Het Duitse Nationale Hockeyteam voor Heren: Een Historisch Overzicht

Hockey, een sport die kracht, techniek en onverzettelijkheid vereist, heeft in Duitsland een rijke geschiedenis. Het Duitse nationale hockeyteam voor heren heeft door de jaren heen een opmerkelijke reis afgelegd, vol successen en uitdagingen. Dit artikel duikt in de geschiedenis van het team, van de vroege dagen tot de recente ontwikkelingen.

Vroege Jaren en Oprichting

Tot 1925 speelden Nederlandse hockeyers volgens hun eigen regels. De hockeybal was zacht, de slagcirkel bestond niet en de stick had twee platte kanten. Dit leidde bijna tot uitsluiting van het Oranje team van de Olympische Spelen in eigen land.

In januari 1929 werd ijshockey voor het eerst in Nederland gespeeld, met een demonstratie van twee Belgische ploegen op de Haarlemse ijsbaan. België was destijds een van de sterkste landen in Europa. Deze demonstratie maakte ijshockey populair in Haarlem, waar scholenploegen streden om de Beynes-beker. De Koninklijke Nederlandse Hockey Bond toonde ook interesse in ijshockey.

De oprichting van de Nederlandse IJshockey Bond (NIJB) op 6 september 1934 markeerde een belangrijke stap. In 1935 nam Nederland al deel aan de wereldkampioenschappen in Davos.

Een Gewaagde Start in het IJshockey

Het Nederlandse ijshockeyteam kende een gewaagde start. Amper vier maanden na de oprichting van de NIJB waagde Oranje zich al aan zijn eerste interland. België, de Europees kampioen van 1913, fungeerde als tegenstander voor de wedstrijd op 5 januari 1935 in Amsterdam. Meer dan duizend toeschouwers zagen Oranje met 0-4 winnen, ondanks dat het team voornamelijk bestond uit veldhockeyers die een spoedcursus van Hans Weinberg hadden gevolgd.

Lees ook: Handbalrivaliteit: Duitsland versus Noorwegen

De namen van de eerste tien 'Soldaten van Oranje' waren Jan Gerritsen, Fred van der Vlugt, Bob van der Stok, Felix van der Stok, Lou de Kadt, George van de Mandele, J. Krameris, Felix de Jong, Hans Maas en Sjoerd van Marle.

Het succes tegen België inspireerde de internationals tot een nieuwe overmoedige daad. Op eigen kosten reisden ze naar Zwitserland om deel te nemen aan het wereldkampioenschap in Davos. In Arosa werd de vorm aangescherpt en daags voor het toernooi meldde Nederland zich aan als 21ste lid van de LIHG (Ligue Internationale de Hockey sur Glace, later de International Ice Hockey Federation).

Vroege Uitdagingen en Eerste Successen

Succes bleef aanvankelijk uit. Nederland verloor alle zes wedstrijden, maar deed dat met eer. De 0-7 tegen Letland was de ruimste nederlaag, maar Nederland won wel de Fair Play Cup. In Davos werd afgesproken om het seizoen af te ronden met een interland tegen Duitsland in Amsterdam op 30 maart 1936. In die wedstrijd scoorde Huib du Pon het eerste doelpunt van de Nederlandse ijshockeyploeg, hoewel de wedstrijd met 1-4 verloren ging.

Du Pon was geen verrassing als doelpuntenmaker, aangezien hij als hockeyinternational al een reputatie had als "goaliedief" met veertien doelpunten in evenzoveel wedstrijden. De eerste overwinning van Nederland liet bijna twee jaar op zich wachten. Op 17 februari 1937 won Nederland in Amsterdam met 3-0 van België.

Den Haag kreeg de Oranje-ploeg voor het eerst te zien op 11 maart 1938 tegen Roemenië (1-4). Twee jaar later, op 17 maart 1940, was Tilburg aan de beurt met een wedstrijd Nederland-België, die met 4-3 werd gewonnen.

Lees ook: Analyse van het Duitse vrouwenvoetbal

De Periode voor de Oorlog

In 1939 nam Nederland voor de tweede maal deel aan het wereldkampioenschap in Bazel. Duitsland meldde zich aan achter de vlag met het hakenkruis, en de Nazi's werden bij elk optreden weggefloten door het publiek. Nederland maakte kennis met het Canadese ijshockey, vertegenwoordigd door de Trail Smoke Eaters, die met 8-0 wonnen.

Polen zette keeper Jan Gerritsen nog een keer meer (0-9) voor het blok, maar de confrontatie met Finland bracht met 2-1 Nederland diens eerste overwinning bij een wereldkampioenschap. Ook in de laatste wedstrijd, tegen Italië, hield Oranje lang zicht op een nieuw succes. Vier minuten voor tijd was de stand nog altijd 0-0. De 10.000 toeschouwers werden ongeduldig en schreeuwden om een goal. Met drie voltreffers in de laatste vier minuten werden zij op hun wenken bediend. Maar Nederland verloor wel met 1-2.

In de vooroorlogse periode speelde Nederland 23 wedstrijden, waarvan het er 5 won en de rest verloor; met als deelcijfers 23-92. Van de 35 spelers die werden ingezet, trad alleen Felix de Jong in alle 23 interlands op. Doelman Jan Gerritsen was de publiekslieveling, maar ook zijn broer Hans Gerritsen en Piet van Heeswijk maakten furore. Jan Suurbeek, een ware duivelskunstenaar, was een van de kleinste maar dapperste internationals.

De Naoorlogse Periode en de Haagse School

Na de oorlog werd de draad weer opgepakt op 31 maart 1948 met een interland tegen België: 1-6. De Derby der Lage Landen zou nog jaren de kalender sieren. Bij meer dan de helft (23) van de eerste 45 interlands fungeerde België als tegenpartij. In 1950 voelde Nederland zich weer mans genoeg om zich op het wereldkampioenschap te vertonen in Londen.

De oorlog had zijn slachtoffers geëist. Slechts 9 landen schreven in voor het evenement. Oranje kreeg flinke klappen van Zweden (0-10) en de Verenigde Staten (1-17), maar vond troost bij een zege op Frankrijk (4-2) en eervol verlies tegen België.

Lees ook: Duitse kansen EK handbal

Met het sluiten van de ijsbaan in Amsterdam en Tilburg werd de korte naoorlogse bloeiperiode in 1951 alweer afgesloten. Voor de nationale ploeg gebeurde dat met het wereldkampioenschap in Parijs, waar de deelnemende landen voor het eerst naar kwaliteit waren ondergebracht in Groep A of B. In de laatste categorie bleek Nederland op zijn plaats. Dankzij overwinningen op België (4-3), Oostenrijk (2-1) en Joegoslavië (5-2) legde het beslag op de derde plaats en liet drie landen achter zich.

In 1951 ging Nederland tijdens een interland in Tilburg tegen Noorwegen (7-5) in de fout door 'per abuis' de Canadees Carry op te stellen. Zo'n vergissing zou zich later nog enkele malen herhalen.

Met H.H. & IJ.C. nog als enige fakkeldrager lag Oranje's eer in Haagse handen. De Hagenaars wisselden eenvoudig het eigen shirt voor het Oranje hemd en er stond een Nederlands team op het ijs. Amsterdamse spelers die dakloos waren geworden, zoals Joost van Os, Dolf Overakker, Dummy Smit en Jan Herreur, sloten zich aan bij H.H.IJ.C.

Nederland speelde bijna geen 'losse' interlands maar nam alleen zesmaal deel aan het wereldkampioenschap. Tussen 1956 en 1961 gaapte er, vanwege de liquidatie van H.H.IJ.C., ook in Oranje's geschiedenis een gat.

Het Haagse Oranje trad in 1952 in Luik voor het eerst voor het voetlicht. Een hoogtepunt was het wereldkampioenschap in 1962 in Colorado Springs. Nederland begon sterk met overwinningen op Australië (6-4) en Denemarken (9-4). De Denver Post maakte ophef over 'goalcrazy' Dummy Smit. Ondanks sterk verweer werd daarna driemaal verloren. De 2-20 tegen Japan is de grootste nederlaag uit de geschiedenis van het Nederlandse ijshockey.

Met het wereldkampioenschap in Stockholm (groep C) werd in 1963 de periode van de 'Haagse School' definitief afgesloten. Stockholm werd daarmee ook het eindpunt voor de glanzende carrières van Joost van Os (33 caps), Dolf Overakker (35), Dummy Smit (32) en Meg de Jong (20).

Een Nieuw Begin

Na de wedergeboorte van het ijshockey moest Nederland internationaal weer bij af beginnen. Wenen was het eerste reisdoel in 1967, waar het zijn entree maakte in Groep C. Vanaf 15 maart 1963 had het slechts zeven interlands gespeeld toen Nederland in de Oostenrijkse hoofdstad schuchter het ijs opstapte voor zijn vuurdoop tegen Bulgarije: 3-10. Denemarken werd met 9-6 gepakt. Het eindresultaat bleef niettemin onveranderd: Nederland bleef vijfde en bungelde als nummer 21 helemaal onder aan de internationale ranglijst.

De harde Haagse kern van Stockholm vormde ook in Wenen het frame voor de ploeg. Oranje en HIJS-Hoky waren nog steeds synoniem. De Haagse club leverde 12 van de 15 internationals. De vreemde eenden in de Hofvijver waren de Tilburgers Joe Simons en Hans Christiaans alsmede Tonny de Groot van Den Bosch. Zij waren de voortrekkers van een Brabantse invasie in de nationale ploeg.

Tot de grote afwezigen behoorde Arie Klein, een van de Grand Old Men van het vaderlandse ijshockey. Met Klein verdween een sportman van allure. Liefst 64 interlands stonden achter de naam van Arie Klein toen hij ruimte maakte voor de jeugd.

Vanaf 1967 (Wenen) heeft Nederland geen enkel jaar meer op een wereldkampioenschap ontbroken. Na twee avonturen in uithoeken van Europa (Skopje '69 en Galati '70) was Nederland in 1971 rijp voor de organisatie van het C-kampioenschap in eigen land. Sportief gezien ging het karwei Oranje met een voorlaatste plaats minder goed af. Coach Jiri Pleticha had weliswaar voor nieuw bloed gezorgd, hij verloor gaandeweg zijn greep op de ploeg.

Twee jaar later, met Den Haag als middelpunt van de andermaal vlekkeloze organisatie, bleek de Nederlandse ploeg heel wat beter bestand tegen de belangstelling en de extra druk die het thuisspelen met zich brengt. De aflossing van de wacht was niet beperkt gebleven tot Pleticha die de Canadees Wayne Hunter als opvolger kreeg. Ook de selectie kreeg een face-lift. Een nieuwe lichting Nederlandse Canadezen eiste zijn plaats op. Hunter zette in 1973 zijn team volledig op een Canadese leest. De helft van de 20 internationals had een Canadees ijshockeyverleden. Wayne Hunter had daarmee de winnende formule, de combinatie van kwaliteit en strijdbaarheid, gevonden.

Het Wereldkampioenschap Hockey voor Heren

Het wereldkampioenschap hockey voor heren is een prestigieus toernooi dat eens in de vier jaar wordt gehouden. Nederland heeft een rijke geschiedenis in het hockey en is een van de meest succesvolle landen in het toernooi. Het team heeft het toernooi drie keer gewonnen: in 1973 (Amstelveen), 1990 (Lahore) en 1998 (Utrecht). Daarnaast is Nederland vijf keer tweede geworden en drie keer derde.

Recente Ontwikkelingen en de FIH Pro League

Het hockey is de afgelopen jaren aanzienlijk veranderd. Een van de belangrijkste ontwikkelingen is de introductie van de FIH Pro League in 2019. Dit jaarlijkse toernooi brengt de beste landen ter wereld samen en heeft bijgedragen aan de populariteit van het hockey.

Europees Kampioenschap (EK) 2025

Van 8 tot en met 17 augustus 2025 zijn de EK hockey voor mannen en vrouwen in Mönchengladbach, Duitsland. De Nederlandse hockeyers en hockeysters beginnen aan de EK in Mönchengladbach en gelden als favorieten voor de eindzege.

Huidige Selectie Nederlands Elftal Heren

De huidige selectie van het Nederlands elftal heren bestaat uit 18 spelers. Mannenbondscoach Jeroen Delmée heeft een selectie gemaakt met veel bekende namen, maar ook een aantal nieuwe spelers die dichtbij een eerste titeltoernooi zijn gekomen. Bij de keepers wordt er op dit moment geen keuze gemaakt voor een echte nummer één. Beide keepers zullen in actie komen op het EK.

Talentontwikkeling in Nederland

In het Nederlands elftal spelen de 18 beste hockeyers van Nederland. Talentontwikkeling begint bij de selectiedagen van de districten. Vanaf je achttiende kun je worden geselecteerd voor Jong Oranje.

Overige Hockey Evenementen

Naast het WK en de EK zijn er nog andere belangrijke hockey evenementen, zoals de Champions Trophy en de nationale competities. De Champions Trophy wordt sinds 1978 gespeeld door de herenteams uit de zes beste hockeylanden. Het Nederlands elftal heren heeft 8 keer de Champions Trophy gewonnen. De nationale competities worden in mei en juni afgesloten met de strijd om het Nederlands Kampioenschap.

De Belgische Doorbraak en Talentontwikkeling

In 2018 werd België voor het eerst in de geschiedenis wereldkampioen hockey bij de heren door Nederland te verslaan in de finale. De Belgische hockeybond bereikte in 2020 de grens van 50.000 geregistreerde leden. Nederland heeft met 244.000 leden meer beoefenaars, maar toch hebben de Nederlandse heren ‘maar’ drie wereldtitels. Het succes van talentherkenning- en ontwikkelingsprogramma’s is moeilijk meetbaar te maken. Diverse wetenschappelijke publicaties hebben zich op dit onderwerp gestort.

De Rol van Vroege Specialisatie

Het fenomeen van vroege specialisatie is de afgelopen jaren een veel besproken topic geweest binnen de sportwetenschap. Jonge sporters die meer dan acht maanden per jaar binnen één sport trainen én daarnaast geen andere sport beoefenen, hebben ruim een tweemaal grotere kans op blessures door overbelasting dan hun leeftijdgenoten die meerdere sporten beoefenen.

IJshockey: Een Variant van Hockey

IJshockey is een variant van hockey die op ijs gespeeld wordt. In Nederland werd voor het eerst in januari 1929 ijshockey gespeeld. In 1934 kreeg Nederland zijn eerste kunstijsbaan en ontstond de Nederlandse IJshockey Bond. Mondiaal neemt Nederland een plaats in de middenmoot in, zowel bij de mannen als bij de vrouwen.

tags: #Duitsland #hockey #nationale #team #mannen #geschiedenis