Waterpolo is een dynamische en veeleisende sport die zwemmen, balvaardigheid en tactisch inzicht combineert. Twee teams strijden in een zwembad om meer doelpunten te scoren dan de tegenstander. Om een eerlijk en veilig spel te waarborgen, zijn er specifieke regels van kracht, waaronder de belangrijke 30-secondenregel, ook wel bekend als de schotklok. Dit artikel geeft een gedetailleerd overzicht van deze regel en andere relevante aspecten van het waterpolospel.
Wat is Waterpolo?
Waterpolo is een sport die in het midden van de 19e eeuw is ontstaan en wordt gespeeld in een zwembad. Hoewel het in het water plaatsvindt, heeft het overeenkomsten met handbal. Het is vooral populair in Oost- en Zuid-Europa.
De Basis van het Spel
Een waterpoloteam bestaat uit zeven spelers, waarvan zes veldspelers en een doelman. Het doel van het spel is om meer doelpunten te scoren dan de tegenstander door de bal in het doel te werpen. Elke geslaagde poging levert één doelpunt op.
Speelveld en Materiaal
Het speelveld voor heren is 20 meter breed en maximaal 30 meter lang. Voor dames is de maximale lengte 25 meter. De minimale diepte van het zwembad moet 1,80 meter zijn. Als de diepte dit toelaat en spelers op de bodem kunnen staan, mag dit alleen als ze de bal niet in hun bezit hebben. Zodra een speler de bal ontvangt, moet hij zwemmen; stilstaan of afzetten van de bodem resulteert in een vrije worp voor de tegenpartij.
De bal die gebruikt wordt bij waterpolo voor heren is ongeveer even groot als een voetbal en weegt tussen de 400 en 450 gram. Dames- en jeugdteams gebruiken een kleinere en lichtere bal. Een belangrijk kenmerk van de bal is de grip, waardoor hij gemakkelijk met één hand vast te houden is. Veldspelers mogen de bal slechts met één hand tegelijk aanraken, terwijl keepers de bal met twee handen mogen aanraken binnen de 5-meterzone. Spelers mogen onder water worden geduwd terwijl ze de bal vasthouden, maar de bal zelf mag niet onder water komen.
Lees ook: Zes seconden regel voor keepers afgeschaft
Duur van een Waterpolowedstrijd
Een waterpolowedstrijd is verdeeld in vier periodes, ook wel partjes genoemd. De duur van deze periodes varieert afhankelijk van de leeftijd van de spelers, het competitieniveau en het land waarin gespeeld wordt. De periodes duren tussen de 4 en 8 minuten zuivere speeltijd. Zuivere speeltijd betekent dat de tijd wordt stilgelegd bij overtredingen, doelpunten en andere spelonderbrekingen. Hierdoor kan een kwart van 8 minuten in werkelijkheid tussen de 12 en 15 minuten duren.
- Internationaal niveau: Op internationale toernooien, zoals de Olympische Spelen, duren de periodes 6 minuten, wat resulteert in een totale speeltijd van 24 minuten.
- Competitie en leeftijd: De speeltijd kan variëren afhankelijk van de competitie en de leeftijdscategorie. Over het algemeen geldt dat jongere spelers kortere periodes spelen. Bij Waterpolo Residentie spelen alle teams 4x 5 minuten.
Na twee periodes wisselen de teams van speelhelft. Tussen het 2e en 3e part zal de rusttijd 3 minuten zijn i.p.v. de huidige 5 minuten.
Verlenging
In wedstrijden waar een winnaar vereist is, zoals bekerwedstrijden, kan een verlenging plaatsvinden. Een verlenging bestaat uit twee periodes van elk 3 minuten zuivere speeltijd. Als er na de verlenging nog steeds geen winnaar is, worden er strafworpen genomen.
De 30-Secondenregel (Schotklok)
Vanaf de C-jeugd wordt de 30-secondenregel toegepast. Dit houdt in dat de aanvallende ploeg 30 seconden de tijd heeft om een schot op het doel te lossen. Als er binnen deze tijd geen schot op het doel is, gaat het balbezit naar de tegenpartij. Deze regel is ingevoerd om het spel aantrekkelijker te maken en te voorkomen dat teams te lang de bal vasthouden zonder aan te vallen. De tijd wordt bijgehouden aan de jurytafel. Meestal hangt de klok aan beide zijden van het bad.
Wanneer Reset de Schotklok?
De 30-seconden klok wordt opnieuw ingesteld in de volgende situaties:
Lees ook: Opmerkelijke gebeurtenissen in de vechtsportwereld
- Wanneer de bal in het spel wordt gebracht door middel van een corner.
- Als er sprake is van balbezit door hetzelfde team dat geschoten heeft.
- Na een uitsluiting.
- Wanneer een scheidsrechter een overtreding ziet maar niet goed weet wie de overtreding begaat of wanneer twee spelers tegelijkertijd een overtreding begaan, zal de scheidsrechter een neutrale inworp gegeven.
Als na een schot op het doel de bal weer in het bezit komt van dezelfde (aanvallende) partij, wordt de klok op 20 seconden gezet.
Nieuwe spelregels
Komend seizoen gaat er gespeeld worden met nieuwe spelregels. Een van de grootste veranderingen is dat de schotklok niet alleen teruggezet kan worden naar 30 seconden, maar afhankelijk van de situatie ook naar 20 seconden.
Belangrijke Regels en Overtredingen
Waterpolo kent diverse regels en overtredingen die van invloed zijn op het spelverloop. Enkele belangrijke regels zijn:
- Balbezit: De aanvallende ploeg heeft 30 seconden om een schot op het doel te lossen.
- Vrije worp: Een vrije worp wordt toegekend bij verschillende overtredingen, zoals het vasthouden van een tegenstander of het met twee handen aanraken van de bal. Buiten de 6-meterlijn mag een vrije worp direct op het doel worden geschoten, mits de spelers in één keer schiet en niet eerst gaat dreigen met de bal. Een vrije bal die binnen de 6 meter wordt gegeven mag je niet in één keer op doel schieten. De bal moet dan eerst via een medespeler.
- 5-meter bal: Een 5-meter bal (strafworp) wordt toegekend als een grove overtreding binnen de 5-meterzone wordt begaan met een kans om te scoren. De speler mag dan alleen op de keeper schieten vanaf de 5-meterlijn. Wanneer een speler met de bal binnen het 6 meter gebied zwemt of de bal vasthoudt en hij/zij van achter aangevallen wordt tijdens een schot op doel zal er een strafworp toegekend worden.
- Uitsluiting: Bij zwaardere overtredingen kan een speler voor 20 seconden of langer worden uitgesloten. Na drie persoonlijke fouten krijgt een speler de rode vlag en wordt hij uitgesloten van het spel. Bij een U20 moet de bestrafte speler naar het terugkomvak. Het terugkomvak bevindt zich altijd bij de eigen doellijn tegenover de jurytafel (waar de score en tijd worden bijgehouden). Wanneer de eigen partij de bal herovert mag de bestrafte speler weer de hoek verlaten op teken van de scheidsrechter. Wanneer hij nog niet in de hoek ligt als de 20 seconden voorbij is, moet hij alsnog eerst naar de hoek zwemmen.
- Uitsluiting met vervanging (UMV): Een UMV wordt gegeven bij zeer zware overtredingen of het beledigen van de scheidsrechter. Bij een UMV is de duur van de uitsluiting 20 seconden netto speeltijd, waarna een ploeggenoot de speler mag vervangen. De toevoeging 4 staat voor 4 minuten waarna een medespeler de plaats mag innemen van de bestrafte speler. De bestrafte speler zelf mag niet meer deelnemen aan het spel en moet de zwemhal of het zwemterrein verlaten. Ook plaatsnemen in het publiek is voor de uitgesloten speler niet toegestaan.
- Neutrale inworp: Wanneer de keeper de bal als laatste raakt voordat de bal over de achterlijn gaat, wordt er een hoekworp gegeven. Dit geld niet wanneer een verdediger de bal als laatste raakt, tenzij hij of zij met opzet de bal tegen de achterkant of over de achterlijn duwt of gooit. In het laatste geval wordt er ook een hoekworp gegeven.
Uitrusting van de Spelers
De spelers dragen een cap om hun hoofd te beschermen en om ze herkenbaar te maken. Het thuisspelende team draagt witte caps, terwijl het uitspelende team blauwe caps draagt. De keeper draagt een rode cap. Alle spelers hebben oorbeschermers aan hun cap om hun oren te beschermen tegen de impact van de bal. Tegenwoordig dragen spelers ook vaak een gebitsbeschermer, een toque en een tweede zwembroek of badpak.
Scheidsrechters
De scheidsrechters zwemmen niet mee, maar staan aan de lange zijde van het speelveld, buiten het water. Ze houden toezicht op het spel en zorgen ervoor dat de regels worden nageleefd. Soms zien we het nu al, maar de scheidsrechter mag audio ondersteuning gebruiken. En jawel ook bij waterpolo kan er gebruikt worden gemaakt van een soort VAR zgn. video monitoring systeem.
Lees ook: Alles over de 4 seconden regel in zaalvoetbal
Jeugdwaterpolo
Bij jeugdwaterpolo, met name minipolo, zijn er aangepaste regels en afmetingen van het speelveld. Minipolo teams bestaan uit vijf spelers (vier veldspelers en een keeper). Zo spelen de pupillen op een klein veld van 15 meter met kleine goals. De jongste jeugd tot 11 jaar speelt met een kleine mini-polo bal.
Het Nederlandse Waterpolo
Nederland heeft een sterke traditie in het waterpolo, met name bij de dames. Het nationale dames waterpoloteam heeft meermaals deelgenomen aan de Olympische Spelen en behaalde in 2008 zelfs de gouden medaille. Daarnaast zijn ze tweemaal wereldkampioen geworden (1991 en 2023) en zes keer Europees kampioen (1985, 1987, 1989, 1993, 2018 en 2024). Vanuit de FINA worden periodiek voorstellen en nieuwe interpretaties over de geldende regels gestuurd. De SC beziet hoe we de internationale regels en richtlijnen in Nederland kunnen toepassen. Ook communiceert de SC dit richting alle officials in Nederland. De SC is dan ook de enige instantie in Nederland die uitsluitsel kan geven over de juiste regels en hoe deze worden toegepast. Hiertoe wil zij ook als de enige vraagbaak fungeren.
Speelveld Markeringen
De beide doelen bevinden zich midden op de achterlijnen van het veld. De lijnen worden aangegeven met pionnen op de kant.
- De doellijn bevindt zich aan de voorkant van het doel, ter hoogte van de doelpalen. Als de bal deze lijn volledig heeft gepasseerd, tussen de doelpalen in, is het een doelpunt.
- De 2-meterlijn bevindt zich precies 2 meter voor de doellijn en wordt aangegeven met rode pionnen. Tijdens een aanval mag een aanvallende speler dus niet voorbij de 2-meterlijn. De aanvallende speler mag alleen binnen de 2 meter komen, als hij de bal al in zijn bezit heeft en wil gaan scoren.
- De 6-meterlijn bevindt zich precies 6 meter voor de doellijn en wordt aangegeven met gele pionnen. Een vrije bal die binnen de 6 meter wordt gegeven mag je niet in één keer op doel schieten. De bal moet dan eerst via een medespeler. Een vrije bal die buiten de 6 meter wordt gegeven, mag direct op doel worden geschoten, mits de spelers in één keer schiet en niet eerst gaat dreigen met de bal.
- De middellijn bevindt zich precies in het midden van het speelveld en wordt aangegeven met de witte pionnen.