Volleybal: De Rol van de Tweede Bal en Meer

Volleybal is een dynamische teamsport die draait om strategie, techniek en teamwork. Twee teams staan tegenover elkaar, gescheiden door een net, met als doel de bal op de speelhelft van de tegenstander te krijgen. Dit artikel duikt in de complexiteit van het spel, met een focus op de cruciale rol van de tweede bal en de verschillende posities binnen een team.

Wat is Volleybal?

Volleybal is een sport waarbij twee teams, bestaande uit zes spelers in de zaalvariant, tegenover elkaar staan, gescheiden door een net. Het doel is om de bal over het net te spelen en deze op de grond te laten landen binnen de lijnen van het speelveld van de tegenstander. Een succesvolle poging, of een fout van de tegenstander, levert een punt op. De sport vereist niet veel spullen, een volleybal en een net zijn voldoende. Voor officiële wedstrijden is een speelveld met lijnen echter wel noodzakelijk.

Verschillende Vormen van Volleybal

Volleybal kent verschillende varianten, waarvan zaalvolleybal en beachvolleybal de meest bekende zijn.

  • Zaalvolleybal: De officiële vorm van volleybal, gespeeld op een veld van 9 bij 18 meter.
  • Beachvolleybal: Een populaire variant, gespeeld op het strand met teams van twee spelers. Beachvolleybal kent enkele belangrijke verschillen met zaalvolleybal, zoals een zwaardere bal, kleinere veldafmetingen en het ontbreken van lijnen in het veld. Ook zijn er geen vaste posities. De elementen van de natuur, zoals zon en wind, spelen hierbij een rol.

De Spelregels in een Notendop

Het spel begint met een service, waarbij de bal over het net in het speelveld van de tegenstander moet belanden. De tegenstander probeert de bal op te vangen en speelt deze door, idealiter naar de spelverdeler. De spelverdeler geeft vervolgens een set-up naar een aanvaller, die de bal over het net slaat of tikt. De verdedigende partij probeert de bal van de grond te houden, vaak door middel van een blok.

Punten worden gescoord wanneer de bal de grond raakt in het speelveld van de tegenstander, wanneer de tegenstander de bal uitslaat, of wanneer de tegenstander een fout maakt. Fouten kunnen bestaan uit het twee keer achter elkaar raken van de bal (behalve na een blok), het meer dan drie keer aanraken van de bal door een team, een netfout, lang balcontact (dragen, liften of tillen van de bal), of een voetfout.

Lees ook: Jouw gids voor het PSV seizoen

Een set wordt gewonnen door het team dat als eerste 25 punten scoort, met een verschil van minimaal twee punten. Een wedstrijd wordt gewonnen door het team dat als eerste 3 sets wint. Bij een gelijke stand van 2-2 in sets wordt een beslissende set tot 15 punten gespeeld.

Het Speelveld en de Posities

Het volleybalveld is opgedeeld in twee helften, gescheiden door een net. De hoogte van het net is afhankelijk van het geslacht en het niveau van de spelers. Het doel is om een punt te scoren door de bal op de grond te krijgen bij de tegenstander. Het speelveld is 9 bij 9 meter, met een totale afmeting van 9 bij 18 meter.

Binnen het veld zijn er verschillende posities, die elk hun eigen taken en verantwoordelijkheden hebben. Het volleybalveld is op te delen in 6 vakken, genummerd van 1 t/m 6. De posities 1, 5 en 6 bevinden zich in het achterveld.

De Cruciale Rol van de Tweede Bal: De Spelverdeler

De spelverdeler speelt een sleutelrol in het succes van een volleybalteam. Deze speler is verantwoordelijk voor het verdelen van het spel en speelt (vrijwel altijd) de tweede bal in een aanvalsopzet. Dit gebeurt meestal door middel van een set-up, waarbij de bal op een ideale hoogte en positie wordt gebracht voor de aanvaller. De spelverdeler staat in de rally meestal iets rechts van het midden voor het net, of zorgt dat hij of zij daar komt te staan wanneer de bal van de tegenstander ontvangen is. De spelverdeler kan de set-up geven aan de buitenaanvaller (links aan het net), de middenaanvaller (midden aan het net), of aan de speler rechts aan het net (vaak een achterwaartse set-up). Ook kan de spelverdeler de set-up geven aan een van de achterspelers voor een driemeteraanval.

Andere Belangrijke Posities

Naast de spelverdeler zijn er nog andere belangrijke posities in een volleybalteam:

Lees ook: Waarom PSV met rouwbanden speelde.

  • Passer/Loper (Buitenaanvaller/Hoekspeler): Deze speler heeft als voornaamste taak om te passen en aan te vallen. Veelal speelt deze speler de eerste en/of de derde bal in een aanvalsopzet.
  • Middenaanvaller (Midblokkeerder/Hoofdblokkeerder): Deze speler valt altijd in het midden van het net aan en krijgt vaak de derde bal aangespeeld. Een andere belangrijke taak is de blokkering.
  • Libero: Deze speler draagt een ander shirtje en mag alleen in de achterste drie posities van het veld komen. De voornaamste taak van de libero is de passing en de verdediging. Libero’s zijn vaak de beste passende en verdedigende spelers van een team.
  • Diagonaalspeler: Deze speler is over het algemeen de “puinruimer” en puntenmachine van een ploeg. Veel aanvallen worden over deze speler uitgespeeld. Vaak is dit de sterke aanvaller van het team, die minder goed kan passen en verdedigen. De diagonaalspeler staat altijd in de diagonaal t.o.v. van de spelverdeler.

Tactiek en Spelverloop

Het spel begint met de service, waarbij de bal over het net in het veld van de tegenstander moet belanden. Een van de veldspelers van de ontvangende partij vangt de geserveerde bal op, meestal met naast elkaar gestrekte onderarmen, maar soms ook 'bovenhands'. De bal wordt vervolgens doorgespeeld naar de spelverdeler, die de bal doorspeelt naar een van de aanvallers. De aanvaller slaat of tikt de bal over het net naar de grond. De verdediging probeert de bal van de grond te houden en doet dat gewoonlijk door een blok te vormen. Als een bal het blok passeert, wordt deze door de verdedigers in het achterveld verdedigd.

Punten Scoren en Wissels

In volleybal kan op vele manieren punten worden gescoord. Naast de voor de hand liggende wijze van de bal in of uit slaan, moet ook de techniek van de spelers en de tactiek van de aanval volgens de regels gaan. Opvallend is dat je formeel als team geen punten kan maken, maar alleen dankzij een "fout" van de tegenstander. Voorbeelden van fouten zijn voetfouten (met een voet over de middellijn staan) en dubbels (de speler mag de bal niet twee keer achter elkaar aanraken).

Voor het begin van een nieuw punt mag een speler worden gewisseld. Een speler die is uitgewisseld mag uitsluitend voor dezelfde wisselspeler weer worden ingewisseld. In totaal zijn dit dus twee wissels van de maximaal toegestane zes.

Het Rally Point Systeem

Binnen de Nederlandse competitie wordt het Rally Point Systeem toegepast. Dit betekent dat iedere rally resulteert in een punt voor een van beide teams. De set eindigt als een team 25 punten heeft behaald en minstens twee punten meer heeft dan de tegenstander. Als de stand 25-24 is, wordt er tot 2 punten verschil doorgespeeld.

Time-outs en Coaching

Tijdens de wedstrijd mag de trainer/coach tussen twee rally's een time-out aanvragen. De trainer maakt met zijn handen een T-teken, de scheidsrechter blaast af en er kan met de spelers worden overlegd. Een time-out kan simpelweg een tactische manoeuvre zijn om de vaart uit het spel van de tegenstander te halen, en/of nodig zijn om aanwijzingen aan de eigen spelers te geven.

Lees ook: De betekenis achter de rouwbanden van PSV uitgelegd

tags: #wie #speelt #bij #volleybal #de #tweede