De Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond (KNVB) staat aan de vooravond van een belangrijke stap in de ontwikkeling van het jeugdvoetbal: de collectieve inkoop van doeltjes, specifiek ontworpen voor de nieuwe wedstrijdvormen voor pupillen. Dit initiatief komt voort uit een duidelijke behoefte die door voetbalverenigingen zelf is aangegeven. Kybys ingenieurs en adviseurs spelen een cruciale rol in dit proces door de KNVB te ondersteunen bij het opstellen van een gedetailleerd plan en de bijbehorende specificaties voor de tender.
Achtergrond en Noodzaak
De aanleiding voor deze collectieve inkoop ligt in de beslissing van de KNVB om vanaf het seizoen 2017-2018 nieuwe wedstrijdvormen te introduceren in het amateurvoetbal. Fieldmanager berichtte hierover en de KNVB start met de 6 tegen 6 competitie voor O8 en O9 (pupillen). De collectieve inkoop van voetbaldoeltjes is een antwoord op de wens van de verenigingen om goede kwaliteit tegen gunstige voorwaarden te garanderen. Het is een initiatief dat de KNVB onderneemt om de verenigingen te ondersteunen bij de implementatie van de nieuwe wedstrijdvormen.
Nieuwe Wedstrijdvormen en Benodigde Doeltjes
De KNVB heeft besloten om nieuwe wedstrijdvormen te implementeren om de ontwikkeling van jonge voetballers te bevorderen. Vanaf het seizoen 2017-2018 werd de 6 tegen 6 competitie voor O8 en O9 pupillen geïntroduceerd. Dit wordt in het seizoen 2018-2019 uitgebreid voor O10. Tevens vangt in seizoen 2018-2019 de 8 tegen 8 competitie aan voor O11 en O12. Voor de leeftijdscategorieën O6 en O7 wordt geadviseerd om respectievelijk 2 tegen 2 en 4 tegen 4 te spelen.
Voor deze nieuwe competities is de KNVB op zoek naar doeltjes in specifieke afmetingen: 3x1 meter en 5x2 meter. Het is van belang dat deze doeltjes voldoen aan de gestelde kwaliteitseisen om een veilige en plezierige speelomgeving te creëren voor de jonge voetballers.
De Tender en ERMA Sport
De KNVB heeft een tender uitgeschreven voor de collectieve inkoop van de voetbaldoeltjes. ERMA Sport is uit de bus gekomen als winnaar van deze tender. Dit betekent dat zij de komende periode de voetbaldoeltjes zullen leveren die voldoen aan de specificaties van de KNVB.
Lees ook: Maatschappelijke betrokkenheid in het amateurvoetbal: een onderzoek.
Subsidies en Uitvoeringsbesluit
In het kader van de collectieve inkoop en andere projecten hanteert de provincie een Uitvoeringsbesluit subsidies (Ubs). Dit besluit bevat algemene regels en bepalingen met betrekking tot het verstrekken van subsidies. Artikel 1.1.1 van dit besluit definieert een aantal belangrijke begrippen, waaronder:
- AGVV: de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (EG) nr.
- Algemene de-minimisverordening landbouw: de Verordening (EU) nr.
- Algemene de-minimisverordening visserij: de Verordening (EU) Nr.
- LVV: de Landbouw vrijstellingsverordening (EU) Nr.
De provincie verstrekt geen structurele subsidies, maar tot een aantal jaren voor grotere (infrastructurele) projecten. De subsidieperiode is vier jaar.
Buitenwettelijke Subsidies en Specifieke Bepalingen
Artikel 1.1.2 van het Ubs behandelt de zogenaamde buitenwettelijke subsidies. Dit zijn subsidies die niet direct gebaseerd zijn op een specifieke wet, maar wel passen binnen het beleid van de provincie. De bepalingen die gelden bij of krachtens deze verordening zijn opgenomen. Er zijn eigen specifieke bepalingen.
Procedurele Aspecten van Subsidieaanvragen
Artikel 1.1.3 beschrijft de procedurele aspecten van subsidieaanvragen. Een belangrijke eis is dat er een wettelijke grondslag is als bedoeld in artikel 4:25 Awb. De subsidieplafonds gelden voor een heel kalenderjaar en worden bekend gemaakt, vóór dat de periode waarop het betrekking heeft, ingaat.
De aanvraag moet volledig zijn, en de bijlagen moeten worden meegestuurd. Wanneer een aanvraag niet volledig is wordt om aanvulling gevraagd. Na de aanvulling wordt de aanvraag als volledig beschouwd. Van een vastgestelde kwaliteitsvolgorde, de zogenoemde tendersystematiek, totdat het beschikbare subsidieplafond bereikt is.
Lees ook: KNVB-overschrijvingen: Een complete gids
Subsidiabele Kosten en Weigeringsgronden
Artikel 1.1.5 gaat in op de subsidiabele kosten. Loonkosten van medewerkers in dienst van de aanvrager, volgens de loonkosten plus opslag. De opslag is maximaal 40%. Kosten van derden zijn subsidiabel, met een maximaal uurtarief van € 130,- exclusief btw.
Artikel 4:35 Awb aangevuld met weigeringsgronden. Er wordt geen subsidie verstrekt als de activiteiten niet van provinciaal belang zijn, als het subsidiebedrag minder dan € 1.000 is, of als er al subsidie is verstrekt op grond van het Ubs of de Asv.
Staatssteun en Europese Vrijstellingsverordeningen
Artikel 1.1.6 behandelt het onderwerp staatssteun. Staatssteun is in principe verboden, tenzij aan bepaalde criteria wordt voldaan. De steun wordt verleend aan een onderneming, door de overheid verleend of met overheidsmiddelen bekostigd, en mag het vrije verkeer van goederen en diensten niet ongunstig beïnvloeden.
Er wordt vermeld welke Europese vrijstellingsverordening van toepassing is, de AGVV dan wel LVV en de betreffende van toepassing zijnde artikelen. De activiteiten mogen nog niet zijn gestart op het moment van de aanvraag.
Aanvraagprocedure en Termijnen
Artikel 1.2.1 beschrijft de aanvraagprocedure. Volgens artikel 4:29 Awb begint het subsidieproces met een aanvraag. De vereisten voor de aanvraag staan in Afdeling 4.1.1. van de Awb.
Lees ook: Scheidsrechter niet aanwezig? Dit zijn de stappen
Artikel 1.2.2 stelt dat een aanvraag voor subsidie het hele kalenderjaar kan worden ingediend. Artikel 1.2.3 geeft aan dat de genoemde termijnen maximale beslistermijnen zijn. De Gedeputeerde Staten zullen eerder beslissen.
Verantwoording en Vaststelling van Subsidies
De verantwoording van de subsidie is afhankelijk van het subsidiebedrag. Bij grotere subsidies vanaf € 125.000,- kan een zwaardere verantwoording worden gevraagd. Artikel 1.3.1, 1.3.2, 1.5.1, 1.5.2, en 1.5.3 beschrijven de voorwaarden voor de vaststelling van subsidies.
Wijziging en Intrekking van Subsidies
Artikel 1.4.1 beschrijft de mogelijkheden tot wijziging of intrekking van subsidies. Dit kan bijvoorbeeld als de activiteiten niet worden verricht zoals gepland.
Verplichtingen van de Subsidieontvanger
Artikel 1.4.2, 1.4.3, 1.4.4, 1.4.5, en 1.4.6 beschrijven de verplichtingen van de subsidieontvanger. Zo moet de ontvanger een administratie bijhouden van de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten.
Specifieke Subsidieparagrafen
De tekst bevat diverse specifieke subsidieparagrafen, die gericht zijn op verschillende beleidsterreinen. Enkele voorbeelden zijn:
- Ordening en Wonen: Subsidies voor het realiseren van woonvormen voor spoedzoekers.
- Vitale Binnensteden: Subsidies voor het versterken van de leefbaarheid en kwaliteit van de binnenstad.
- DAW-projecten: Subsidies voor projecten die gericht zijn op een grotere beschikbaarheid van water.
- Advies en Ondersteuning Landbouw: Subsidies voor advies aan landbouwondernemingen.
- Regeling Plattelandsontwikkeling: Subsidies voor projecten die bijdragen aan de leefbaarheid en economische vitaliteit van het platteland.
- Duurzame Energie: Subsidies voor de opwekking van duurzame energie.
tags: #collectieve #inkoop #doeltjes #knvb #specificaties