Rugby, een van de bekendste veldsporten ter wereld, lijkt op het eerste gezicht een eenvoudig spel. Het doel is simpel: de ovale bal achter de tryline van de tegenstander tegen de grond drukken. Spelers mogen rennen met de bal in de handen, en de bal mag worden geschopt. De bal mag alleen naar achteren worden gegooid. Echter, achter deze ogenschijnlijke eenvoud schuilt een complexiteit van regels en tactieken die een goede samenwerking en sterke discipline vereisen. Dit artikel werpt een blik op de rol van de scheidsrechter en een specifiek spelsituatie, de scrum, binnen de context van rugby.
Rugby: Meer dan alleen rennen en tackelen
Een wedstrijd wordt gespeeld door twee teams van 15 personen en duurt 2 maal 40 minuten. Tijdens de wedstrijd proberen de spelers een ovale bal over de zogenaamde tryline van de tegenstander te drukken of tussen de palen te schoppen om zo punten te scoren. De palen staan op de doellijn, met de achterlijn daarachter. Het gebied tussen deze twee lijnen is het doelgebied, waar een try kan worden gedrukt. Voor de doellijn ligt het verdedigingsvak tot aan de 22-meterlijn. In dat verdedigingsvak staat op 5 meter van de achterlijn een onderbroken lijn. Spelhervattingen mogen niet tussen deze lijn en de doellijn plaatsvinden, maar worden naar de 5-meterlijn teruggeplaatst. Tussen de 22-meterlijn en de middellijn ligt de onderbroken 10-meterlijn, die moet worden gepasseerd bij de aftrap. Verder zijn er de zijlijnen, met onderbroken lijnen op 5 en 15 meter daarvan.
De essentie van rugby ligt in de combinatie van fysieke kracht, strategisch inzicht en respect voor de regels en de tegenstander. Een speler in bezit van de bal (de baldrager) mag worden getackeld door een tegenstander. Andere spelers dan de baldrager mogen niet worden gehinderd (obstruction). Een tackel bestaat uit het naar de grond brengen van de tegenstander gebruikmakend van armen (en handen). Daarbij mogen hoofd of nek niet worden geraakt (high tackle). Een speler geldt als getackeld als een knie of hoger lichaamsdeel de grond raakt. De baldrager moet dan onmiddellijk aanstalten maken om de bal af te geven (holding the ball). De tackelaar moet onmiddellijk aanstalten maken de getackelde speler de ruimte te geven de bal af te staan. Na een tackel ontstaan er 2 buitenspellijnen, aan de uiterste lichaamsgrens aan de zijde van de tegenstander en aan de uiterste lichaamsgrens aan de eigen zijde. De spelers moeten zich gaan opstellen aan hun eigen zijde aan weerszijde van deze lijnen. De enige weg die open staat naar de zijde van de tegenstander is over de getackelde speler heen vanaf de eigen zijde. De begrenzing van deze doorgang wordt gevormd door de lichaamsgrenzen van de spelers betrokken bij de tackel. Een baldrager heeft het recht na een tackel nog één beweging te maken alvorens de bal af te geven. Na de tackel gaat de strijd om de bal gewoon verder.
Na een tackel ontstaat vaak een ruck, een "meute" van staande spelers die elkaar de ruimte betwisten. Het is niet de bedoeling om op de getackelde spelers te duiken. Het wordt ook wel eens een loose scrum genoemd. Spelers betwisten elkaar de positie boven de bal door tegen elkaar aan te duwen. Doordat de getackelde speler nog één beweging heeft, brengt deze de bal gewoonlijk naar zijn eigen zijde. Daardoor is het meestal makkelijker voor zijn medestanders om de bal te beschermen. In de meeste gevallen komt de bal aan de zijde van de baldrager uit de ruck. Alle spelers die bij een ruck zijn betrokken, moeten zich binden aan de ruck, door fysiek contact te maken. De buitenspellijnen van de tackel worden door de ruck nog verder uitgebreid. Ook hier geldt: de fysieke grenzen van eenieder die betrokken is bij de ruck bepalen de lijnen, voor en achter, links en rechts. Iedereen die niet gebonden is aan de ruck, moet zich dus achter de laatste voet van zijn medespeler in de ruck opstellen. Niet gebonden spelers moeten de buitenspellijn in acht nemen. In een ruck mag geen van de spelers in de ruck de bal met de hand aanraken (hands in ruck). Men mag wel de bal met de voeten terugbrengen, zodat de tegenpartij er niet meer bij kan (rucking the ball). De bal wordt zo naar de achterkant van de ruck gebracht, waar hij kan worden opgeraapt door een vrije speler, meestal de scrum half.
Als een baldrager wordt aangevallen, maar alle medestanders die fysiek contact maken met de baldrager worden niet naar de grond gebracht, dan ontstaat een maul. Net als bij een tackel ontstaan er buitenspellijnen vóór en achter en links en rechts van de maul. Medestanders moeten met elkaar gebonden blijven om bij de maul te horen. Spelers mogen alleen vanaf hun eigen zijde duwen. Het team in balbezit probeert de bal gewoonlijk naar de achterste teamgenoot in de maul te brengen. Als een maul tot stilstand komt en de bal er niet snel genoeg uitkomt, wordt het spel hervat met een scrum.
Lees ook: Code Scheidsrechter Volleybal
De Scheidsrechter: Bewaker van Veiligheid en Spelregels
De scheidsrechter speelt een cruciale rol in het handhaven van de veiligheid en het eerlijke verloop van het spel. In principe is rugby geen gevaarlijke sport, maar een ref is wel hard nodig om de verschillende fases veilig en leuk te houden. Veiligheid binnen de rugby is gegarandeerd doordat er bepaalde regels zijn waar je je aan moet houden. Zo mag je iemand nooit boven de schouders tackelen en moet je tijdens rucks de controle houden door op je voeten te blijven staan. Dit klinkt simpel, maar spelers kunnen tijdens wedstrijden zodanig opgaan in het moment, dat er toch overtredingen plaatsvinden.
De scheidsrechter ziet toe op de naleving van de regels en bestraft overtredingen. Lichte overtredingen, zoals het laten vallen van de bal of een pass naar voren, worden bestraft met een scrum. Zware overtredingen, zoals het praten tegen de scheidsrechter of buitenspel, worden bestraft met een penalty (strafschop). Bij een penalty moet de tegenstander 10 meter achteruit. Maar als je in de buurt van de palen bent, mag je ook op de palen schieten.
Respect voor de Scheidsrechter
Het respect voor de scheidsrechter is erg diep gegrond in de rugby cultuur. Zo zijn het alleen de team- en scrum captains die met de ref mogen praten. Zij zullen dit ook alleen maar doen op rustige momenten tijdens de wedstrijden, en niet in het heetst van de strijd. Maar ook captains zijn mensen, en soms verliezen zij hun beheersing ook weleens. Dan zijn er vaak andere spelers, de coach of zelfs de tegenstander die captains aan “respect voor de ref” mogen herinneren.
Tijdens een wedstrijd wordt het als onwenselijk gezien dat de beslissingen van de scheidsrechter worden bekritiseerd door spelers. De enige van wie het wordt gedoogd is de teamcaptain. Bij rugby mogen de scheidsrechters bij openlijke kritiek een penalty geven door de overtredende partij de bal te ontnemen en tien meter terug te laten gaan op het eigen terrein.
De scheidsrechter heeft de autoriteit om beslissingen te nemen en overtredingen te bestraffen, en zijn oordeel is bindend. Dit respect is essentieel voor het behoud van de sportiviteit en veiligheid binnen het rugby.
Lees ook: Wanneer pakt Feyenoord de titel?
De 'Derde Helft' en Erecodes
Hoewel het er op het veld soms hard aan toegaat, hebben rugbyers een onderlinge erecode die is gebaseerd op respect. Na een wedstrijd bedanken de teams elkaar door voor de tegenstander een erepoortje te vormen. Aan het einde van de wedstrijd wordt er vaak op het veld een zogenaamd poortje gemaakt. Spelers van het ene team gaan tegenover elkaar staan zodat er een erehaag gevormd wordt voor de tegenstander. Als alle spelers door de erehaag zijn gegaan, sluiten ze aan en staat er een poortje van twee teams. “Drie hoeraatjes voor de ref!” wordt er geroepen en iedereen antwoord met “hiep hoi, hiep hoi, hiep hoi”. Daarna volgt altijd de ‘derde helft’, waarin de sfeer kameraadschappelijk te noemen is.
De Scrum: Een Krachtmeting met Regels
Een scrum (kort voor scrummage) is een spelhervatting die vaak voorkomt tijdens een wedstrijd. De scrum mag worden gezien als een geordende ruck. In een scrum stellen acht spelers van ieder team zich in een vaste formatie tegenover elkaar op en proberen door duwen in balbezit te komen. De bal wordt in de scrum gebracht door de scrum half. De spelers mogen slechts duwen met de schouders boven de heupen. Het is niet toegestaan een scrum naar de grond te drukken (collapsing the scrum). Nadat de bal in de scrum is ingebracht zal de hooker proberen de bal met de hak van zijn schoen naar achteren te werken. De inworp moet loodrecht op de scrum worden uitgevoerd. Het is niet toegestaan de bal schuin de scrum in te gooien naar de eigen partij (feeding).
De scrum is een complex en technisch onderdeel van rugby, waarbij kracht, techniek en teamwork samenkomen.
Scrumposities en Hun Functies
Een belangrijk onderdeel van een scrum bij rugby is de positie die spelers aannemen. Er geldt namelijk een vaste opstelling voor een scrum. Een team heeft doorgaans vijftien spelers. In een scrum worden acht van deze spelers gebruikt. Zij stellen zich op in drie rijen. Alle spelers hebben hun eigen functie, gebaseerd op hun positie.
Eerste Rij: De eerste rij is de belangrijkste. Deze rij moet de eerste klappen opvangen, maar ook aanstalten maken om de bal aan de eigen kant te krijgen. De spelers op de eerste rij zijn over het algemeen kort en breed. Hier staan drie spelers opgesteld die allemaal hun eigen positie en functie hebben.
Lees ook: Complete gids voor Duits voetbal kijken
- Tighthead Prop: Deze speler heeft zijn hoofd tegen twee tegenspelers in. Zijn functie is om de hooker te ondersteunen en om de eerste klappen van een scrum op te vangen.
- Hooker: De hooker staat in het midden en wordt ondersteund door beide props, waardoor hij zijn voeten vrijuit kan gebruiken. Zijn doel is om de bal op te vangen en naar achteren te werken met zijn benen.
- Loosehead Prop: Deze speler staat aan de andere zijde van de hooker, waar hij maar één tegenstander tegen zich heeft. Hij ondersteunt de hooker en komt makkelijk vrij uit een scrum.
Tweede Rij: De tweede rij is de kleinste bij een scrum. De belangrijkste taak voor deze spelers is kracht uitoefenen. Ze moeten de rest van het team vooruit drijven met hun bewegingen. Tegelijkertijd moeten ze in staat zijn een aanval van de tegenstander tegen te houden. Dat doen ze door de kracht in hun benen te gebruiken om de scrum vast te zetten. Het zijn lange, sterke spelers. Deze hebben geen individuele taken of functies in de rij en worden daarom gewoon tweederijers genoemd.
Derde Rij: De derde rij bestaat opnieuw uit drie spelers. Zij hebben een stabiliserende functie, maar zijn ook de spelers die als eerste losbreken uit een scrum. Hierdoor kunnen ze direct achter de bal aan zodra deze weer in het spel is. De spelers hebben ook allemaal een eigen naam en functie:
- Blindside Flanker: Deze speler staat aan de buitenkant die het dichtste bij de zijlijn is. De speler heeft ook een stabiliserende functie, voornamelijk voor de props in de voorste rij.
- Openside Flanker: Deze speler staat aan het andere uiteinde en heeft ook een stabiliserende en verdedigende functie.
- Nummer 8: De nummer 8 staat in het midden van de derde rij en zorgt voor extra kracht. Hij ondersteunt de spelers op de tweede rij in het aanduwen van de scrum.
Het Verloop van een Scrum
Alle spelers hebben een vaste positie bij een scrum. Zij nemen deze positie aan voordat de scrum begint. Wanneer ze in positie staan, ontstaat er een soort tunnel tussen de voorste rijen van beide teams. Deze tunnel wordt gebruikt om de bal in het spel te werpen. Het werpen van deze bal wordt gedaan door het team dat geen overtreding is begaan. Is de scrum dus een consequentie van een technische overtreding van team A? Dan mag team B de bal ingooien.
Het ingooien wordt altijd gedaan door een vaste speler van het eigen team: de scrumhalf. Dit zijn over het algemeen wat kleinere en atletischere spelers. Zij gooien de bal in vanaf de linkerkant van hun eigen team. Dat doen ze, omdat ze zo de bal het dichtste bij het goede been van de hooker van hun eigen team kunnen krijgen.
Het uiteindelijke doel is om de bal in het bezit van het eigen team te krijgen. Spelers doen dit in eerste instantie door het andere team naar achteren te duwen. Zo blijft de bal tussen de eigen spelers liggen. Tegelijkertijd vechten ze om het balbezit door hun voeten te gebruiken, meestal door de bal naar achteren te schoppen. Hun handen zitten namelijk vast door de gehaakte positie die de spelers innemen tijdens een scrum. Ze blijven in deze positie tot de bal uit de scrum is geschopt. Het is vaak de scrumhalf of de nummer 8 die uiteindelijk de bal uit de scrum krijgt en deze overneemt. Vanaf dat moment staat het de spelers vrij de scrum te verlaten.
Commando's Tijdens een Scrum
Rugby is een sport met ontzettend veel fysiek contact. Daarom is er veel aandacht voor de veiligheid van het spel. Een van de manieren om die veiligheid te garanderen, is door commando's te gebruiken. Dit worden ook wel calls genoemd. Deze commando's moeten spelers volgen om de juiste positie in te nemen en op het juiste moment te starten en stoppen met de scrum. Dit was niet altijd de norm, maar is geïntroduceerd om de kans op blessures aanzienlijk te verkleinen. De volgende commando's zijn geldig:
- Crouch: Spelers moeten bukken en hun positie aannemen voor de scrum.
- Bind: De props raken elkaars buitenste schouders aan om aan te voelen of ze in de juiste positie staan.
- Set: De scrum gaat van start en alle spelers mogen op elkaar inkomen.
Daarnaast gelden er duidelijke richtlijnen voor scheidsrechters. Zij moeten er niet alleen op toezien dat iedereen die meedoet aan een scrum fysiek in staat is om de druk aan te kunnen. Ze hebben ook de verantwoordelijkheid om de posities van de spelers in de gaten te houden. Wordt de scrum instabiel of worden spelers naar beneden geduwd? Dan moet een scheidsrechter direct fluiten om de scrum te stoppen.
Het Belang van een Goede Techniek
Een scrum is een ontzettend intensief deel van een rugbywedstrijd. Daarom is het belangrijk dat spelers getraind worden voor dit specifieke onderdeel. Sterker nog: een speler moet aantonen dat hij scrum ready is. Zolang een speler nog niet klaar is voor dit onderdeel mag hij geen positie aannemen in een scrum. Vaak hebben teams al een goed zicht op welke spelers geschikt zijn voor een scrum. Dit zijn over het algemeen de spelers met een sterke en stabiele lichaamsvorm. Zij worden uitgekozen om aan scrumtraining mee te doen.
Deze training kent verschillende stappen. De speler moet in eerste instantie leren om de juiste positie aan te nemen. Zo moet een speler met een aantal dingen rekening houden voor een stabiele positie:
- knieën licht gebogen
- borst vooruit, voorbij de knieën
- rug recht
- schouders naar achteren
- hoofd in een neutrale positie
- buikspieren aangespannen
- bekken gekanteld
- gewicht op de bal van de voet
Spelers oefenen eerst met een scrummachine. Dit is een speciaal apparaat dat ze helpt om de techniek van de scrum te perfectioneren. Daarna wordt er stapsgewijs toegewerkt naar een echte scrum. Dat doen trainers door langzaam meer teamgenoten en tegenspelers aan de scrum toe te voegen. Dit trainingsschema wordt als de standaard gezien voor een veilige spelbasis.
Overtredingen Tijdens een Scrum
Omdat de veiligheid een belangrijk thema is tijdens een scrum bij rugby zijn er natuurlijk ook overtredingen mogelijk. Een speler begaat een overtreding wanneer deze de veiligheid van de scrum in het geding brengt. Een scheidsrechter kan dan een vrije trap aan het andere team toekennen of een andere consequentie opleggen. Er zijn verschillende overtredingen mogelijk. Zo begaat een speler een overtreding wanneer hij de scrum omlaag of juist omhoog duwt, wat voor instabiliteit zorgt. Ook het kantelen van de scrum is een overtreding. Bij dit spelelement is het dus belangrijk dat spelers alleen voorwaartse kracht gebruiken. Doen ze dat niet, dan brengt dat andere spelers in gevaar en levert dat een straf op.
tags: #rol #scheidsrechter #scrum #rugby