DVS (Door Vriendschap Saamgebracht) Voetbal Aalst, een club met een rijke historie, heeft door de jaren heen vele hoogte- en dieptepunten gekend. Van de bescheiden beginjaren tot de recente successen, de club heeft altijd een belangrijke rol gespeeld in het lokale voetbal.
Vroege jaren en de oprichting
De oorsprong van DVS gaat terug tot het begin van de 20e eeuw, toen voetbal in Nederland steeds populairder werd. In Ermelo waren er al voetbalinitiatieven zoals de Ermelosche Voetbal Vereniging (EVC) en Allen Weerbaar, die later fuseerden tot Veluvia en vervolgens Ermelosche Football Club (EFC). Deze clubs hadden echter moeite om competitief te voetballen vanwege de lange werkdagen op zaterdag en het verbod op zondagvoetbal in Ermelo.
In de jaren 20 ontstonden er nog meer clubjes, waaronder Quick en Sparta, die in 1932 samen verdergingen als Ajax. Ook Ajax kon niet deelnemen aan een competitie. Tot 1932, toen de Utrechtsche Provinciale Voetbal Bond (UPVB) zich over dat deel van de Noord-Veluwe ontfermde. Er werd een competitie ingesteld voor clubs in die regio, waarvoor het om principiële redenen niet mogelijk is om op zondag te voetballen en/of de kosten te hoog zijn.
In 1932 namen Ajax en EFC deel aan een zaterdagmiddagcompetitie van de UPVB, maar ze waren hier niet tevreden mee. Ze zochten aansluiting bij de Christelijke Nederlandse Voetbal Bond (CNVB), samen met Sparta Nijkerk en NAS uit Spakenburg (het huidige IJsselmeervogels). Dit maakte het mogelijk om rond Harderwijk een eigen afdeling te starten.
Uiteindelijk fuseerde EFC met Ajax tot DVS. De clubkleuren werden geel en zwart, omdat de meeste leden al een shirt in die kleuren hadden. De naam DVS bleek een goede keuze, want de club presteerde goed in de kampioensrace van de wintercompetitie.
Lees ook: Passie en Kritiek NAC Breda Ultras
Successen in de CNVB en de overgang naar de KNVB
In de CNVB behaalde DVS al snel successen. In 1935 werden de Ermeloërs kampioen, maar ze verloren de strijd om de landstitel van CSV’28. Later verhuisde de club naar de afdeling Apeldoorn, waar ze tegen sterke tegenstanders zoals Volharding Nunspeet en DETO Apeldoorn speelden.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog fuseerden alle voetbalbonden met de Nederlandse Voetbal Bond (NVB), die later de KNVB werd. DVS kwam nu uit in de zaterdagmiddagcompetitie (ZMC) van de afdeling Utrecht. In het seizoen 1942-1943 werd de club kampioen van de 1e klasse van de afdeling Utrecht, na concurrenten als DESTO en Blauw-Zwart te verslaan. Hierdoor mochten ze aantreden tegen de kampioen van de kring Hilversum, sv Huizen. Beide clubs wonnen hun thuiswedstrijd, maar DVS had een beter doelsaldo en won het algeheel kampioenschap ZMC in de Afdeling Utrecht.
De naoorlogse periode en de opkomst in de KNVB
Na de oorlog herhaalde DVS het succes van 1943 in het seizoen 1945-1946. Ze werden opnieuw afdelingskampioen door IJsselmeervogels en SSVU te verslaan. Dit leidde tot promotie naar de 4e klasse van de KNVB, waardoor DVS zich "KNVB’er van het eerste uur in het zaterdagvoetbal" mocht noemen.
In de 4e klasse werd DVS ingedeeld met sterke clubs zoals IJsselmeervogels, SSVU, IJmuiden en een aantal Amsterdamse clubs. De club eindigde in de middenmoot. Door de uitbreiding van het aantal 4e klassen verhuisde DVS naar Oost, waar het een memorabel jaar beleefde. De titelstrijd werd beslist door een strafschop voor WHC tegen DOVO. DOVO miste de strafschop, waardoor er een beslissingswedstrijd tegen DOVO volgde. DOVO won die wedstrijd met 3-2.
De periode als sv Ermelo en de heroprichting van DVS
In 1955 werd de clubnaam gewijzigd in sv Ermelo en werden er andere sporten aan toegevoegd, zoals volleybal en tafeltennis. Sportief gezien ging het echter minder goed. De club degradeerde en kende in 1958 een rampjaar. Door interne problemen en het royement van een aantal spelers van het veteranenelftal ontstond er een scheuring binnen de club. Dit leidde tot de heroprichting van DVS en de oprichting van EFC’58.
Lees ook: Kleding en benodigdheden Uganda
DVS verhuisde weer terug naar het district West 1 en promoveerde na vijf seizoenen weer naar de 3e klasse. In 1960 werd de 2e klasse als hoogste niveau in alle districten van het zaterdagvoetbal ingesteld. In het seizoen 1962-1963 speelde de club voor het eerst op het huidige sportpark aan de Sportlaan. Het kampioenschap van 1963 bracht de derby tegen VVOG weer terug.
Het "eeuwig derdeklasserschap" en de doorbraak
Met de jaargang ’63-‘64 is het “eeuwig derdeklasserschap” begonnen, waaraan in ’77 een einde komt. In die periode voegen streekgenoten als SDCP, Sparta Nijkerk en SDVB zich bij de Ermeloërs, maar zij steken DVS ook snel voorbij. Hun plaatsen worden weer ingenomen door regioclubs als NSC uit Nijkerk, Veluwse Boys uit Garderen en VVOP uit Voorthuizen en ook zij streven de geelzwarten voorbij. Door de verjonging en degradatie in ’77 luiden wel een nieuwe succesperiode in onder de toen nog jonge trainer Jan Lankreijer. Dat zorgt in die jaren voor mooie confrontaties met een club als De Valleivogels uit Scherpenzeel. Weliswaar in de 4e klasse, maar de vreugde is enorm. Het volgende kampioenschap laat niet zo lang op zich wachten, want een seizoen later wordt Valleivogels na een beslissingswedstrijd in Soest beteugeld.
De verjonging en degradatie in 1977 luidden een nieuwe succesperiode in onder trainer Jan Lankreijer. Dit leidde tot mooie confrontaties met clubs als De Valleivogels uit Scherpenzeel. Na twee opeenvolgende kampioenschappen kwam DVS in 1981 voor het eerst in de clubhistorie uit in de 2e klasse, waar het de streekgenoten VVOG, SDCP en NSC weer ontmoette. De Ermeloërs kwamen echter niet goed uit de eerste reeks wedstrijden en raakten nooit uit het degradatiegevaar.
De "Zwolse Coup" en de weg naar de top
Om de jeugdselectie-elftallen op een hoger plan te brengen, werden allerlei vernieuwingen en verbeteringen aangevoerd. Met de “Zwolse Coup” zal DVS de hoogste rangen van het zaterdagvoetbal bereiken. Voor het eerst in de geschiedenis van de club komt er voor het seizoen ’85-’86 aanzienlijke versterking van buitenaf met een aantal oud-profs van PEC Zwolle, gevolgd door een aantal talenten, die eerder Ermelo verlaten hebben voor de jeugdopleiding van de BVO in Zwolle. SDCP, net gedegradeerd uit de 1e klasse, wordt met 5-0 gekleineerd door de geelzwarten in de seizoensouverture. Ook in de 2e klasse C is geen tegenstander in staat de Ermeloërs van een kampioenschap af…
Met behulp van oud-profs van PEC Zwolle en talenten uit de jeugdopleiding van die club versterkte DVS zich aanzienlijk. SDCP, dat net uit de 2e klasse was gedegradeerd, werd in de openingswedstrijd met 5-0 verslagen. Ook in de 2e klasse C was geen enkele tegenstander in staat om DVS van het kampioenschap af te houden.
Lees ook: Steun het Nederlands Elftal met stijl
Recente successen en de toekomst
In recentere jaren heeft DVS Voetbal Aalst ook weer successen gekend. In het seizoen [Jaar invullen indien bekend] pakte DVS uit Aalst de titel in de vijfde klasse F na een 6-0 overwinning op Waalre. De ploeg van trainer Mike de Louw was dat seizoen het best presterende eerste elftal van Nederland, met een reeks zonder puntverlies. "We willen geschiedenis schrijven", aldus de trainer.
Met een sterke selectie en een ambitieuze trainer kijkt DVS Voetbal Aalst vol vertrouwen naar de toekomst. De club wil blijven groeien en een belangrijke rol blijven spelen in het lokale voetbal.
George Gussenhoven: Van DVS Aalst tot het Nederlands amateur elftal
Een van de spelers die een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan de geschiedenis van DVS Aalst is George Gussenhoven. Hij begon zijn carrière bij DVS en speelde later voor De Valk, Willem II en het Nederlands amateur elftal.
Gussenhoven maakte op 15-jarige leeftijd zijn debuut in het eerste elftal van DVS. "In de Philipswijk in Aalst woonden in de jaren vijftig veel voetballers van PSV, zoals Berend Scholte, Coen Dillen, Roel Wiersma. Met Coen Dillen heb ik als jochie nog op een trapveldje gespeeld. Dillen had een geweldige trap. Hij schoot een bal dwars door het kreupelhout heen dat naast het veld lag!", aldus Gussenhoven.
Na zijn tijd bij DVS speelde Gussenhoven voor De Valk in Valkenswaard. Daar werd hij opgemerkt door de KNVB en ontving hij een uitnodiging voor het Nederlands amateurelftal. Hij maakte zijn debuut voor Oranje op 4 april 1965 tegen Frankrijk.
Gussenhoven speelde rond de twintig interlands voor Oranje. Na zijn actieve loopbaan als voetballer werd hij trainer bij DOSL in Leende en begon hij een café in Eindhoven.
De jeugdopleiding van DVS: Een kweekvijver voor talent
DVS heeft altijd veel aandacht besteed aan de jeugdopleiding. De club heeft een lange traditie van het opleiden van talentvolle spelers die later doorbreken in het eerste elftal of bij andere clubs.
In de jaren 60 kende de A1 een veelbelovende lichting spelers, waarvan een groot aantal de hoofdmacht haalde. Als eerste voetbalvereniging in de wijde omgeving organiseerde DVS in de 70-er jaren een prestatieloop kort voor de jaarwisseling. Aan de allerreerste doen meer dan 1000 lopers mee.
De jeugdopleiding van DVS wordt gezien als een belangrijke pijler onder het succes van de club. De club wil de jeugdopleiding blijven verbeteren om zo talentvolle spelers te blijven opleiden.
De Raven: Een andere club met een rijke historie
Naast DVS zijn er nog andere clubs met een rijke historie. Een van die clubs is De Raven. In de jaren ’20 werden al regelmatig wedstrijden gespeeld tussen een aantal Luyksgestelse jongens en clubs uit omliggende dorpen. De jongens noemde zich “Excelsior”. Omdat de wedstrijden allemaal onderling geregeld werden, verdween na verloop van tijd de animo hiervoor en dat betekende het einde van “Excelsior”.
Een aantal voetballers kon dit niet verkroppen en zocht hun heil bij voetbalclub “Voorwaarts” uit de Weebosch, evenals enkele spelers van het dorpje Bergeijk. Met de komst van deze jongens boekte “Voorwaarts” enkele grote successen. Het deed de Luyksgestelse jongensvervolgens beseffen dat er talent in huis was. Genoeg talent om er een competitief Luyksgestels team van te maken, dat zou kunnen meedoen aan de competitie van de intussen opgerichte Kempische Voetbalbond. De voetbalhelden van Luyksgestel waren geboren. Ze verlieten “Voorwaarts” en richtten een eigen Luyksgestelse voetbalvereniging op.
De clubkleuren van De Raven waren groen en wit. De club speelde op een knollenveld dat de spelers zelf moesten aanleggen. In 1937 verhuisde De Raven naar een veld achter het café van Scheerens. In 1949 kreeg de club een nieuw veld en een trainingsveld.
De Raven heeft door de jaren heen vele hoogtepunten gekend, waaronder kampioenschappen en promoties naar hogere klassen.
tags: #dvs #voetbal #aalst #geschiedenis