Het honkbal, een sport die in Nederland een rijke en boeiende geschiedenis kent, wordt vaak overschaduwd door populairdere sporten zoals voetbal. Echter, achter de schermen schuilt een wereld van passie, toewijding en memorabele momenten die de sport door de jaren heen hebben gevormd. Dit artikel duikt in de geschiedenis van het Nederlandse honkbal, van de vroege pioniers tot de moderne tijd, en belicht enkele van de meest invloedrijke figuren en gebeurtenissen.
Vroege Beginjaren: Pioniers en Enthousiasme (1908-1920)
De eerste tekenen van honkbal in Nederland dateren van 1908, toen er al wedstrijden werden gespeeld door gemengde teams van heren en dames. Deze vroege uitingen van de sport vonden plaats vóór de oprichting van de Nederlandse Honkbalbond (NHB) en de aanleg van het IJsclubterrein in Amsterdam in 1911, dat later zou uitgroeien tot de bakermat van het Nederlandse honkbal. Een foto uit 1908, bewaard in het Honkbal- en Softbal Museum, toont dit vroege moment van gemengd honkbal en getuigt van het enthousiasme voor de sport in die tijd.
In 1912 werd de Nederlandse Honkbalbond (NHB) opgericht, een cruciale stap in de ontwikkeling van de sport in Nederland. Een van de meest prominente figuren in deze beginperiode was Ernst Bleesing, die wordt beschouwd als de man die het honkbal in Nederland vorm heeft gegeven. Bleesing was speler, scheidsrechter, teambegeleider, bestuurder, organisator en bovenal een doorzetter die in zichzelf en zijn sport geloofde. Zijn toewijding en inzet waren essentieel voor de groei van het honkbal in Nederland.
De Groei van de Competitie en Internationale Contacten (1920-1940)
In de vroege jaren van de competitie was het een uitdaging om voldoende clubs te vinden om een competitie te vormen. Veel clubs kwamen en verdwenen in deze beginperiode, en alleen Bleesings eigen AHC Quick doorstond de kinderziekten goed. In 1921 nam Bleesing een cruciale stap door twee leden van Quick naar hun voetbalclubs te sturen om daar een honkbalafdeling op te richten: Wim Drilling naar Blauw Wit en Daan Roodenburgh naar Ajax. Deze inspanningen waren succesvol en leidden tot een competitie van vier clubs.
In 1922 werd Quick de eerste Kampioen van Nederland, gevolgd door Blauw Wit en Ajax in de volgende twee jaren. Deze vroege successen legden de basis voor de verdere ontwikkeling van de sport. In dezelfde periode richtte Kuling de HC Haarlem op, waardoor twee steden in het honkbalgewoel terechtkwamen. In 1929 volgde HHC als specifieke honkbalclub.
Lees ook: Blue Devils Meppel: Honkbal in Meppel
Internationale contacten werden al in de jaren twintig gelegd. Bleesing stapte aan boord van Amerikaanse marineschepen die in Nederlandse havens aanmeerden en regelde wedstrijden tussen bondsteams en de Yankees van Pittsburgh of Detroit. Deze wedstrijden, hoewel informeel, droegen bij aan de groeiende populariteit van het honkbal in Nederland.
Oorlogsjaren en de Marshallhulp (1940-1950)
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd er in Nederland, in tegenstelling tot België, tot 20 augustus doorgespeeld. De materiaalpositie van de clubs werd echter steeds nijpender en de beruchte Vredesteinbal, gemaakt van geperste kurk, deed zijn intrede op de velden. Deze ballen waren loodzwaar en sprongen soms in twee stukken na een klap, waardoor het moeilijk was om curveballen te gooien.
Na de Bevrijding kwam de Marshallhulp op gang, waarbij de Amerikanen een schip met honkbalmateriaal naar Nederland stuurden. Ambassadeur Baruch overhandigde de zending in 1948 tijdens de Stedenwedstrijd Haarlem - Amsterdam, de Zomerklassieker. Deze hulp was essentieel voor de wederopbouw van het Nederlandse honkbal na de oorlog.
Gerard Stenzler: Een Legende in het Nederlandse Honkbal
Gerard Stenzler, geboren op 30 november 1932 in Amsterdam en overleden op 26 januari op 90-jarige leeftijd, was een icoon in de Nederlandse honkbalwereld. Met meer dan 65 jaar actieve betrokkenheid als speler, coach, bestuurder en general manager, en meer dan 75 jaar betrokkenheid bij de sport, heeft Stenzler een onuitwisbare indruk achtergelaten. Hij was niet alleen een clubicoon van De Spartaan in Amsterdam, maar ook de leider van het Nationale Team van Frankrijk.
Stenzler begon zijn honkbalcarrière in 1947 op veertienjarige leeftijd bij Quick Amsterdam, de oudste honkbal- en softbalvereniging in Europa. Na tien seizoenen bij Quick speelde hij nog elf seizoenen voor THOR, Blauw-Wit, Arsenal, Schoten en De Volewijckers. Al tijdens zijn speeldagen ontwikkelde Stenzler een interesse in coaching.
Lees ook: Meer dan alleen doelpunten: Meisjesvoetbal
In 1960, toen hij voor Arsenal speelde, coachte hij voor het eerst een team in de Vierde Klasse van het Rayon Amsterdam. Na een korte terugkeer als speler richtte hij zich in 1967 weer op het coachen bij AMVJ. In 1969 behaalde hij zijn eerste succes als coach door AMVJ naar de eerste plaats in de Eerste Klasse in het Rayon Amsterdam te leiden.
Na zijn periode bij AMVJ verhuisde Stenzler naar De Spartaan, waar hij in 1970 direct succes boekte door de titel in de landelijke Derde Klasse te veroveren en te promoveren. In 1973 maakte Stenzler zijn internationale debuut als Hoofd Coach van de Franse Nationale Honkbal Ploeg tijdens het Europees Kampioenschap in Haarlem.
Stenzler als Bondscoach van Frankrijk (1973)
In 1973 maakte Gerard Stenzler zijn internationale debuut als Hoofd Coach van de Franse Nationale Honkbal Ploeg tijdens het Europees Kampioenschap in Haarlem. Dit was een opmerkelijke prestatie, gezien het feit dat Stenzler werd benaderd door vertegenwoordigers van de Franse Honkbal Bond tijdens een internationaal toernooi dat De Spartaan in 1972 organiseerde.
Stenzler accepteerde de uitdaging en begon direct met acties om het Franse honkbal te ondersteunen, zoals een inzameling van materiaal. Hij werd hierbij gesteund door Henk Ronnenbergh, een scheidsrechter en eigenaar van een winkel voor honkbal- en softbalartikelen in Amsterdam. Ondanks dat honkbal al sinds de jaren twintig in Frankrijk werd gespeeld, was het duidelijk dat de jonge ploeg nog in een leerproces zat.
Stenzler zette alles op alles om het niveau van de spelers te verbeteren, organiseerde trainingen en oefenwedstrijden, en regelde zelfs nieuwe pakken. Tijdens het EK in 1973 waren er ongeveer 350 honkballers in heel Frankrijk, waarvan de helft in Parijs en de rest in het zuiden van het land. Frankrijk was één van de zes deelnemende landen, samen met België, Italië, Nederland, Spanje en Zweden.
Lees ook: Word Lid van de Blue Caps Enschede: Informatie en Aanmelding
Op 30 juni 1973 speelde Frankrijk de openingswedstrijd van het EK tegen Zweden en boekte een historische 8-7 overwinning, de eerste internationale winst in elf jaar. Ondanks deze overwinning verliep het toernooi niet zonder problemen. Tijdens de wedstrijd tegen België stapte Stenzler aanvankelijk op na onenigheid met de Amerikaanse Pitching Coach Bruce Irving, die inging tegen zijn opdrachten.
Ondanks de uitdagingen bleef Stenzler zich inzetten voor zijn spelers en gaf hij openlijk zijn mening over de behandeling van zijn team. Hij benadrukte de financiële offers die de Franse spelers brachten om deel te kunnen nemen aan het toernooi en riep op tot meer steun vanuit Nederland.
Hoewel 1973 Stenzler's enige internationale coaching-jaar bleef, keerde hij terug naar De Spartaan en leidde de ploeg naar successen, waaronder promotie naar de Hoofdklasse.
Successen met De Spartaan en Voorzitterschap
Na zijn internationale avontuur keerde Stenzler terug naar De Spartaan, waar hij de ploeg naar verdere successen leidde. Vanaf 1974 veroverde de ploeg twee titels en promoveerde naar de Hoofdklasse. Stenzler stond bekend om zijn betrokkenheid bij de club en zorgde ervoor dat alles goed geregeld was. Hij werd een vaderfiguur voor zijn buitenlandse spelers en hielp hen met huisvesting en werk.
Tegen het einde van de jaren zeventig werd Stenzler ook voorzitter van De Spartaan, een functie die hij zo'n twintig jaar zou vervullen. Hij coachte ook verschillende jaren een softbalploeg van de vereniging.
Rivaliteit en Samenwerking met Amsterdam Pirates
In de jaren zeventig en tachtig circuleerden er geruchten over een rivaliteit tussen De Spartaan en Amsterdam Pirates. Hoewel de clubs op sportief gebied rivalen waren, bestond er in werkelijkheid een prima band tussen de verenigingen. Ze werkten samen en hielpen elkaar waar nodig.
Memorabele Momenten en Sponsoring
Gerard Stenzler stond erom bekend soms dingen anders te doen en was altijd wel in voor iets leuks. Zoals bijvoorbeeld in 1977 toen De Spartaan het 40-jarig jubileum vierde en voor aanvang van het seizoen een internationaal toernooi organiseerde met deelname van Mannheim Tornados, Navarro, Quick Amersfoort en gastheer De Spartaan.
Om het toernooi extra cachet te geven, wist de club de bekende circus-directeur Toni Boltini te strikken om met een nijlpaard genaamd Hugo de ceremoniële eerste bal te gooien. Dit memorabele moment zorgde voor veel publiciteit en droeg bij aan de feestelijke sfeer rond het jubileum.
De prima seizoenen in de jaren zeventig zorgden ook voor meer sponsoring en overeenkomsten met een aantal grote bedrijven, die hoofdsponsor werden. In 1979 was het bijvoorbeeld het Japanse foto-materiaal bedrijf Canon dat toen voor het eerst sponsor was van De Spartaan. Doordat er nu meer financiële mogelijkheden waren kon ook een aantal nieuwe spelers aan de ploeg worden toegevoegd.
Promotie naar de Hoofdklasse in 1980
In 1980 bereikte De Spartaan eindelijk het langverwachte succes: de ploeg veroverde de titel in de Eerste Klasse B en promoveerde naar de Hoofdklasse. Dit was een hoogtepunt in de carrière van Gerard Stenzler en een beloning voor zijn jarenlange inzet voor de club.
De kampioensploeg bestond uit een mix van ervaren spelers en talentvolle nieuwkomers, waaronder de Canadese pitcher Bernie Beckman en de Amerikaanse spelers Brian Lewis en Eddy Packard. De Spartaan pakte de titel op 26 juli in een thuiswedstrijd met een 13-3 winst tegen stadgenoot OVVO.
Tragische Gebeurtenis en Verdere Ambities
Helaas hadden de festiviteiten rondom de titel 1980 een zwart randje. Na afloop van het seizoen 1979 kwam de 26-jarige tweede honkman Brian Lewis naar De Spartaan na in de Hoofdklasse te hebben gespeeld voor UVV. In de vroege nacht van maandag 7 juli kwam Lewis om het leven na een ruzie in het centrum van Amsterdam.
Ondanks dit tragische verlies bleef Stenzler zich inzetten voor de club en kondigde hij aan dat er nieuwe spelers zouden worden toegevoegd voor het debuut-seizoen in 1981. Hij sprak de ambitie uit dat het verblijf in de Hoofdklasse niet beperkt zou blijven tot slechts één seizoen.
Nieuwe Spelers en Kritiek
Na afloop van het seizoen 1980 trok De Spartaan inderdaad een aantal nieuwe spelers aan, waaronder Ritchie Daal (Kinheim) en Ron Steward (HCAW). De club kreeg wel kritiek dat het geld zou betalen om spelers van andere teams weg te halen.
Andere Honkbal Teams
Naast Gerard Stenzler's team "De Spartaan" zijn er in de loop der jaren verschillende andere honkbalteams geweest die een belangrijke rol hebben gespeeld in de Nederlandse honkbalgeschiedenis. Hieronder volgt een overzicht van enkele van deze teams:
- Alcmaria Victrix: Een team dat actief is geweest in verschillende competities en bekend staat om zijn jeugdopleiding.
- Amsterdam Pirates: Een andere bekende club uit Amsterdam, die een rivaliteit had met De Spartaan.
- Blauw Wit: Een van de eerste honkbalclubs in Nederland, die in 1923 de eerste kampioen van Nederland werd.
- HCAW: Een club uit Bussum die regelmatig in de Hoofdklasse speelt.
- Kinheim: Een club uit Haarlem die bekend staat om zijn sterke jeugdopleiding.
- Neptunus: Een club uit Rotterdam die een van de meest succesvolle honkbalclubs in Nederland is.
- Quick Amsterdam: De oudste honkbalclub van Nederland, waar Gerard Stenzler zijn carrière begon.
- UVV: Een club uit Utrecht die ook in de Hoofdklasse heeft gespeeld.
De Rol van Basketbal in de Nederlandse Sportgeschiedenis
Hoewel dit artikel zich primair richt op de geschiedenis van het honkbal, is het interessant om op te merken dat er in de Nederlandse sportgeschiedenis ook een aantal opmerkelijke ontwikkelingen in het basketbal zijn geweest. Zo was er bijvoorbeeld in de jaren zestig een basketbalclub genaamd LANDLUST die populair was bij sporters en publiek. Deze club had een aantal getalenteerde spelers, waaronder Virgil Dykstra, die als een van de eerste "Nederlandse Amerikanen" in de Nederlandse Eredivisie speelde.
Een andere opmerkelijke basketballer was Rob Sterker, die zijn carrière begon bij de korfbalclub Landlust en later overstapte naar het basketbal. Sterker werd in de begin jaren zestig uitgeroepen tot "de meest complete Nederlandse basketballer" en werd met Landlust in 1962 en 1963 Nederlands basketballkampioen.
Deze ontwikkelingen in het basketbal laten zien dat er in Nederland een breed scala aan sporten is beoefend en dat er in elke sport wel opmerkelijke figuren en gebeurtenissen zijn die de geschiedenis hebben gevormd.
Het Honkbal- en Softbal Museum
Het Honkbal- en Softbal Museum in Haarlem is een belangrijke instelling voor het behoud van de geschiedenis van de sporten in Nederland. Het museum, gelegen binnen de hekken van het Honkbalstadion in Haarlem, toont een collectie van artefacten, foto's en documenten die de ontwikkeling van het honkbal en softbal in Nederland illustreren.
Het museum is opgericht door Guus van der Heijden en is mede mogelijk gemaakt door de steun van de Gemeente Haarlem en verschillende sponsors. De Eregalerij, ontworpen door Jan Smidt, is een permanent onderdeel van het museum en eert de meest prominente figuren in de Nederlandse honkbal- en softbalgeschiedenis.
tags: #blue #stars #honkbal #geschiedenis