Groen Geel: Meer dan alleen een voetbalclub

Groen Geel is een dynamische en jonge voetbalvereniging in Groningen, specifiek gericht op (ex)studenten en starters. Sinds de oprichting van de zaterdagafdeling in 2008 heeft de club een opmerkelijke groei doorgemaakt in al haar geledingen. Met zeven heren- en vijf damesteams op zaterdag en drie herenteams op zondag, telt de club inmiddels ruim 320 actieve leden.

Historisch perspectief

In de beginjaren van Groen Geel, toen voetbalvelden schaars waren en gedomineerd werden door grote verenigingen, moest de club improviseren. Men speelde op vlakten van opgespoten land aan de Singelweg (nu de Petrus Campersingel). De omstandigheden waren primitief: omkleden gebeurde in koestallen of op het veld zelf, en na afloop was de sloot de aangewezen plek om zich te wassen. Kleedkamers met douches of zelfs toiletten met stromend water waren een luxe die men niet kende. Een anekdote vertelt over een speler die tijdens een wedstrijd bij Be Quick voor het eerst een modern toilet met een doorspoelsysteem gebruikte, wat tot hilarische verwarring leidde.

Seriewedstrijden waren in die tijd gebruikelijk, waarbij teams soms wel vier wedstrijden op één dag moesten spelen. Ondanks de zware omstandigheden was het al heel gewoon dat men zaterdag op stap ging om vervolgens zondag een zware wedstrijd te spelen. Zo moest Groen Geel seriewedstrijden spelen op een zeer warme dag en kwam het in de finale. Er werd besloten om deze om negen uur ‘s avonds te laten spelen. De heren besloten om een glaasje bier te gaan kopen, maar van die ene kwamen er meer… Om half negen waren de heren weer terug op het veld voor de wedstrijd en wat voor een wedstrijd, zelden werd er zo goed gespeeld en de eindstand was 0-0. Dat Groen Geel door loting verloor was gewoon pech.

In 1923 kreeg Groen Geel een stuk weiland in Helpman toegewezen, dat met vereende krachten werd omgetoverd tot een bespeelbaar voetbalveld. Zelfs het kalken van het veld werd door vrijwilligers gedaan, uit geldgebrek. Ondanks de financiële beperkingen stond in het jaarverslag: "Het kassaldo bedraagt 2½ cent, alle schulden zijn betaald zodat we kunnen zeggen dat de vereniging er goed voor staat".

Het 5-jarig bestaan werd gevierd met een onderlinge feestavond en seriewedstrijden op het Forwardveld, toen gelegen in Helpman. De hele dag was er een draaiorgel op het veld, in die tijd iets geweldigs.

Lees ook: Europa League Play-offs: Utrecht - Zenit

Na een paar jaar sinds de toetreding tot de competitie ging Groen Geel over naar de eerste klas GVB, waar men tot 1939 in verbleef toen eindelijk de bovenste plaats bereikt werd. In de promotiewedstrijden ging het echter niet zo best. Een derde plaats werd bereikt. Er werd besloten naar de KNVB over te gaan en met succes.

Sportieve prestaties

De prestaties van Groen Geel zijn door de jaren heen aanzienlijk verbeterd. Zaterdag 1 klom op van de zesde naar de eerste klasse, hoewel dit slechts voor één seizoen was en het team nu in de derde klasse speelt. Dames 1 promoveerde zelfs drie keer achter elkaar en speelt nu in de eerste klasse, een prestatie die extra glans kreeg door het winnen van de beker in het seizoen 2013-2014 - een heuse dubbel.

Vrijwilligerswerk en clubgevoel

Lid zijn van Groen Geel betekent meer dan alleen voetballen. Elk spelend lid is ook vrijwilliger, wat zorgt voor een unieke sfeer en sterke verbondenheid met de club. Met een ledenbestand dat voornamelijk bestaat uit mensen tussen de 20 en 35 jaar, is er altijd wel iets te doen binnen de vereniging.

Impact van de Tweede Wereldoorlog

Na dit kampioenschap ging men een benarde toestand tegemoet, de tweede wereldoorlog brak uit. In 1942 moest de helft van de spelers van het eerste elftal naar Duitsland en het jaar daarop moesten nog eens tien spelers vertrekken. Slechts één speler bleef over, dit was J. van Oort Sr. Van goed voetbal was dan ook geen sprake meer. Bij elke wedstrijd was het maar afwachten hoeveel spelers er zouden komen. Zo gebeurde het dat het eerste en het tweede elftal moesten spelen in Peize. Niemand kwam, dus ging het tweede elftal met een wijziging weer naar Peize. Op die manier werd de zaak een beetje bij elkaar gehouden. Met ingang van de competitie in het seizoen 1944-1945 was het gehele eerste elftal naar Duitsland vertrokken en omdat ook veel jongens bang waren om opgepakt te worden kwam er niet veel van de competitie terecht en stond Groen Geel op de onderste plaats. De KNVB kreeg dit ook in de gaten en zette de competitie stop.

In mei 1945 kwam de bevrijding en opgelucht kon men de competitie weer hervatten. De jongens kwamen terug uit Duitsland. De oude bestuursleden hebben er weer de schouders onder gezet om Groen Geel nieuw leven in te blazen en zoals iedereen kan zien is dat gelukt. Groen Geel kreeg een prachtig eerste elftal bij elkaar, dat direct op de bovenste plaatst wist te eindigen. Iedereen had weer plezier gekregen in het voetbal! De eerste promotiewedstrijd was tegen Steenwijk uit. Bussen waren er nauwelijks dus werd er gebruik gemaakt van vrachtwagens. Met zes wagens ging Groen Geel naar Steenwijk, waarbij één van de wagens een lekke band kreeg. Men wist echter op tijd te komen. Deze wedstrijd werd met 2-1 verloren, maar het was een uitstapje om nooit te vergeten. Vele bekende clubs had Groen Geel als tegenstander, onder meer MSC, Eext, Nw Buinen, Veelerveen en nog vele anderen. In de wedstrijd tegen Veelerveen waren 1500 toeschouwers aanwezig en dat was heel wat in die tijd. Groen Geel had toen ook een goede en bekende naam.

Lees ook: Voetbalregels verenigingswissel

Sportieve ups en downs

In het seizoen 1965-1966 speelde Groen Geel in de derde klasse KNVB en moest een promotiewedstrijd spelen tegen tweedeklasser Noordster. Deze wedstrijd werd gespeeld in het voetbalstadion Oosterpark; de uitslag werd 2-1 in het voordeel van Noordster. Als gevolg van het niet promoveren verlieten echter enkele spelers de vereniging en bij gebrek aan goede spelers degradeerde Groen Geel in het seizoen 1966-1967 naar de vierde klas KNVB. In het seizoen dat daarop volgde (1967-1968) beschikte Groen Geel over een eerste elftal dat zich gemakkelijk in de vierde klasse had kunnen handhaven. Maar er braken weer betere tijden aan. In 1972, toen Groen Geel 50 jaar jong was, promoveerde het eerste elftal naar de vierde klas KNVB. Dit was nog niet alles, ook het tweede elftal bracht het tot een kampioenschap evenals het vijfde (de veteranen). Als hoofdschotel tijdens het 50-jarig bestaan werd er op 25 juni een jubileumwedstrijd gespeeld tegen oud-Feyenoord (o.a. met Pieters, Graafland, Kreijermaat en Kerkum)! Het was goed weer, een fijn publiek en een goede wedstrijd die met 3-1 werd gewonnen door Groen Geel. In het seizoen 1974-1975 promoveert Groen Geel zelfs naar de derde klasse na het behalen van het kampioenschap! Helaas degradeert Groen Geel het jaar daarop alweer omdat het als laatste eindigde. Na een verdere degradatie is er in het begin van de jaren ‘80 weer een grote kans om in de vierde klas KNVB te kunnen spelen.

Nadat Groen Geel in de jaren 90 moest wijken voor de bouw van de Gasunie ging het minder met de club. Groen Geel vestigde zich uiteindelijk op het sportpark Corpus den Hoorn, waar de club nu nog steeds zijn onderkomen heeft. Maar onder andere door deze drastische verhuizing zijn er veel spelers weggegaan en heeft Groen Geel al zijn jeugdelftallen verloren. Tijdens het tachtigjarig bestaan van Groen Geel (seizoen 2001-2002) was er slechts nog één elftal over, welke in de onderste regionen van de zesde klasse vertoefde. Uiteraard had dit ook gevolgen voor de financiële situatie van de club.

Heropleving en toekomst

Als laatste poging om te blijven bestaan werd er een wervingsactie opgezet waarbij nieuwe leden een jaar lang gratis konden voetballen. Deze actie wierp zijn vruchten af, want in het seizoen 2002-2003 werd er begonnen met drie elftallen! Daarmee hadden nieuwe groepen stadjers hun intreden gedaan binnen Groen Geel. Het eerste elftal bestond bijna geheel uit stadjers met hun roots op de Antillen of in Suriname en als initiatief van Jerom Rozendaal, Maarten Tomson en Laurens Aakster is er ook een tweede elftal bestaande uit studenten opgericht. Voorzitter Chris Hoekstra heeft zich gedurende deze moeilijke periode hard ingezet om de club toch in leven te houden. Als dank daarvoor is hij in september 2004 benoemd als erelid van G.V. Groen Geel. Vanaf dat moment is er weer nieuw leven binnen de club en onder het motto “De kop d’r veur!” wordt er weer gebouwd aan een gezellige en sportieve club. De verschillende groepen die binnen Groen Geel bestonden waren genoodzaakt om samen te werken en van elkaar te leren. Dit resulteerde in het seizoen 2004-2005 in maar liefst 4 elftallen in de zondagcompetitie en één in de zaterdag standaard zesde klasse. Sinds de zomer van 2004 kan Groen Geel beschikken over een kunstgrasveld. In de afgelopen jaren heeft het eerste zaterdagelftal van de club weten te promoveren naar de 2e Klasse standaardelftallen.

Blessures: Meniscusletsel bij voetballers

Bij voetballers komen meniscusblessures relatief vaak voor. Daarom noemt men het soms ook wel een voetbalknie. En hoe hoger de belasting, des te groter het risico. Vandaar dat veel betaald voetbalspelers vroeg of laat een meniscusblessure oplopen.

Een knie heeft een binnen- en buitenmeniscus. Een meniscus is een schijfje van soepel kraakbeen in de vorm van een halve maan. De binnen- en buitenmeniscus zorgen voor:

Lees ook: KNGU Broekjesregels Uitgelegd

  • Het opvangen van de drukbelasting in de knie
  • Stabiliteit van de knie
  • Voeding van het gewrichtskraakbeen
  • Smering van de knie

Als voetballer maak je veel kap- en draaibewegingen, die vaak met grote kracht uitgevoerd worden. Als je knie een krachtige draaibeweging maakt, kan er opeens een meniscusletsel ontstaan. Als je voet met je onderbeen dan te ver naar buiten draait ten opzichte van het bovenbeen, wordt doorgaans de binnenmeniscus beschadigd. Draait je onderbeen te ver naar binnen, dan kan de buitenmeniscus beschadigd raken. De binnenmeniscus raakt veel vaker beschadigd, omdat deze stevig vast zit aan het gewrichtskapsel. Hierdoor geeft de meniscus veel minder mee als er onverwacht grote kracht op uitgeoefend wordt. Bij een verstuiking van de knie met letsel van het bandapparaat kan soms ook een meniscus beschadigd raken. Naast acute meniscusblessures zijn er ook meniscusblessures die geleidelijk ontstaan.

Als je knie na een ongeval de volgende dag gezwollen is of als je knie na het voetballen regelmatig dik is, kan dat een meniscusblessure zijn. Ook als je je knie niet meer goed kan buigen of strekken, of je knie op slot zit, of pijn doet, kan dat wijzen op een meniscusletsel. Maar de diagnose kan pas echt gesteld worden op basis van je klachten, lichamelijk onderzoek en soms noodzakelijk aanvullend beeldvormend onderzoek (röntgenonderzoek, MRI).

Het doel van een kijkoperatie is zo min mogelijk schade aan het kniegewricht toe te brengen en zoveel mogelijk van de beschadigde meniscus (en dus van zijn functie) te behouden. Tijdens de kijkoperatie verwijdert men het gescheurde gedeelte van de meniscus. Een andere mogelijkheid is dat de chirurg probeert het beschadigde deel te hechten.

Hoe een voetballer er na een kijkoperatie aan toe is verschilt per persoon. Dit hangt onder andere af van het type meniscusscheur, bijkomende schade in de knie (kraakbeen, bandapparaat), de manier van opereren en de reactie op de revalidatie. Het revalidatieprogramma is dus maatwerk en dient zorgvuldig gepland te worden.

Een goed revalidatieprogramma:

  • Moet voldoende flexibel zijn;
  • Heeft realistische doelstellingen;
  • Moet aangepast worden aan de kenmerken en mogelijkheden van de voetballer;
  • Vereist teamwork van de chirurg, de voetballer, de fysiotherapeut, de verzorger en de trainer/coach;
  • Kent geen tijdsdruk.

Het revalidatieprogramma bij een meniscusoperatie bestaat uit een aantal fasen: de periode voor de operatie, de periode direct na de operatie, fysiotherapie, functionele oefeningen en terugkeer naar voetbal en onderhoudsbehandeling.

Meniscusletsels zijn lang niet altijd te voorkomen. Maar er zijn wel een paar dingen die je als voetballer kan doen om de kans op een meniscusblessure te beperken: Zorg voor goed op de toestand van het speelveld aangepaste voetbalschoenen. Voetbal heel geconcentreerd en let goed op waar je tegenstanders en medespelers zich bevinden. Neem geen onnodige risico's in een wedstrijd. Besteed extra aandacht aan balansoefeningen voor het kniegewricht. Zorg voor een goede revalidatie na een eerder doorgemaakte knieblessure met specifieke aandacht voor de ontwikkeling van goede kracht van de bovenbeenspieren en een goede balansbeheersing van de knie.

Coaching en begeleiding

Laat je tijdens de wedstrijd niet beïnvloeden door de stand of door gebrul van mensen langs de lijn. Volg de wedstrijd in stilte, concentreer je op de voetbalhandelingen van je spelers, coach alleen de spelers die de bal niet hebben en de wisselspelers naast je langs de lijn. Stel jezelf op langs de zijlijn en observeer zo lang mogelijk in stilte. Onthoud de hoofdzaken die je opvallen in het aanvallen en verdedigen, eventueel uitgewerkt in het opbouwen, scoren, storen en doelpunten voorkomen en de individuele voetbalhandelingen met bal die daarbij horen.

Bedenk welke accenten bij de vorige wedstrijd en op de training aan de orde zijn gekomen. Wat wilden we bereiken? Stel jezelf vier vragen over het aanvallen: Scoren, kansen creëren, naar voren spelen en bal houden.

Stel jezelf vier vragen over het verdedigen: Doelpunten voorkomen, storen, druk zetten en bal afpakken.

Je ziet dat verdedigers meermaals de bal niet rustig aannemen en een aanspeelbare medespeler zoeken, maar in plaats daarvan de bal wild naar voren schieten. Onthoud dit punt voor de bespreking in de rust. Je ziet vast nog meer punten, maar dat is voor de training of een volgende wedstrijd. Zet de antwoorden op deze vragen voor jezelf op een rij, bedenk wat goed gaat en wat een volgende keer beter zou kunnen. Heb daarbij oog voor de rol van de tegenpartij. Wat kunnen spelers aan de bal beter doen? Wat kunnen spelers zonder de bal beter doen?

Houd je opmerkingen gericht op aanvallen en verdedigen tijdens de wedstrijd simpel. Oefen de termen die je hierbij gebruikt eerst op de training.

Aanvallen: ‘Groot maken' of ‘uit elkaar’, ‘Diepte’, ‘Bal houden' en 'Posities houden'.

Verdedigen: ‘Klein maken' of ‘dicht bij elkaar’, ‘Naar de bal toe’, ‘Scherp dekken’ of ‘dichter bij je tegenstander’, ‘Geef rugdekking aan elkaar’ en ‘Doe weer mee’.

Terwijl je de wedstrijd observeert, is er de mogelijkheid je spelers te beïnvloeden. Baseer je aanwijzingen langs de lijn op wat je ziet. Alles wat je zegt moet welgekozen zijn, pik uit de talloze situaties alleen de belangrijkste zaken.

Controleer steeds of het zinvol is wat je zegt. Zie je dat de speler of het team zich verbetert na iets wat je hebt gezegd? Herhaal een opmerking geen drie keer als je geen effect ziet. De speler zelf maakt de keuzes in het veld, niet jij. Het spel is onvoorspelbaar, voorprogrammeren is zinloos.

Protocol discriminatie, racisme en/of bedreiging

Tijdens de wedstrijd speelt zich soms helaas niet alleen het voetbalspel af. Omdat alle lagen van de bevolking elkaar tegenkomen op het veld, is het voetbal jammer genoeg gevoelig voor kwetsende opmerkingen in het kader van racisme en discriminatie, of voor gescheld en bedreigingen door toeschouwers, spelers of teamofficials. Dergelijke zaken worden niet getolereerd. Die grens is helder. Maar wat minder bekend is, is welke stappen partijen op het veld moeten nemen na zo’n dergelijk incident. Om trainers hierbij te helpen, zijn deze stappen overzichtelijk(er) weergegeven in het ‘Protocol discriminatie, racisme en/of bedreiging’.

Het protocol is bedoeld voor trainers, bestuurders, teamleiders en de aanvoerders van teams. Voor verschillende situaties wordt in een aantal punten uitgelegd welke stappen je kunt nemen als zich een geval voordoet waarbij (ernstig) wangedrag voorkomt.

Aansprakelijkheid bij voetbal

Voetbal is veruit de populairste sport ter wereld. Het is een sport die wereldwijd miljoenen mensen boeit. Het kent dan ook zijn aandeel in juridische conflicten. Zowel op als naast het voetbalveld is aansprakelijkheid een ingewikkeld thema.

De aansprakelijkheid bij sport en spel is heel complex geregeld. De aansprakelijkheidsregels verschillen hierbij aanzienlijk van de algemene aansprakelijkheidsregels. Er is in feite sprake van een verhoogde drempel. Dit betekent dat niet elke overtreding van de spelregels automatisch leidt tot juridische consequenties, omdat deelnemers nu eenmaal bepaalde risico’s voor lief nemen. Deelnemers worden juridisch geacht een bepaald niveau van risico te accepteren. Het gaat om het risico dat inherent is aan de aard van de sport. Dit impliceert echter niet dat spelers automatisch immuun zijn voor aansprakelijkheid. Heel ernstige of onverwachte overtredingen die (ver) buiten de grenzen van het spel vallen, kunnen wel degelijk leiden tot juridische verantwoordelijkheid.

Het is belangrijk om te begrijpen dat niet elke tackle of fout tijdens een wedstrijd automatisch leidt tot aansprakelijkheid voor eventuele letselschade. Een standaard sliding tackle, zelfs als deze een overtreding van de spelregels inhoudt, resulteert niet per se in juridische aansprakelijkheid. Dit is omdat dergelijke acties als inherent aan het spel worden beschouwd. De andere voetballers accepteren bij de deelname aan het voetbal een bepaald niveau van risico. Het risico om getackeld te worden, hoort hierbij. Er zijn echter omstandigheden waarin een voetballer wel aansprakelijk kan zijn voor letselschade aan medespelers. Dit gebeurt vooral wanneer de acties van de speler de algemeen geaccepteerde grenzen van het spel overschrijden. Bijvoorbeeld, een fysieke aanval buiten de context van het spel. In dergelijke gevallen kan de veroorzaker van de schade aansprakelijk worden gehouden voor de gevolgen van zijn acties, met name als deze acties leiden tot ernstig letsel bij een medespeler.

In een eerdere zaak werd een voetballer tijdens een voetbalwedstrijd hard tegen zijn achillespees getrapt. Dit gebeurde buiten een spelsituatie. Het resultaat: een afgescheurde achillespees. De voetballer heeft ook een jaar fysiotherapie gehad. Voetheffen, plotselinge bewegingen en hardlopen blijft moeilijker. De man heeft ook pijnklachten als hij lange tijd moet lopen. Deze man kreeg in 2008 een smartengeldvergoeding van 3.000 euro. Het geïndexeerde bedrag is 4.272 euro (2023).

Tijdens een voetbalwedstrijd kreeg een voetballer opzettelijk een elleboogstoot tegen zijn mond. Door de actie van de andere voetballer heeft hij een tand verloren en veel pijn geleden. Volgens het Hof Arnhem is deze elleboogstoot allesbehalve acceptabel. Het maakt geen deel uit van het risico dat een voetballer geacht wordt te lopen tijdens een voetbalwedstrijd. Daarom kreeg het slachtoffer in 2006 een smartengeldvergoeding van 500 euro toegewezen (geïndexeerd: 740 euro in 2023).

Wie deelneemt aan een voetbalwedstrijd of aan een voetbaltraining, gaat akkoord met een bepaalde mate van risico. Kan dit ook worden gezegd van voetbalfans die naar een wedstrijd komen kijken, bijvoorbeeld als een voetballer een bal in het publiek knalt en iemand gewond raakt? Enigszins wel. In dergelijke gevallen is het niet vanzelfsprekend dat de voetballer juridisch aansprakelijk wordt gehouden. De reden hiervoor is dat bij het bijwonen van een voetbalwedstrijd, toeschouwers tot op zekere hoogte onvoorzienbare en risicovolle situaties dienen te verwachten, zoals een bal die onverwacht het publiek in vliegt.

Sportverenigingen en organisatoren van sportevenementen dragen een aanzienlijke verantwoordelijkheid als het gaat om het voorkomen en beperken van letsel bij zowel sporters als toeschouwers. Deze zorgplicht houdt in dat zij maatregelen moeten treffen om potentieel gevaarlijke situaties te voorkomen en, in het geval van een ongeluk, de ernst van het letsel te minimaliseren. De intensiteit van deze zorgplicht is afhankelijk van de aard van de sport en de evenementen.

Wanneer een voetballer in dienst is van een sportvereniging-werkgever en tijdens een wedstrijd letselschade oploopt, is de werkgever mogelijk aansprakelijk. Volgens artikel 7:658 BW heeft de sportvereniging als werkgever een zorgplicht jegens haar werknemers. Deze zorgplicht houdt in dat de werkgever maatregelen moet treffen om letsel te voorkomen en de risico's verbonden aan de sport zo veel mogelijk te beperken. De aansprakelijkheid wordt mede beïnvloed door de regels en het risico van de sport zelf, wat een drempel kan opwerpen voor het verhalen van letselschade.

Niet alle voetballers zijn in loondienst van een sportvereniging, vaak gaat het louter om een hobby en niet om profvoetbal. Deze voetballers zijn dan in dienst bij een andere werkgever. Wanneer een werknemer tijdens het sporten geblesseerd raakt, kan dit ook gevolgen hebben voor deze werkgever die met onder meer een loondoorbetalingsplicht te maken krijgt. Deze schade wil de werkgever mogelijk verhalen op de sportvereniging. Hierbij is veel afhankelijk van de omstandigheden waarin de blessure is opgelopen.

Verzekeringen en aansprakelijkheid

Het afsluiten van een verzekering is voor voetbalclubs van cruciaal belang, dit gezien de risico's die gepaard gaan met het beoefenen van deze contactsport. Voetbal, als een van de meest populaire en fysiek intensieve sporten, brengt diverse risico's met zich mee. Denk maar aan blessures bij spelers en schade aan eigendommen of faciliteiten. Een goede sportverzekering biedt bescherming tegen financiële verliezen die kunnen voortkomen uit dergelijke onvoorziene omstandigheden. Dit kan variëren van letselschade aan spelers tot schade aan het veld of andere clubfaciliteiten. Het afsluiten van een dergelijke verzekering stelt een voetbalclub in staat om effectief en efficiënt te reageren in moeilijke situaties, waarbij de financiële impact van ongevallen of schade wordt geminimaliseerd.

Een sportverzekering dekt niet alleen de directe schade, maar biedt ook ondersteuning in de vorm van een dekking voor de behandeling van blessures en eventuele werkonderbrekingen. Dit is van essentieel belang voor het snel en veilig herstel van spelers. Het is ook aan te raden om aanvullende verzekeringen te overwegen, zoals een aansprakelijkheidsverzekering, die de schade die aan derden wordt toegebracht dekt, en een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering, voor situaties waarin bestuurders persoonlijk aansprakelijk kunnen worden gesteld. De KNVB biedt twee collectieve aanvullende verzekeringen voor haar leden: de collectieve ongevallenverzekering en de aansprakelijkheidsverzekering. Bij ongevallen moet de voetbalvereniging wel altijd eerst de eigen verzekering inschakelen.

Een aansprakelijkheidsverzekering, bijvoorbeeld een AVP-verzekering, is essentieel voor situaties waarin een toeschouwer per ongeluk iemand anders schade berokkent, zoals het veroorzaken van een val. Deze verzekering dekt de schade die de toeschouwer onbedoeld aan een derde toebrengt. Daarnaast is een ongevallenverzekering altijd een verstandige keuze. Deze verzekering biedt dekking voor persoonlijke letsels die de verzekerde kan oplopen, bijvoorbeeld tijdens het bekijken van een wedstrijd.

Vaantjes

Het wereldkampioenschap voetbal is in volle gang. Voordat de wedstrijd begint, wisselen de aanvoerders een vaantje uit. Maar waar gaan de vaantjes heen na de WK-wedstrijd? Een vaantje is een vlaggetje van stof wat op een houten hanger zit. Op een vaantje staat de datum van de wedstrijd, de naam van het toernooi en in welke fase van het toernooi de wedstrijd wordt gespeeld. Het uitwisselen van de stoffen vlaggetjes is eigenlijk een teken van beleefdheid. Het symboliseert dat beide teams een eerlijke wedstrijd willen spelen. De oorsprong van de vaantjes kunnen we al vinden in de middeleeuwen. Aan het einde van de veldslag werd de vlag van de winnaar omhoog gehesen. Later vonden de kleine vlaggetjes hun weg naar de sport. Het begon met schoolteams die onderling de vaantjes aan elkaar gingen uitwisselen. Later namen andere sportteams dit over, waaronder voetbalteams. Nu het Nederlandse voetbalteam zicht opmaakt voor de kwartfinales, heeft de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB) onder meer de vaantjes van de eerdere tegenstanders mogen ontvangen. "Die vaantjes komen allemaal bij ons op de KNVB-campus in Zeist en krijgen daar allemaal een plekje. Ze hangen bijvoorbeeld op het kantoor en in vitrines. Om de zoveel tijd worden ze vervangen door nieuwe vaantjes. Niet alleen de KNVB heeft veel vaantjes verzameld, ook Ajax heeft een hele verzameling bij elkaar gespaard. "De vaantjes worden bij Ajax in de gangen van de Johan Cruijff Arena opgehangen. In het hoofdgebouw staan in bijna alle gangen kasten met daarin vaantjes", vertelt Jack Spijkerman, chef vaantjes bij Ajax. Maar ook in de skyboxen en de box waar het bestuur zit, zijn de vlaggetjes te vinden in glazen kasten. Deze kasten worden elke wedstrijd aangepast op de tegenstander.

Voetbalvandalisme en -geweld

Samen met o.a. politie, KNVB, betaald voetbalorganisaties en bestuur maakt het OM afspraken hoe voetbalvandalisme en -geweld aangepakt moet worden. Voetbalvandalisme en -geweld zijn geen juridisch gedefinieerde begrippen en zijn ook niet als delict in het Wetboek van Strafrecht te vinden. Een eenduidige definiëring is dus van belang. Waar het gaat om de orde en veiligheid rondom voetbalwedstrijden in en rondom het stadion berust die eigen verantwoordelijkheid in eerste instantie bij de organisatoren van de wedstrijden. Op lokaal niveau kunnen hierover in een convenant aanvullende afspraken gemaakt worden. Een instrument dat ten behoeve van de veiligheid door de BVO’s, stadionbeheerders en de KNVB kan worden gebruikt is het opleggen van een civielrechtelijk stadionverbod en/of een civielrechtelijke boete aan de voetbalvandalen. Een belangrijke taak heeft de KNVB ook met betrekking tot het zelf nemen van preventieve maatregelen en tot het stimuleren van de BVO’s om preventieve maatregelen te nemen.

tags: #wat #gebeurt #er #naast #voetbalwedstrijden