Aegir Eindhoven: Een Duik in de Geschiedenis van de Waterpolovereniging

Inleiding

De geschiedenis van Aegir Eindhoven, een vereniging met diepe wortels in de Tilburgse zwem- en waterpolowereld, is rijk en divers. Weinig mensen weten dat oude Tilburgse kranten in de centrale bibliotheek zijn in te zien. Ze zijn op fiche gezet en te lezen met een microfiche-reader. De verhalen over het Baksven, de sport- en poloclub (SPC) TZV en de mensen erachter, zijn fascinerend. Dit artikel neemt je mee op een chronologische reis door de tijd, van de prille beginjaren tot de bloeiperiodes en de uitdagingen die Aegir heeft gekend. De informatie komt uit de Tilburgse Courant, de Nieuwe Tilburgse Courant en het Nieuwsblad van het Zuiden.

Het Prille Begin: Zwemmen in Tilburg rond 1900

Rond 1900 was verkoeling zoeken op warme zomerdagen een riskante onderneming. Niet alleen was de zwemkunst niet wijdverspreid, maar er was ook weinig geschikt zwemwater in de omgeving. Het Galgenven stond bekend om de vele verdrinkingsgevallen, terwijl het Baksven bekend stond als zeer vuil. De kerk ontmoedigde zwemmen sterk, en verbood het zelfs.

In 1899 verdronk een vijftienjarige jongen in het Galgenven. Omdat de plek des onheils niet aan de publieke weg gelegen was, vroeg de pastoor toestemming aan de bisschop voor een kerkelijke begrafenis. Een jongeman uit Berkel-Enschot overkwam hetzelfde. Een invloedrijk persoon uit zijn dorp ging te voet naar Den Bosch om bij de bisschop te pleiten voor een begrafenis in gewijde grond. Dat werd dan wel toegestaan, maar de kist moest tijdens de uitvaartdienst onder de toren blijven staan en mocht de kerk dus niet in.

Later werd onderzocht waarom het Galgenven zoveel slachtoffers eiste. Er zaten putten in de bodem. Het vlak aflopende strandje ging op sommige plekken plotseling over in een relatief steile helling waardoor de argeloze badgast plotsklaps in diep water wegzinkt. Het merendeel van de Tilburgers gaf dan ook de voorkeur aan het Baksven. De naam komt overigens van de vooraanstaande Tilburgse familie Backx uit de zeventiende eeuw.

De Oprichting: Een Tragische Gebeurtenis als Katalysator

In 1908 vond een tragische gebeurtenis plaats die indirect leidde tot de oprichting van de vereniging. Twee jonge mannen, Harrie van den Brekel en A. Jacobs, verdronken in het Galgenven. Beiden waren lid van de gymnastiekvereniging “De Germaan”, en hun verdrinking veroorzaakte veel opschudding in de stad.

Lees ook: Informatie en ontwikkelingen rondom de stichting

Naar aanleiding hiervan werd er actie ondernomen om de zwemveiligheid te verbeteren en de zwemsport te stimuleren.

De Vroege Jaren: Initiatieven en Uitdagingen

Naast de acht initiatiefnemers traden nog vijf andere heren toe tijdens de vergadering. Wie die vijf zijn is niet bekend, maar Jan van der Valk wordt genoemd, evenals bakker Ed. Smulders en Emiel Raaymakers, beiden uit de Nieuwlandstraat.

In 1912 moest de badmeester ook letten op de betalende bezoekers die niet in de inrichting zwommen, maar ter hoogte van wat nu het grote strandje is. De inrichting zelf lag aan de andere zijde. Dat leidde tot grote opschudding in de gemeenteraad toen een van die personen verdronk. Waar was de badmeester? Wel, die was net weg, want e.e.a. gebeurde om 20.15 uur en de badmeester had maar dienst tot acht uur. De raad was weer rustig na deze mededeling.

In 1919 verscheen er een ingezonden stuk in de NTC van de hand van Frits van den Bergh, (BEKA). Hij was dan blijkbaar eigenaar van het Baks en het Galgenven. De mensen mochten van hem in zijn ven zwemmen en ze kregen een pasje om aan te tonen dat de bordjes “verboden toegang” niet op hen van toepassing waren.

In deze tijd speelde ook de vuilwaterkwestie. De vervuilde en stinkende Ley veroorzaakte veel ergernis, met name in Oisterwijk. De gemeente Tilburg wilde dat oplossen door de Ley om te leiden door het Baksven en het Galgenven. Maar Frits wilde dat niet hebben en dan ging het natuurlijk niet door. De abt van de Trappistenabdij trouwens ook niet, hij vreesde voor de kwaliteit van het grondwater dat gebruikt werd voor de bierproductie.

Lees ook: De ontwikkeling van VV Gestel

In 1921 was het Wilhelminakanaal al gevorderd tot Tilburg. Het TZV-bestuur organiseerde een zwem- en polodemonstratie in de zwaaikom, waar een aantal verenigingen uit het westen van het land aan deelnamen.

In 1927 was er weer een waterpolowedstrijd. Van Alphen, Venmans, van der Valk, Knaapen, Verhoeven, van Zantbeek en Smulders wonnen van Oosterhout.

De Oprichting van SPC TZV: Een Nieuwe Impuls

Op 25 juni 1931 werd de sport- en poloclub (SPC) TZV opgericht. Het waren de wedstrijdzwemmers die in georganiseerd verband gingen zwemmen en spelen in de NBZB, de Noord-Brabantse Zwem Bond. Een aparte ondergroep Baksevenners dus. De zonaanbidders waren gewoon lid van het Baksven en niet van de SPC. Laatstgenoemden waren overigens doorgaans familieleden dan wel vrienden of kennissen van de zwemmers die de basis van deze vereniging vormden, zie het maar als een grote familie. Er was regelmatig sprake van onderlinge zwemwedstrijden, waar alle Baksevenners aan mee mochten doen!

De badinrichting was gevestigd aan de rechterzijde van het ven, zeg maar aan de kant van het kleine strandje. Op bepaalde dagen zwommen de dames en op andere mochten de heren te water. In 1932 ontstonden de eerste plannen om de inrichting uit te breiden met een tweede bad, zodat beide seksen gelijktijdig, doch gescheiden, konden zwemmen. Het herenbad kwam aan de linkerzijde. Het gedeelte waar thans het poloveld ligt vormde een bufferzone waar niet gezwommen of geroeid mocht worden. Alleen het voorste gedeelte was bestemd voor de kleine jongetjes, het pierebadje, dat in warme tijden veelal droog stond. Het ven zelf was in elk geval in de jaren na de oorlog beurtelings open voor mannen en vrouwen en dat wisselde om de twee uur.

En in dit jaar zwemt ons lid mej. Riet Smits de Schelde over!

Lees ook: Barcelona tegen PSV: Een terugblik

Het 25-jarig Jubileum: Een Blik op de Elite

1934 was een memorabel jaar, de vereniging bestond 25 jaar en dat werd gevierd. Het gedenkboekje bestaat nog en het bevat veel interessante informatie. Eerst iets over de leden van het erecomité. De burgemeesters van Tilburg en Berkel-Enschot, drie leden der eerste kamer, drie wethouders, twee leden van provinciale staten en nog enkele andere plaatselijke notabelen. Er was een druk bezochte receptie in hotel Suisse en een balavond in de tuin van de Nieuwe Koninklijke Harmonie. Ons oudste lid, mevr. Bep de Leeuw-Lemmens, was erbij.

Regelmatig werd er geklaagd over het ontbreken van een zwemgelegenheid in onze stad, want de afstand tot het Baksven was kennelijk voor menigeen een bezwaar, 45 minuten te voet en een kwartier op de fiets. En dat kan goed de reden zijn dat vier van onze beste spelers naar RES vertrokken en dat verklaart ook hun aanvankelijke succes. Blijkbaar ging die overgang in goede harmonie, de overigen geven echter de voorkeur aan de prachtige omgeving van ons ven. Voorzitter van RES was dan mr. Pius Arts (uitgever van de NTC), die samen met de van den Berghs in het eerste elftal van Willem II had gespeeld en die net als Frits ook voorzitter van die vereniging is geweest. Willem II stond bekend als de club van Arts en van den Bergh. Het zwemmen werd door deze goedgesitueerden blijkbaar flink gestimuleerd. Een andere verklaring is dat Frits en Pius het zwemmen in onze stad wilden stimuleren. Frits zal wel gevraagd hebben aan TZV om te helpen bij de opbouw van RES. Naast het voetbal dus ook het zwemmen.

In deze tijd kon niet iedereen zomaar lid worden van de vereniging. Degene die lid wilde worden, moest worden voorgedragen door drie leden en daarna volgde nog een ballotagecommissie. Leden waren altijd ouder dan 17 jaar, voor die leeftijd was je aspirant-lid. De vereniging was destijds beslist elitair.

Hoogtijdagen en Oorlogsjaren: Sportieve Successen en Doorzettingsvermogen

De laatste jaren voor de oorlog waren hoogtijdagen voor TZV. Dit waren de hoogtijdagen van de gebroeders van der Valk. Edy, Jan en vooral Nol (Arnold) waren nadrukkelijk aanwezig. Het waren de zonen van de bekende Tilburgse architect Jan van der Valk, waarschijnlijk een van de oprichters. Edy was kampioen van Brabant op de 100m vrije slag. Onze dames werden polokampioen in 1937, maar er werden helaas geen namen vermeld. De heren wonnen van Den Bosch in 1939. Polospelers in deze tijd waren onder meer Felix Gimbrere, Fr. van Tulder, Ton van Loon, J. Mandos en Fr. van Vlerken.

In 1940 kwam er een oproep van de KNZB om toch vooral gewoon door te gaan met zwem- en poloactiviteiten. Dat was onder de gegeven omstandigheden het beste, de bevolking had die afleiding hard nodig. En ons bestuur nam dat advies natuurlijk over. Dus gingen we in dat jaar met zijn allen op de fiets naar Den Bosch, waar we dik wonnen. En de dames deden het ook goed, voor de vijfde maal werden ze Brabants kampioen. In September werden de Brabantse kampioenschappen in het Baksven gehouden. Burgemeester van der Mortel was aanwezig en zo ook twee wethouders. Bij de dames deden mee S.v. Loon, G. Hubert en Corry Bots. Laatstgenoemde wint de 150m pers.wisselslag.

De Naoorlogse Jaren: Herstel en Vernieuwing

We namen de draad weer op in 1946, het eerste jaar waarin TRB vermeld word en ook het eerste jaar waarin de naam Struyken valt. Jan zwemt de 100m vrij in 1.14. En hij doet mee aan de 2km van TRB en dat gebeurde altijd in het kanaal. De familie Struyken bleven we overigens tegenkomen tot 1965. Zij kwamen uit de Oisterwijksebaan en ze waren in staat om een familie zevental op te stellen.

Bij de TRB 2 km in het kanaal wint mr. J. van der Valk en bij de dames is dat mevr. mr. J. van der Valk. De lijn van de succesvolle jaren dertig werd weer voortvarend opgepakt, want eind Juli zwemmen we tegen Turnhout, Amsterdam en Weesp. Dames 1 verliest in een vriendschappelijk potje van de veteranen dames, die technisch beter spelen. En we gaan naar Wolverhampton. In het kader van de Engels-Nederlandse sportuitwisseling vertrekken er ruim 120 Tilburgse sporters naar Engeland en daartoe behoort ook een poloteam van TZV. In elk geval waren Jan van der Valk en Ton van Loon erbij. Henk van Dullemen wint de 2km van Oosterhout.

In 1947 boekte hij hele mooie resultaten. Henk wordt kampioen van Brabant op de 50m schoolslag en bovendien wordt hij uitgenodigd voor een internationale wedstrijd tussen Egypte en Zuid-Nederland. En natuurlijk wint hij de 2km van TRB. Maar er is meer aan de hand in dat jaar. De zweminrichting wordt ingrijpend verbouwd en dat leidt ruwweg tot de vorm zoals wij die nu kennen. Alleen waren de strandjes nog aanzienlijk kleiner, het grote strandje liep maar tot op minder dan de helft van de huidige lengte. De houten pieren worden van beton en enkele meters langer. Het is allemaal klaar in Augustus en dat wordt gevierd met een feestavond en natuurlijk met zwem- en polowedstrijden. Die gaan tegen tegenstanders uit Antwerpen, Haarlem en Hillegersberg. De tribunes zitten stampvol en er zijn weer twee burgemeesters en de nodige wethouders aanwezig.

1948 begint met een mededeling aan de dames. Het is verboden om twee-delige badkleding te dragen, overtreders zullen onherroepelijk worden verwijderd. Henk van Dullemen wint de 2km schoolslag in Vught en hij wordt ook weer eens kampioen van Brabant. De 2km van TRB levert een derde plaats op voor Berry van Eyk, weer een goede schoolslagzwemmer.

Belangrijk nieuws in 1949. Er komt een pompinstallatie. Het waterpeil in het ven is langzamerhand zo laag geworden dat nauwelijks nog van een badinrichting gesproken kon worden. Het kikkerbadje stond volledig droog en een uit de kluiten gewassen volwassene kon door het water lopen van het kleine strandje naar de trap op de damespier. En we organiseren een veteranen waterpolotoernooi met deelnemers uit heel Brabant. Na afloop een reünie in de Harmonie alwaar over en weer hartelijke woorden worden gesproken en de koffietafel wordt verorberd. En de volgende goede schoolslagzwemmer dient zich aan. Het is Jan van de Langerijt en hij wordt derde op de 2km.

De Bloeiperiode: Nationale Kampioenschappen en Internationale Deelname

In de jaren 60 en 70 beleefde Aegir een bloeiperiode, waarin zowel het zwemmen als het waterpolo op hoog niveau werden beoefend. In deze periode werden er meerdere nationale kampioenschappen gewonnen en namen Aegir-leden deel aan grote internationale toernooien.

Aegir Vandaag: Een Vereniging met een Sterke Identiteit

Naast de sportieve successen heeft Aegir ook een sterke sociale en gezellige reputatie opgebouwd. Aegir is een naam uit de Noordse mythologie die afkomstig is van de god van de zee en de oceaan. In de oude Noorse taal betekent “Aegir” letterlijk “zee” of “oceaan”. De huidige leden selecteren zichzelf. Je houdt van het Baksven alsmede van onze eigen daar geldende regels, of niet. In het laatste geval blijf je zelf wel weg.

tags: #Aegir #Eindhoven #waterpolo #geschiedenis