Zodra je lid bent van een voetbalvereniging, krijg je de kans om wedstrijden te spelen. Samen met je teamgenoten neem je het op tegen andere teams, met als doel: winnen. Winnen doe je door meer doelpunten te scoren dan de tegenstander. Dit klinkt simpel, maar in de praktijk is het een stuk uitdagender. Je tegenstander wil immers ook graag winnen. Bovendien moet je je aan de spelregels houden.
Spelregels zijn afspraken die we met elkaar maken om het spel eerlijk en sportief te laten verlopen. Dankzij duidelijke regels verloopt een voetbalwedstrijd leuker. Dit artikel biedt een overzicht van de belangrijkste voetbalregels, zowel voor jongens als meisjes. Het is een samenvatting van de officiële spelregels die wereldwijd gelden. De Nederlandstalige versie van de officiële Spelregels Veldvoetbal is te vinden op knvb.nl. In dit artikel worden de belangrijkste regels op een eenvoudige manier uitgelegd, zodat je je spelregelkennis kunt vergroten en meer plezier kunt beleven aan het voetballen.
De KNVB heeft Voetbalmasterz.nl in het leven geroepen, een website die junioren op een speelse en duidelijke manier voorbereidt op het behalen van het spelregelbewijs. De site biedt veel oefenmogelijkheden en uitleg over de regels en spelsituaties.
Het voetbalveld: de arena van het spel
Een voetbalwedstrijd wordt gespeeld op een rechthoekig veld van gras of kunstgras. Op het veld staan twee doelen.
Afmetingen van het veld
Voetbalvelden zijn niet allemaal precies even groot, maar er zijn wel afspraken over de minimale en maximale afmetingen. In Nederland is een voetbalveld altijd minstens 100 meter lang en 64 meter breed. Het veld mag niet langer zijn dan 105 meter en niet breder dan 69 meter. Jeugdspelers in de F- of E-categorie spelen op een half speelveld.
Lees ook: Hoe lang honkbal?
Lijnen en gebieden
Het voetbalveld is voorzien van verschillende lijnen. De lijnen rondom het veld geven de afmetingen aan. De lange lijnen heten zijlijnen en de korte lijnen heten doellijnen. Een middenlijn verdeelt het veld in twee helften. Er zijn ook nog andere lijnen, zowel recht als in de vorm van een cirkel.
Wanneer is de bal in of uit het spel?
De bal is uit het spel wanneer deze de zijlijn of doellijn volledig heeft gepasseerd, zowel over de grond als in de lucht, of wanneer het spel is stilgelegd door de scheidsrechter. Op ieder ander moment is de bal in het spel.
De voetbal: het belangrijkste voorwerp
De bal is essentieel om te kunnen voetballen. Zonder bal kun je geen doelpunt scoren!
Eisen aan een voetbal
Voor jonge voetballers kan de bal soms wat groot zijn. Daarom spelen pupillenvoetballers vaak met een kleinere bal. In de jeugd wordt gespeeld met verschillende balmaten, afhankelijk van de leeftijdscategorie.
Wat als de bal stukgaat?
Een voetbal is gemaakt van stevig materiaal, maar kan toch stukgaan. In dat geval laat de scheidsrechter de nieuwe bal vallen op de plek waar de oude bal stukging, tenzij dit in het doelgebied gebeurde.
Lees ook: Hoe lang duurt korfbal
Doelpunten: de essentie van het spel
Wanneer is het een doelpunt?
Voor een geldig doelpunt moet de bal de doellijn volledig gepasseerd zijn.
Spelers: samenwerking en strategie
Voetbal is een teamsport waarbij twee teams tegen elkaar strijden. Elk team bestaat uit maximaal elf spelers, waarvan één de keeper is. Om een wedstrijd te mogen starten, moeten beide teams uit minstens zeven spelers bestaan. F- en E-teams bestaan uit maximaal zeven spelers en spelen op een half speelveld, dus met minder spelers.
Wissels
Het competitiereglement bepaalt hoeveel wisselspelers een team mag hebben. Dit verschilt per leeftijdscategorie, maar het mogen er nooit meer dan zeven zijn. De wisselspeler komt het veld in bij de middenlijn.
Uitrusting
Het is niet toegestaan om tijdens een voetbalwedstrijd sieraden te dragen die gevaarlijk kunnen zijn voor jezelf of andere spelers.
Voetbaluitrusting
De basis voetbaluitrusting bestaat uit:
Lees ook: Duur van jeugdkorfbal wedstrijden
- Een shirt
- Een korte broek
- Kousen
- Scheenbeschermers
Onder het shirt mag onderkleding gedragen worden, bijvoorbeeld bij koud weer. Deze moet dezelfde hoofdkleur hebben als de korte broek en mag niet verder komen dan tot aan de knie. De keeper mag een trainingsbroek dragen. De scheenbeschermers moeten volledig bedekt zijn met de kousen.
De scheidsrechter: de bewaker van de regels
Elke wedstrijd staat onder leiding van een scheidsrechter. De scheidsrechter is verantwoordelijk voor het volgen van het spel en het toepassen van de spelregels. Zij werkt daarbij samen met de assistent-scheidsrechters.
Beslissingen van de scheidsrechter
De scheidsrechter neemt beslissingen, en hoewel ze niet altijd gelijk heeft, moeten spelers deze beslissingen opvolgen. De beslissingen van de scheidsrechter zijn bindend. Zolang het spel nog niet is hervat, mag de scheidsrechter terugkomen op haar beslissing.
De voordeelregel
De scheidsrechter mag bij elke overtreding de ‘voordeelregel’ toepassen. Dit betekent dat de scheidsrechter het spel laat doorspelen als er een overtreding is gemaakt tegen het team dat de bal heeft. Zo behoudt dit team balbezit en gaat het spel door. De speler die de overtreding maakte, kan achteraf een waarschuwing krijgen. De scheidsrechter kan ook besluiten om een wedstrijd stop te zetten, wat ‘staken’ wordt genoemd.
Assistent-scheidsrechters
De assistent-scheidsrechters helpen de scheidsrechter bij het handhaven van de spelregels. Ze adviseren de scheidsrechter. Bij elke wedstrijd zijn er twee assistent-scheidsrechters. Zij hebben bijvoorbeeld een belangrijke rol bij het bepalen van buitenspel.
Winnen en verliezen: het resultaat van de strijd
Het vele oefenen op de trainingen wil je natuurlijk terugzien tijdens een echte wedstrijd. Er gaat niets boven het spelen van een voetbalwedstrijd. Daar kun je je samen met je teamgenoten meten met een tegenstander: wie scoort de meeste doelpunten?
Gelijkspel
Normaal gesproken hoeft een wedstrijd niet te eindigen met een winnende en verliezende partij. Als beide teams evenveel scoren, of als er helemaal niet is gescoord, is het een gelijkspel.
Uitzonderingen
Uitzonderingen zijn wedstrijden waaruit per se een winnaar moet komen, bijvoorbeeld bij een toernooi. Bij een gelijke stand na het eindsignaal, speel je dan een verlenging of neem je strafschoppen. Dit staat altijd in de competitiereglementen beschreven.
Duur van de wedstrijd: van jong tot oud
Een voetbalwedstrijd duurt 90 minuten en bestaat uit twee gelijke helften van 45 minuten. Dit geldt voor wedstrijden in het seniorenvoetbal en de A-junioren.
Rust
Na de eerste speelhelft hebben de spelers en (assistent-) scheidsrechters recht op een rustperiode van maximaal 15 minuten.
Extra tijd
De scheidsrechter kan in elke helft tijd bijtellen voor de tijd die verloren is gegaan. Elke keer als het spel stil ligt - bijvoorbeeld bij een blessure - zet de scheidsrechter zijn horloge stil. Die tijd wordt aan het eind van de wedstrijd bij de standaard speeltijd opgeteld. Concreet komt het er op neer dat een gemiddelde wedstrijd minimaal 95 minuten duurt, maar vaak langer. Soms zelfs tot over de honderd minuten. Hoe meer het spel stil ligt, hoe meer extra tijd er bij komt.
Uitzondering: verlenging en strafschoppen (120+ minuten)Tijdens toernooien - zoals een Europees Kampioenschap of de Champions League - komen clubs soms in de knock-outfase terecht. Dit houdt in dat de verliezer van de twee clubs die tegen elkaar spelen direct is uitgeschakeld in het toernooi en de winnaar verder gaat naar de volgende ronde. Als die winnaar niet na 90 minuten bekend is, dan wordt er een verlenging gespeeld. Er moet immers één club winnen, want er kan maar één club door naar de volgende ronde. Zo’n verlenging bestaat uit twee extra helften van ieder 15 minuten. Komt er een winnaar uit de bus aan het eind van de verlenging? Dan is de wedstrijd afgelopen. Staat het nog steeds gelijk na 120 minuten? Dan bepaalt een strafschoppenserie de winnaar.
Duur jeugdwedstrijden
Vanzelfsprekend duren de meeste jeugdwedstrijden minder lang dan seniorenwedstrijden. In het volgende overzicht zie je hoe lang een voetbalwedstrijd per leeftijdsgroep duurt:
- JO6 en JO7: maximale speeltijd van 40 minuten zonder competitieverband, waarbij kinderen op kleine velden spelen in teams van 2 tegen 2 of 4 tegen 4, zonder keeper. Deze wedstrijden worden vaak door clubs zelf georganiseerd. De wedstrijdduur is hier ondergeschikt aan het spelplezier.
- JO8 en JO9: twee helften van twintig minuten. De pauze duurt ongeveer tien minuten. Na de wedstrijd worden er vaak voor de lol penalty’s genomen. In totaal duurt een wedstrijd in deze leeftijdscategorie 50 minuten.
- JO10: twee keer 25 minuten speelt met een pauze van 10 minuten. De maximale lengte van de wedstrijd is 60 minuten en er staan in totaal 12 spelers op het veld. Net als de jongere jeugd, worden ook deze wedstrijden op een half veld gespeeld.
- JO11, JO12, JO13: Voor al deze categorieën geldt dat de wedstrijd een uur duurt; twee keer 30 minuten. De pauze duurt bij JO 11 en JO12 10 minuten. Vanaf JO13 wordt er 11 tegen 11 op een groot veld gespeeld met een pauze van 15 minuten.
- JO14, JO15, MO15: 2x35 minuten met een pauze van een kwartier. Hierdoor duurt de wedstrijd in totaal 85 minuten. De extra tijd is hierbij niet inbegrepen. In totaal staan er 22 spelers op het veld.
- JO16, JO17, MO17: twee keer 40 minuten met een pauze van 15 minuten. Dit is slechts tien minuten minder dan de senioren. In totaal duurt een wedstrijd + pauze en extra tijd ongeveer 95 minuten.
- JO18, JO19, M19: De oudste jeugdteams spelen net als de senioren twee keer 45 minuten met een pauze van een kwartier. Ook hier komt extra tijd vaak voor én bestaan er uitzonderingen waar er een verlenging kan worden gespeeld. Bijvoorbeeld tijdens een bekerwedstrijd.
Al met al komt het er op neer dat je al snel twee uur zoet bent met één voetbalwedstrijd.
Spelhervattingen: het spel weer op gang brengen
Tijdens een voetbalwedstrijd ligt het spel af en toe stil, bijvoorbeeld na een overtreding, doelpunt, blessure of als de bal uit het veld is. Daarna willen alle spelers natuurlijk weer zo snel mogelijk verder voetballen. Opnieuw beginnen met spelen noemen we ‘spelhervatting’. Er zijn verschillende soorten spelhervattingen, elk met eigen regels.
Aftrap
Een aftrap is de manier om een wedstrijd te beginnen of om het spel te hervatten. De aftrap neem je vanaf de middenstip.
Aan het begin van de wedstrijd
Een toss bepaalt welk team de eerste aftrap mag nemen. Bij een toss kiezen de aanvoerders van de twee teams kop of munt. De scheidsrechter gooit een muntstuk op. De winnaar van de toss kiest op welke helft zijn team de wedstrijd start. De verliezer van de toss neemt de aftrap voor de eerste helft. Beide teams starten vanaf eigen helft.
Aan het begin van de tweede helft
De teams wisselen van speelhelft. Het team dat de aftrap niet nam aan het begin van de wedstrijd, mag nu aftrappen. Een toss aan het begin van de tweede helft is dus niet nodig.
Na een doelpunt
Na ieder doelpunt volgt een aftrap om het spel te hervatten. Het team dat een doelpunt tegen krijgt, mag de aftrap nemen.
Aan het begin van elke verlenging
Bij een verlenging bepaalt een nieuwe toss welk team mag aftrappen. De verliezer van de toss neemt de aftrap voor de eerste helft van de verlenging.
Vrije schoppen
Er zijn twee soorten vrije schoppen: de directe vrije schop en de indirecte vrije schop. De scheidsrechter beslist of je een vrije schop krijgt.
Directe vrije schop
Een directe vrije schop mag je rechtstreeks in het doel van je tegenstander trappen. Uit een directe vrije schop mag je rechtstreeks scoren.
Indirecte vrije schop
Bij een indirecte vrije schop mag je niet rechtstreeks op het doel schieten. De bal moet eerst nog door een andere speler worden aangeraakt. Als je een indirecte vrije schop neemt kun je alleen scoren als de bal eerst geraakt is door een andere speler.
Strafschop
De strafschop is een directe vrije schop, maar je neemt hem vanaf de strafschopstip. Uit een strafschop kun je rechtstreeks scoren. De strafschop neem je vanaf de strafschopstip. In elke strafschopgebied is een strafschopstip. Deze is op 11 meter vanaf het midden van de doellijn.
De strafschopnemer
De speler die de strafschop neemt moet duidelijk herkenbaar zijn. Voor de scheidsrechter en de keeper moet het duidelijk zijn wie de strafschop neemt.
De keeper
De keeper mag zich op de doellijn verplaatsen. Hij mag niet van de doellijn afgaan tot het moment dat de bal is getrapt.
Schijnbeweging
De strafschopnemer mag een schijnbeweging maken bij het nemen van een strafschop. Hij moet wel de bal direct trappen, nadat hij klaar is met zijn aanloop. Als hij vlak voordat hij de strafschop neemt een schijnbeweging maakt is dit niet toegestaan.
Hoekschop
Een hoekschop is een spelhervatting nadat de bal via de verdedigende partij over de doellijn is gegaan. Hoekschoppen worden vanaf de hoekpunten van het speelveld genomen door de bal in te dribbelen of te passen. In beide gevallen, na indribbelen of inpassen, mag er direct worden gescoord door de speler die de hoekschop neemt.
Doelschop
Wanneer krijg je een doelschop? Tijdens een aanval kan de bal uit het veld gaan over de achterlijn (de doellijn). Een doelschop is een spelhervatting nadat de bal via de aanvallende partij over de doellijn is gegaan. De achterbal wordt vanaf de grond genomen binnen het keepersgebied door de bal te passen of te schieten.
Inworp
Wanneer krijg je een inworp? Tijdens de wedstrijd kan de bal uit het veld gaan over de zijlijn. In die situatie hervat je het spel met een inworp.
Scheidsrechtersbal
Een spelhervatting nadat de scheidsrechter het spel heeft onderbroken voor een reden die niet in de spelregels staat.
Overtredingen en straffen: grenzen aan het spel
Maak jij of een tegenstander een overtreding? Of gedraagt een speler zich onsportief? Dan kan de scheidsrechter een straf uitdelen.
Wanneer geeft de scheidsrechter een indirecte vrije schop?
De indirecte vrije schop is de lichtste straf.
Wanneer geeft de scheidsrechter een strafschop?
De scheidsrechter geeft een strafschop aan de tegenpartij als een speler één van de hiervoor genoemde tien overtredingen begaat in zijn eigen strafschopgebied.
Disciplinaire straf
De scheidsrechter kan ook een zogenaamde ‘disciplinaire straf’ geven. De speler ontneemt een tegenstander die zich richting doel van de tegenpartij begeeft een duidelijke scoringskans door middel van een overtreding.
Overtreding of niet?
Het is natuurlijk onmogelijk om in de spelregels alle situaties te beschrijven waarin je een overtreding begaat. Mag je bijvoorbeeld je shirt uittrekken na het scoren van een doelpunt? Nee. Als je dit doet geeft de scheidsrechter je een gele kaart. Je vertraagt hiermee namelijk onnodig het spel. Zo zie je maar, niet alle mogelijke overtredingen zijn hier genoemd.