockey. Dit artikel werpt een blik op enkele van de meest bekende en invloedrijke buitenlandse hockeyers die in de Hoofdklasse hebben gespeeld, en belicht ook enkele van de beste Nederlandse hockeyers aller tijden.
Buitenlandse Sterren in de Hoofdklasse
Voor buitenlandse hockeyers is de Nederlandse Hoofdklasse het walhalla, zoals de Engelse Premier League en de Spaanse La Liga dat zijn voor voetballers. De wereldtoppers geven de Hoofdklasse extra glans. Maar welke buitenlanders zijn de beste ooit in de Nederlandse competitie? Hockey.nl doet een serieuze poging met een top-10.
Bij de beoordeling van de spelers is niet alleen gekeken naar hun individuele kwaliteiten en internationale carrière, maar ook naar hun impact op het team en de behaalde successen. Keepers komen ook in aanmerking. N.B. Alleen speelsters die nu niet meer in de Hoofdklasse hockeyen konden meedingen.
Top Buitenlandse Hockeysters
Hoewel er over het algemeen minder buitenlandse hockeysters actief zijn in de Hoofdklasse in vergelijking met de Hoofdklasse Heren, hebben verschillende wereldtoppers de competitie verrijkt.
1. Alyson Annan (Australië)
Alyson Annan was de sterspeelster van het Australische hockeyteam, de Hockeyroos, dat eind jaren '90 en begin jaren 2000 domineerde. Ze was een complete speelster, sterk aan de bal, fanatiek, met een neus voor de goal en een hard schot. Annan won alles wat er te winnen viel: Olympische Spelen in 1996 en 2000, en de Wereldkampioenschappen in 1994 en 1998.
Lees ook: Top Colombiaanse voetballersnamen
Na de Olympische Spelen van 2000 ging Annan hockeyen bij Klein Zwitserland in Den Haag. Ze was meteen een dragende speelster en werd in 2002 en 2003 verkozen tot beste speelster van de Hoofdklasse. Vanaf 2003 werd ze coach bij de dames van KZ. Tegenwoordig is Annan bondscoach van de Oranje Dames. Europees kampioen in Antwerpen. De Goede en Annan werden februari 2019 voor het tweede jaar op rij gekozen tot beste van de wereld.
2. Soledad Garcia (Argentinië)
Soledad Garcia, met meer dan tweehonderd interlands, was zes jaar lang een bezienswaardigheid in Bilthoven. Haar dribbel- en airskills waren ongeëvenaard. Ook in wedstrijden tegen topclubs als Den Bosch kon zij - als ze het op haar heupen kreeg - vanaf de middenlijn vijf speelsters dollen en dan scoren of rendement halen. Maar ook iemand die de talenten aan de Kees Boekelaan van toen beter maakte op de training. Zes jaar lang lang leerden de verdedigers beter verdedigen dankzij haar dribbels. Aanvallers konden leren van haar balvastheid en trucs. Als het gevoel maar goed was, die dag.
3. Georgina 'Gigi' Oliva (Spanje)
Bij Kampong wisten ze vanaf 2015 tot 2019 in ieder geval altijd een juiste tactiek, als het niet liep. Welke problemen het team op dat moment ook kende: de bal inleveren bij ‘Gigi’ werkte altijd. De Spaanse Georgina ’Gigi’ Oliva was de afgelopen jaren in Utrecht een constante factor. Balvast, handig, met overzicht en veel passie. Gigi maakte van moeilijke situaties in het veld altijd een makkelijke. Georgina Oliva was vier jaar lang de onbetwiste ster van middenmotor Kampong. Misschien wel te goed voor de club uit Utrecht. Ook bij een playoff-team was ze zeker op haar plaats geweest. Zoals ze ook heel belangrijk is voor Spanje, dat op het WK 2018 en het EK in Antwerpen brons pakte.
4. Cecilia Rognoni (Argentinië)
De huidige assistent-coach van de hockeysters van Amsterdam is afkomstig van Club Ciudad de Buenos Aires. Ze werd eerst vooral bekend door een jaar schorsing van de FIH. Ze gooide op de Pan-Amerikaanse spelen uit pure woede een bal naar de scheidsrechter. Ze leerde ervan. Rognoni was een van de architecten van de wereldtitel voor Las Leonas in 2002. De vrije verdedigster werd het boegbeeld van de Argentijnse hockeysters. In 2002 gekozen tot de beste speelster van de wereld door de FIH en uitgeroepen tot sportpersoonlijkheid in Argentinië. In 2003 maakte Rognoni de oversteek naar Rotterdam. Daarna was ze actief bij Amsterdam, Push en Bloemendaal. Ze viel niet alleen op met haar passie, maar ook met haar heerlijke lange schijnpasses. Dan liep een hele press naar links, maar kon zij de bal zo de andere kant op slaan met een heerlijke klap naar rechts.
5. Maddie Hinch (Engeland)
Maddie Hinch was een jaar lang de schrik van de Nederlandse hockeysters. In Bilthoven werd ze daarna warm ontvangen bij ‘Stichtsche’. Pas toen ze bij SCHC ging keepen, verbleekte de mythe van Hinch als niet te passeren shootout-keepster. Dat kwam ook door de enorme druk die zij zelf ervaarde na het winnen van de olympische titel, met de doelvrouw als grote held. Ondertussen liet ze in Bilthoven zien dat ze anders is dan Nederlandse keepsters. Agressief uitkomen, voorwaarts keepen. Altijd een positieve vibe. Het is niet voor niets dat zij drie keer tot beste van de wereld werd gekozen. De persoonlijkheid is een van de weinige echte hockeysterren in Engeland. Ze was de sta-in-de-weg voor het Nederlands elftal in de EK-finale van 2015 en de Olympische finale van Rio, met vier onschadelijk gemaakte shoot-outs.
Lees ook: Overzicht Noorse topvoetballers
Top Buitenlandse Hockeyers
1. Jamie Dwyer (Australië)
Samen met aangever Teun de Nooijer was Jamie Dwyer de superster van het succesvolle Bloemendaal dat de titels aaneenreeg in een van de beste hoofdklasseteams in de historie van de competitie. Vijf keer was hij de beste van de wereld. Hij werd olympisch kampioen in Athene 2004 en wereldkampioen in 2010 en 2014. Dwyer kon alles. Hij heeft de Australische topsportmentaliteit. Een machine, een topatleet, een lichtend voorbeeld voor zijn Nederlandse collega’s. Hij maakte voor elk seizoen een hele planning met piekmomenten, waar alles in het teken van de sport stond. Hij was snel, behendig, een killer. Gedisciplineerd.
Hij was bij Bloemendaal geen passant, die na de training er weer vandoor ging. Dwyer inspireerde zijn teamgenoten en vormde samen met De Nooijer een onvergetelijke en dodelijke tandem. Misschien wel het mooiste duo ooit in het hockey. Dwyer bleef ook na zijn vertrek bij Bloemendaal verbonden met ’t Kopje en maakte een knappe comeback op 38-jarige leeftijd, onder de voor hem bekende succescoach Michel van den Heuvel. Critici verwachtten niet per se veel van de bijna veertiger. Maar Dwyer bleek ook op leeftijd een belangrijke kracht voor Bloemendaal. Mede dankzij de Australische legende won Bloemendaal in 2018 de EHL.
2. Christopher Zeller (Duitsland)
Christopher Zeller wint in zijn enige seizoen Bloemendaal bijna alles wat hij maar kan winnen. Hij wordt topscorer met 52 doelpunten en krijgt de gouden stick voor beste speler. Hij kwam, hij zag, hij overwon. Anders kun je de zegetocht van de Duitser Christopher Zeller, die samen met zijn broer Philip kwam, niet omschrijven. De olympisch kampioen van 2008 en 2012 speelde één onvergetelijk seizoen bij Bloemendaal, dat over een dreamteam beschikte, met hun Duitse collega Tibor Weissenborn en sterke aanvallers als Ronald Brouwer. Hij wist in Nederland 52 keer te scoren (van de 124 doelpunten van Bloemendaal) in de Hoofdklasse en zette daarmee een record neer dat waarschijnlijk nooit meer verbroken zal worden. Zeller was superspits en strafcornerfenomeen in een. Na de landstitel was het voor de gebroeders Zeller alweer afgelopen met het Nederlandse avontuur. Zij werden aangetrokken om met Rot-Weiss Köln te promoveren naar de hoogste Duitse divisie. Dat lukte.
3. Mark Knowles (Australië)
Mark Knowles won op 20-jarige leeftijd al goud op de Olympische Spelen van Athene 2004 en zou uiteindelijk vier Spelen hockeyen. De briljante vrije verdediger inspireerde Rotterdam in 2013 tot de eerste (en enige) landstitel ooit. Knowles is een leider, een man met een pass maar ook met een ongelofelijke timing in het verdedigen. Een van de beste spelers ooit in de Hoofdklasse. Iemand die een duurzame invloed had op de cultuur bij Rotterdam. Bij Rotterdam gaf hij het goede voorbeeld op de trainingen. Hij nam in 2018 afscheid van het internationale hockey.
4. Vincent Vanasch (België)
Vincent ‘The Wall’ Vanasch werd gekozen tot de beste keeper van de wereld van 2017, 2018 en 2019. Hij werd wereldkampioen met België in 2018 na shoot-outs tegen Nederland. Bij Oranje Zwart in Eindhoven wisten ze al veel langer dat ze met Vanasch goud in handen hadden. Op aanraden van de Nederlandse oud-international Frank Leistra werd Vanasch aangetrokken. Vanasch was toen al superprofessioneel. Iemand die ’s ochtends nadenkt over voeding en vanaf de eerste minuut alleen datgene eet wat goed is voor zijn lijf. Die een studie maakt van de spelers waartegen hij hockeyt. Iemand die op de training de uitstraling kan hebben dat echt niets hem die dag kan passeren en lachend de ballen wegwerkt. Vol liefde en heimwee praten ze in Eindhoven over de Belg. Drie seizoenen op rij werd Oranje Zwart landskampioen. Twee jaar stond The Wall in het goal. In 2015 won het team de EHL. Vanasch is niet alleen verreweg de beste keeper van de wereld, maar ook de keeper met de best gevulde prijzenkast.
Lees ook: Bekende namen in de Nederlandse hockeygeschiedenis
5. Ashley Jackson (Engeland)
‘Briljant’ wordt de Engelsman Ashley Jackson altijd genoemd in Wassenaar, waar ze een beetje verliefd zijn op de ouderwetse spelmaker. En briljant is de nummer 7 van het Engelse hockey, de hockeyende David Beckham die zich opmaakt voor zijn vierde Olympische Spelen. In zijn eerste periode bij HGC keken de kenners naar zijn merkwaardige maar oh zo effectieve sleeppush en naar zijn briljante en onorthodoxe spel. Jackson leek na de Olympische Spelen van Rio uitgehockeyd. De liefde voor het spel verloren. Hij ging ijshockeyen. De enige die hem nog aan de praat kreeg was HGC-coach Paul van Ass. Dankzij Van Ass en HGC hervond Jackson zijn liefde voor het hockey. Vorig seizoen was hij samen met Seve van Ass dé blikvanger op het middenveld en pakten de Gazellen een EHL-ticket. Jackson had weer zoveel plezier in het spel, dat hij zich toch weer meldde bij het Engelse team, tot groot verdriet van HGC, dat hun aas alweer kwijt was.
Andere bekende buitenlandse hockeyers:
- Carsten Fischer (Duitsland): De ouderwetse ausputzer met de slag van dynamiet, was de eerste echte grote buitenlandse naam die onder de befaamde voorzitter Joop Veelenturf naar Nederland werd gehaald. De lange Fischer stond bekend om zijn harde passes en om zijn strafcorner. De machtige aanwezigheid van de kale Duitse international Fischer - bijnaam Calle - maakte indruk op de toeschouwers en de media. Het icoon uit Duitsland speelde niet lang bij Oranje Zwart, maar was wel de eerste buitenlandse hockeyer waar veel aandacht naar uitging. Hij was de trendsetter.
- Waseem Ahmed (Pakistan): ‘De beste linksback die ik ooit heb gezien’, noemt Jeroen ‘Mister Rotterdam’ Hertzberger zijn oude teamgenoot. De Pakistaan was samen met strafcornerschutter en landgenoot Sohail Abbas een belangrijke speler in de havenstad. De huidige assistent-coach van Pakistan speelde 410 interlands voor zijn land en was onnavolgbaar aan de bal. In de havenstad wisten ze dat ze de bal onder druk altijd aan de vriendelijke en ongelofelijk handige Ahmed konden geven.
- Gonzalo Peillat (Argentinië): Toen de jonge Argentijn zich in 2014 meldde bij HGC, was hij nog niet het fenomeen dat hij nu is. Tegenwoordig wordt olympisch kampioen Gonzalo Peillat alom beschouwd als beste strafcornerschutter van de wereld. Peillat kwam naar Wassenaar en scoorde 27 doelpunten in zijn eerste seizoen. In zijn tweede jaar waren het er 33. Zijn moeiteloze stijl van pushen is een lust voor het oog en mede dankzij Peillat werd Argentinië tegen alle verwachtingen in olympisch kampioen in Rio de Janeiro.
- Jay Stacy (Australië): De Australische bonk spieren was een van de grote namen achter de eerste landstitel van Oranje Zwart in de historie. Hij was al op leeftijd in 2005, maar bewees samen met zijn landgenoot Troy Elder dat buitenlandse spelers een grote invloed kunnen hebben op een team. Het waren Stacy en Elder die hun teamgenoten meenamen naar de fitnessschool voor krachttraining. Met een extreem zware stick sloeg dertiger Stacy vanuit achteren naar de spitsen als Elder, maar ook jongens als aanvaller Rob Reckers. De pass, de geslagen harde bal van de Australiër: zo wordt er nauwelijks meer gepasst, zeggen kenners als Toon Siepman. Vlak, hard, over grote afstand. Ook op de kop cirkel was Stacy een wapen voor de Eindhovense ploeg, die tot groot geluk van voorzitter Veelenturf de allereerste landstitel in 2005 binnensleepte. Stacy bleef lang in Eindhoven en ook nu nog is de liefde van beide kanten nog voelbaar. Eerst zou Stacy vorig jaar het als interim-coach overnemen in Eindhoven.
- Shahbaz Ahmed (Pakistan): ‘The man with the electric heels’ kwam snel na Carsten Fischer naar Eindhoven. Shahbaz werd de Maradona van het hockey genoemd. De absolute wereldtop, de meest exotische dribbelaar naar Eindhoven halen. Dat kon Veelenturf. Shahbaz Ahmed bracht Oranje Zwart geen zilverwerk, maar zijn komst en zijn dribbels zorgden voor veel publiciteit en aandacht voor het hockey. Hij maakte het hockey in Eindhoven sexy, kreeg het hockeypubliek op de banken, hoewel hij zeker niet altijd uitblonk bij Oranje Zwart. Hattem-uit, daar was hij niet voor te porren, maar in topwedstrijden kon je hem de bal achterin aanspelen en dan liep hij het hele veld over met zijn electric heels. De aanwezigheid van de Pakistaanse hockeygod in de competitie gaf de Nederlandse Hoofdklasse extra glans.
Nederlandse Hockeyiconen
Hoewel dit artikel zich primair richt op buitenlandse spelers, is het onmogelijk om over de Hoofdklasse te praten zonder de schijnwerpers te richten op enkele van de grootste Nederlandse hockeyers aller tijden.
- Teun de Nooijer: Teun de Nooijer wordt vaak gezien als de beste hockeyer van Nederland. Hij komt uit Egmond aan den hoef en is op 22 maart 1976 geboren. Zij bijnaam is Neut. Hij begon pas officieel met hockeyen op zijn 11de, op hockeyclub Alkmaar. De Nooijer maakte zijn debuut inhet Nederlands Elftal op 4 juni 1994, in de 5-0 gewonnnen wedstrijd tegen Nieuw-Zeeland. Hij is een van de grootste hockeytalenten die Nederland ooit heeft gekend. Hij speelt zowel in het middenveld, als in de aanval. Hij speelt nu al vanaf 1998 bij HC Bloemendaal. Hij is getrouwd met Philippa Suxford, een duitse tophockeyster. Ze hebben samen 3 dochters. Met de meeste interlands ooit gespeeld voor het Nederlandse hockey elftal en als derde op de lijst van doelpuntenmakers voor het team, heeft hij zijn naam gevestigd als een van de grootste Nederlandse hockeyers ooit. Maar het zijn niet alleen de Nederlandse fans die zijn prestaties bewonderen. Hij heeft ook een wereldberoemde carrière en werd maar liefst drie keer benoemd tot beste hockeyer ter wereld.
- Paul Litjens: Paul Litjens is de beste doelpuntenmaker die het Nederlandse elftal ooit heeft gehad. Hij maakte in totaal 267 doelpunten voor Nederland in maar liefst 177 wedstrijden, wat neerkomt op gemiddeld 1,5 doelpunt per wedstrijd.
- Stephan Veen: Stephan Veen is een andere Nederlandse hockeyer die in 1998 en 2000 werd benoemd tot beste hockeyer ter wereld en die ook in de top 10 staat van de meeste doelpunten en interlands voor het Nederlands elftal.
- Robert van der Horst: Robert van der Horst was in 2015 de beste hockeyer ter wereld en speelde het grootste deel van zijn hockeycarrière voor Oranje Rood, de hockeyclub van Eindhoven.
- Taeke Taekema: Tot slot hebben we Taeke Taekema, een echte strafcornerspecialist. Hij staat bekend om zijn 116 kilometer per uur- strafcorner en staat op de tweede plaats op de lijst van meeste doelpunten voor Nederland, met in totaal 221 doelpunten.
- Naomi van As: Naomi van As komt uit Den Haag en is geboren op 26 juli 1983. Ze speelt bij de Nederlandse vrouwenploeg en staat bekend om haar wendbaarheid en fijne techniek. Naomi van As is verkozen tot beste hockeyster van de wereld. Haar debuut maakte ze op 20 juni 2003, in het duel Nederla - Zuid Afrika (0-3). Ze speelt nu in Laren als middenvelder. Ze heeft een relatie met de beroemde schaatser Sven Kramer.
Nederlandse IJshockey Spelers
Door de jaren heen heeft Nederland een aantal zeer getalenteerde hockeyers voortgebracht, waaronder centers, keepers, vleugelspelers en verdedigers. Dit zijn enkele van de grootste Nederlandse hockeyspelers aller tijden, dus als je uit Nederland komt en professioneel hockey wilt spelen, zouden deze mensen je idolen moeten zijn.
- Jasper Dick “Jack” de Heer (geboren 17 mei 1953) is een gepensioneerde ijshockeyspeler uit Nederland. Hij was een Nederlands international die het grootste deel van zijn carrière in de Eredivisie speelde. De Heer, een Canadees van Nederlandse afkomst, bracht zijn eerste vijf seizoenen in Nederland door bij de Tilburg Trappers, waar hij gemiddeld bijna vier punten per wedstrijd haalde. Hij kwam in 1976 bij de Heerenveen Flyers en speelde de volgende vier seizoenen voor hen. Hoogtepunten in zijn internationale carrière waren onder meer de benoeming tot beste forward en topscorer op het wereldkampioenschap ijshockey in 1978 in poule C, topscorer op het wereldkampioenschap ijshockey in 1979 in poule B, en het scoren van een hattrick tegen Polen op de Olympische Spelen in Lake Placid. De Heer kwam in 1980 bij EHC Arosa van de Zwitserse Nationalliga A competitie. Hij keerde terug naar het Nederlandse clubhockey in 1982 en sloot zich aan bij de Flyers tot zijn pensioen in 1984.
- William Eduard Antonio Klooster (geboren 25 december 1957 in Amsterdam, Noord-Holland) is een voormalig Nederlands ijshockeyspeler. Als verdediger vertegenwoordigde hij Nederland op zowel de Olympische Winterspelen van 1980 als het Wereldkampioenschap IJshockey van 1981. Klooster begon zijn seniorenclubcarrière bij Tigers Amsterdam in 1977. Hij speelde af en toe voor Tigers tot 1989, toen hij voor een seizoen toetrad tot ‘s-Hertogenbosch Red Eagles. In 1989-90 maakte hij deel uit van de Trier Huskies van de Regionalliga. Klooster had een offensieve Olympische campagne in Lake Placid als lid van het Nederlands mannen ijshockeyteam, met drie doelpunten en vijf punten in vijf wedstrijden.
- Jan Petrus Leonardus Janssen (geboren op 17 mei 1952) is een gepensioneerde ijshockeyspeler uit Nederland. Hij speelde enkele jaren voor de Nederlandse club Heerenveen Flyers en het Nederlandse nationale ijshockeyteam. Hij werd geboren in de wijk Chicago Heights in Illinois. Janssen, een forward, speelde 12 seizoenen bij Heerenveen tussen 1975 en 1987. Zijn beste seizoenstotaal kwam in 1978-79, toen hij 75 punten scoorde in 43 wedstrijden. Janssen vertegenwoordigde Nederland op de Olympische Winterspelen van 1980 en het Wereldkampioenschap IJshockey van 1981, de enige twee keer dat de nationale ploeg deelnam aan de internationale top. Hij had drie assists in de vijf wedstrijden van Nederland.
- George Peternousek is een voormalig professioneel ijshockeyspeler, geboren op 11 maart 1947. Peternousek, die werd geboren in Praag, Tsjecho-Slowakije, werd later genaturaliseerd tot Nederlander en vertegenwoordigde Nederland op de Olympische Winterspelen van 1980 en het Wereldkampioenschap IJshockey van 1981. Peternousek, een verdediger, had een doelpunt en twee assists in elk van de vijf wedstrijden van Nederland in Lake Placid. Het jaar daarop had hij twee assists in acht wedstrijden op de Wereldkampioenschappen.
- Edward Joseph “Eddy” Beers (geboren op 12 oktober 1959) is een gepensioneerde professionele ijshockey spits die in 250 NHL-wedstrijden speelde. Hij haalde gemiddeld bijna een punt per wedstrijd in de NHL, maar zijn carrière werd onderbroken door blessures. Beers, die in Zwaag werd geboren, speelde voor de Calgary Flames en de St. Louis Blues. Hij speelde ook voor de University of Denver in de NCAA van 1979 tot 1982, waar hij in zijn laatste jaar de NCAA aanvoerde in het scoren.
- Richard van Gog (geboren 3 april 1957) is een gepensioneerde ijshockeyspeler. Hij speelde zijn gehele profcarrière in Nederland voor GIJS Groningen als Canadees van Nederlandse afkomst. Hij speelde ook voor het Nederlandse nationale ijshockeyteam. Van Gog, een verdediger, bracht een seizoen door bij de Sault Ste. Marie Greyhounds in de OHA. Hij kwam in 1977 bij Groningen en bleef daar tot 1987. In 1979-80 had hij zijn beste offensieve seizoen, met 50 punten in 34 wedstrijden. Van Gog vertegenwoordigde Nederland op de Olympische Winterspelen van 1980, met één doelpunt en drie assists in vijf wedstrijden. Hij speelde in alle wedstrijden van Nederland op het Wereldkampioenschap IJshockey 1981, het enige optreden van Nederland in Poule A of het huidige equivalent daarvan.
- Adriaan Jozef Kea (19 januari 1948 - 31 augustus 1999) was een Canadese ijshockeyverdediger van Nederlandse afkomst. Geboren in het Nederlandse Weesp maar opgegroeid in Collingwood, Ontario (zijn familie verhuisde naar Canada toen hij vier jaar oud was). Kea debuteerde in de National Hockey League bij de Atlanta Flames. Hij bracht ook tijd door bij de St. Louis Blues. Zijn carrière besloeg de jaren 1974 tot 1983. Kea was de vader van Cincinnati stand-up comedian Gabe Kea en de oom van Jeff Beukeboom en Joe Nieuwendyk. In 1983 speelde hij voor de Salt Lake Golden Eagles, de club van de Blues in de Central Hockey League in Salt Lake City, toen hij tijdens een wedstrijd met zijn hoofd op het ijs viel. Hij was lichamelijk en geestelijk gehandicapt als gevolg van zijn blessure. Omdat hij in een minor league speelde, waren de NHL-uitkeringen voor catastrofale verwondingen niet op hem van toepassing, en hij en zijn gezin hadden het jarenlang financieel moeilijk omdat hij niet kon werken. Kea verdronk per ongeluk op 1 september 1999 in het zomerhuis van zijn familie in Six Mile Lake, Ontario, Canada. Hij was 51 jaar oud.
- Leo Donald Koopmans (geboren op 28 november 1953) is een gepensioneerde Nederlandse ijshockey spits. Koopmans speelde 15 seizoenen in de Eredivisie, waar hij van 1977 tot 1978 topscorer was. Hij is geboren in Barrie, Ontario, en is daar blijven wonen sinds zijn pensionering, waar hij een succesvol zwembadbouwbedrijf heeft. Koopmans, een 196 cm, 97 kg zware aanvaller, debuteerde in 1972 in de Nederlandse topdivisie met HYS Veronica 538. Hij verliet Den Haag het seizoen daarop om bij de Heerenveen Flyers te gaan spelen. Hij speelde in 1975 voor Tigers Amsterdam en van 1976 tot 1977 voor Nijmegen Tigers. In 1977-8 keerde Koopmans terug naar Heerenveen en won de titel in de competitie met 39 doelpunten en 40 assists in 30 wedstrijden. Hij bleef bij de Flyers tot 1984, toen hij overstapte naar GIJS Groningen. Hij stopte met professioneel hockey in 1987. Hij vertegenwoordigde Nederland 20 keer op internationaal niveau, waaronder op de Olympische Winterspelen van 1980. Koopmans scoorde in alle vijf wedstrijden voor Nederland in Lake Placid, toen het team als achtste eindigde. Hij nam deel aan twee wereldkampioenschappen. Koopmans scoorde vier goals en gaf een assist in acht wedstrijden in 1981, de enige keer dat Nederland deelnam aan de topcompetitie.
- Henk Hille (geboren op 16 mei 1959) is een voormalig Nederlands professioneel ijshockeyspeler. Hij was een verdediger die midden jaren tachtig drie seizoenen in de Allsvenskan speelde en 48 keer voor het Nederlands ijshockeyteam, waaronder alle wedstrijden op de Olympische Winterspelen van 1980. Hille begon zijn seniorenteamcarrière in 1979 bij Tigers Amsterdam. Hij scoorde één doelpunt tegen de Sovjet-Unie in Lake Placid. In 30 wedstrijden met Rögle BK van 1985 tot 1986 had hij 8 doelpunten en 10 assists. Het volgende seizoen speelde hij voor Malmö IF Redhawks en scoorde vier doelpunten en zes assists in 28 wedstrijden. Hij bracht 1989-1990 door bij Osby IK nadat hij in Nederland voor Heerenveen Flyers had gespeeld. Hille keerde terug naar het Nederlandse clubhockey in 1990-1, bij Rotterdam Pandas.