De Gouden Glans van Beijing: Nederland op de Olympische Spelen van 2008

De Olympische Spelen van 2008 in Beijing waren een memorabel evenement voor Nederland, gekenmerkt door sportieve hoogtepunten en een gevoel van nationale trots. Met een totaal van zestien medailles, waaronder zeven gouden, vijf zilveren en vier bronzen, liet het Nederlands Olympisch Team een sterke indruk achter. Hoewel het totale aantal medailles iets lager lag dan in Athene 2004, was de spreiding over verschillende sporten en sporters groter, wat bijdroeg aan een breder gevoel van succes.

Historisch Goud voor de Waterpolovrouwen

Een van de meest iconische momenten van de Spelen van 2008 was de gouden medaille van de Nederlandse waterpolovrouwen. Dit was niet alleen een sportief hoogtepunt, maar ook de laatste keer dat het team aan de Olympische Spelen deelnam tot de recente kwalificatie voor Tokyo. De weg naar het goud was echter niet zonder uitdagingen. In de poulefase eindigde Nederland als derde met slechts twee punten, maar wist zich nipt te kwalificeren voor de kwartfinales. Daar versloegen ze Italië, gevolgd door een overwinning op Hongarije in de halve finale.

De finale tegen de Verenigde Staten was een zenuwslopende wedstrijd. Dertig seconden voor tijd stond Nederland met 7-8 voor, en dankzij twee cruciale reddingen van Ilse van der Meijden in de laatste seconden werd de gouden medaille veiliggesteld. De overwinning was een teamprestatie van formaat, met Daniëlle de Bruijn in een glansrol.

Daniëlle de Bruijn: Een Legende Zwaait Af

Daniëlle de Bruijn schreef in 2008 geschiedenis door met de waterpolovrouwen goud te winnen op de Olympische Spelen van Beijing. Ze speelde de dag van haar leven en werd twee keer Olympisch topscorer en nam direct na het behalen van de gouden medaille en het spelen van 286 interlands afscheid op een manier waar een ieder enkel van kan dromen. In de finale tegen de Verenigde Staten scoorde zeven van de negen goals, waaronder de winnende treffer.

Haar terugkeer naar de topsport was mede te danken aan bondscoach Robin van Galen, die haar in 2005 overtuigde om na een eerder pensioen weer aan te sluiten bij het team. Op het moment dat Van Galen aan De Bruijn vroeg om terug te keren, had ze een vaste baan en een huis met een hypotheek. Dat vroeg om behoorlijk wat aanpassingsvermogen, want waterpolo op topsportniveau vraagt ook om zes uur training per dag. Als ze beloofde na de Spelen terug te keren, was haar baas bereid om haar drie jaar vrij te geven voor de Spelen. En zo geschiedde. De Bruijn benadrukte altijd het belang van intrinsieke motivatie voor topsporters.

Lees ook: Waterpolo voor studenten in Maastricht

De weg naar Beijing: Teamgeest en Vertrouwen

De samenwerking tussen bondscoach Robin van Galen en zijn team was cruciaal voor het succes in Beijing. Van Galen creëerde een enorme teamgeest binnen zijn ploeg. Hij stond voor zijn meiden, zij gingen voor hem door het vuur. “Voor hem wil je vechten'', zei De Bruijn, die eerder al jaren met de bondscoach werkte bij GZC Donk.

Een jaar voor de Spelen, tijdens het WK in Melbourne, eindigde Nederland als negende, wat leidde tot openhartige gesprekken en een hechter team. Van Galen hield uren voor de finale een emotioneel betoog over vertrouwen en geloof in elkaar, wat de speelsters extra motiveerde. Nederland kwam binnen vier minuten met 4-0 voor, maar verspeelde die marge weer in de tweede periode. Toch bleef de ploeg daarna steeds aan de goede kant van de score. De mentale weerbaarheid van de groep was groot. De teamgenotes van De Bruijn werkten zich het ongeluk om de aanvalster vrij te spelen en te laten schieten. Alles lukte de 30-jarige speelster vervolgens. Ze nam in de laatste periode, driekwart minuut voor het einde, uiteindelijk ook de beslissende treffer voor haar rekening. “Ik heb ze gezegd dat ze in mij moesten geloven en in elkaar. Deze meiden zijn zo toegewijd geweest. Ten eerste moet je fit zijn, ook om mentaal heel sterk te zijn. Daarna moeten alle puzzelstukjes op het juiste moment in elkaar vallen.

Een Blik op de Geschiedenis van het Vrouwenwaterpolo

Wat dan weer is vergeten is dat Nederlandse waterpolovrouwen in 1920 verantwoordelijk waren voor het debuut van deze sport op de Olympische Spelen. Het huidige vrouwenwaterpolo is onvergelijkbaar met de beginsituatie van zo’n honderd jaar geleden toen deze sport internationaal nog niet veel voorstelde. In veel landen waren gelegenheidsteams actief, waarin lokale zwemsters het in geïmproviseerde teams tegen elkaar opnamen. Wel werden er experimentele toernooien georganiseerd. Zo streden twee vrouwenteams uit Amsterdam en Rotterdam in 1910 ter gelegenheid van het twintigjarige bestaan van de Rotterdamse Zwemclub om het Zilveren Ei. De Rotterdammers waren in vorm, wonnen met 3-0 en gingen er met de trofee vandoor. In 1911 speelde de Hollandsche Dames Zwemclub (HDZ) uit Amsterdam de eerste internationale wedstrijd tegen een team uit Engeland. Zwemconnaisseur Ben Planjer schreef hierover in 1941 in Veertig jaar waterpolo: ‘De Engelschen hebben gewonnen met 3-2, maar de Amsterdamse dames hebben zich dapper geweerd net een vinnig en vlug spel, dat ook haar een woord van hulde niet mag worden onthouden.’ Hierna werd waterpolo onder vrouwen snel populairder. Tussen 1912 en 1914 werden onder meer in Rotterdam, Amsterdam en Den Haag nieuwe clubs opgericht. In 1914 werd door de Nederlandse Zwembond zelfs voor het eerst een landelijke vrouwencompetitie opgezet in het waterpolo. De eerste tien jaar werd alles gewonnen door HDZ uit Amsterdam, maar daarna werd de concurrentie serieus met ook andere kampioenen. Zo kreeg Nederland steeds meer vrouwen, die internationaal gezien op een hoog niveau waterpolo speelden. Dat was het IOC ook opgevallen en daarom mochten twee Nederlandse clubteams op 29 augustus 1920 in Antwerpen een olympische demonstratiewedstrijd vrouwenwaterpolo spelen - de eerste in de geschiedenis! HDZ had het initiatief genomen en speelde tegen een lokaal Rotterdams team. De Courant meldde: "De Hollandsche Dames-Zwemclub is dank zij de medewerking van den voorzitter van het NOC er in geslaagd toestemming te verkrijgen tot het geven van waterpolodemonstratie gedurende de zwemweek op de Olympische Spelen te Antwerpen. Daar het polo voor vrouwen slechts in drie landen, nl. Zo schreven Nederlandse sporters geschiedenis met de eerste olympische wedstrijd in het vrouwenwaterpolo. De waterpolovrouwen hoopten met deze demonstratiewedstrijd het IOC dermate enthousiast te maken dat hun sport op de volgende Spelen zou worden toegelaten, maar daarmee liepen ze te ver vooruit op de maatschappelijke ontwikkelingen. Wel leverde de demonstratie in Antwerpen een uitnodiging op voor een internationale wedstrijd in 1922 in Monte Carlo. Voor de Nederlandse waterpolovrouwen was het succes daarmee wel voorlopig voorbij, want pas in de jaren tachtig werden ze drie keer Europees kampioen en begin jaren negentig zelfs wereldkampioen.

Andere Nederlandse Prestaties in Beijing

Naast de gouden medaille van de waterpolovrouwen waren er nog andere opvallende prestaties van Nederlandse atleten in Beijing. Nederland eindigde hiermee uiteindelijk maar net (twaalfde) buiten de geambieerde top 10. Los van het aantal medailles is het Nederlands Olympisch Team een uitstekend visitekaartje gebleken van Nederland en heeft het ten tijde van de Spelen het Nederlandse publiek in positieve zin verrast. Uit consumentenonderzoek is gebleken, dat twee op de drie Nederlanders zich identificeren met de sporters op tv. Men voelt zich trots. Een nog hoger percentage (80 procent) is van mening, dat Nederland internationaal meetelt op het gebied van sport.

Nog nooit eerder in de Olympische geschiedenis werd door zeven verschillende sporters/teams goud gewonnen. Er is dus meer spreiding gekomen en dat is in het algemeen goed voor de Nederlandse sport. In Beijing werd vijftig keer een top 8-klassering gehaald, wat neerkomt op 41 procent van het aantal inschrijvingen. Dit is iets hoger dan het percentage van Athene 2004 en nagenoeg gelijk aan Sydney 2000.

Lees ook: Teams en talenten in het Nederlandse waterpolo

Lessen voor de Toekomst: Op Weg naar Londen 2012

De evaluatie van Beijing 2008 leverde waardevolle lessen op voor de toekomst. De belangrijkste algemene aanbeveling was om het ingezette topsportbeleid te continueren en primair te investeren in aantoonbaar mondiaal succesvolle programma's. Concreet betekent dit onder meer, dat er primair geïnvesteerd zal worden in aantoonbaar mondiaal succesvolle programma's (in plaats van projecten en individuele sporters). Doel hiervan is een sterke en stabiele topsportinfrastructuur te garanderen en een grotere 'vaste kern' van succesvolle sporten te creëren. Om dit te bereiken blijft de aanstelling van fulltime coaches een essentiële factor, dus ook de regeling 'Coaches aan de Top' dient te worden voortgezet. Hetzelfde geldt voor de combinatie chef de mission en technisch directeur, omdat hierdoor slagvaardiger kan worden gehandeld. Om de aansturing en coördinatie binnen de topsportprogramma's te verbeteren, moeten er bij de bonden meer technisch directeuren worden aangesteld. Verder dient bijvoorbeeld de inkomenspositie van topsporters te verbeteren, zodat er meer recht wordt gedaan aan hun maatschappelijke positie. Voorgesteld wordt een gedifferentieerd stipendium te ontwikkelen, waarbij rekening wordt gehouden met leeftijd en gezinssituatie van de topsporter.

Met de toenemende ambitie van veel andere landen en de stijgende kracht van de toplanden, zullen er meer inspanningen (zowel qua begeleiding als financieel) nodig zijn om in de top 10 te komen en te blijven.

Parijs 2024: Een Nieuwe Generatie Waterpolosters

De Nederlandse waterpolodames doen de afgelopen jaren weer flink mee om de prijzen. In 2023 werd de ploeg wereldkampioen, begin 2024 werd ook de Europese titel veroverd. De laatste keer dat Nederland een medaille veroverde op de Olympische Spelen was in 2008, toen in Peking ook direct het goud werd gepakt. Kan de ploeg van bondscoach Evangelos Doudesis dat kunstje nog eens overdoen?

De waterpolosters hebben hun optreden bij de Olympische Spelen in Parijs weten te bekronen met een medaille. Na een spannend duel met uittredend kampioen en wereldkampioen Verenigde Staten werd met 11-10 gewonnen en brons veroverd. Nederland was tot het spelen van de troostfinale veroordeeld door de nederlaag in de halve finale tegen Spanje, dat na een knappe inhaalrace werd bijgehaald maar uiteindelijk na het nemen van strafworpen toch aan het langste eind trok. Voor de Amerikaanse vrouwen was spelen om de derde plaats ook wennen. Bij de laatste vier olympische toernooien stond Team USA in de eindstrijd. De laatste verliespartij daarin dateert van 2008. Nederland ging er destijds in Peking na een spectaculair slot met het goud vandoor.

Een herhaling van die thriller leek er al snel niet meer in te zitten. Wist Oranje, dat na die opdoffer tegen Spanje van zins was de knop meteen om te zetten, door treffers van aanvoerster Sabrina van der Sloot in het eerste kwart nog enigszins bij te blijven (2-3), in het tweede nam Amerika duidelijk afstand: 3-7. Het verschil zat 'm vooral in de vorm van beide keepsters. Waar de Amerikaanse Ashleigh Johnson zich ontpopte tot een heuse sta-in-de-weg, tastte Laura Aarts (in het verleden meer dan eens uitgeroepen tot beste doelvrouw van een internationaal titeltoernooi) juist enkele keren mis. Waarbij ze, dat moet gezegd, niet altijd even goed geholpen werd door de defensie. Net als tegen Spanje moest Nederland opnieuw een achtervolging inzetten. Oranje kreeg daarbij een fikse knauw te verwerken toen op 5-8 Simone van de Kraats een mooi schot tegen de paal zag belanden en aan de andere kant Jordan Raney vlak voor het aflopen van de schotklok een boogbal via de lat wel achter Aarts zag belanden. De niet aflatende Van der Sloot bracht Nederland met haar vierde doelpunt weer wat dichterbij, waarna Aarts de vingertoppen kreeg tegen een strafworp van Ryann Neushul en Nederland met een 6-9 achterstand de laatste periode inging. Van der Sloot verkleinde de marge met een rake strafworp, maar die kwam ondanks een paar goede ingrepen van Aarts met nog vierenhalve minuut te spelen toch weer op drie te staan. Totdat na een fraaie combinatie midvoor Vivian Sevenich de 8-10 maakte. Nederland begon steeds meer te geloven in het verhangen van de bordjes en met een knappe backhand zorgde opnieuw Sevenich voor de aansluitingstreffer: 9-10. Een boogbal van Van der Kraats onder druk van de schotklok trof de paal. Na weer een redding van Aarts schoot Bente Rogge in een overtalsituatie met nog tachtig seconden te spelen de gelijkmaker binnen: 10-10. En met nog negen tellen te gaan mocht Oranje een laatste aanval inzetten. Uiteraard werd die voorafgegaan door een time-out waarin bondscoach Evangelos Doudesis het strijdplan uit de doeken deed. En met succes: Van der Sloot schoot bij het scheiden van de markt het winnende 11-10 binnen.

Lees ook: Waterpolo en zwemmen bij ZV De Ham

Vooruitblik: Tokyo 2020 en Parijs 2024

Voor het eerst sinds 2008 plaatsten de waterpolosters zich begin dit jaar voor de Olympische Spelen in Tokyo. "Eindelijk staan de meiden er weer", zegt De Bruijn. Wie er dit jaar goud behaalt volgens De Bruijn? "Amerika is de onbetwiste kampioen." Maandag 26 juli om 11.20 uur spelen de vrouwen hun eerste wedstrijd tegen Australië. Tijdens de vorige Olympische Spelen slaagde Oranje er niet in om een medaille te pakken. Nederland werd nog wel derde in groep A, wat voldoende was voor een plaats in de kwartfinales, maar daarna ging het mis. Nederland werd gekoppeld aan een van de favorieten, Hongarije. Tegen de Hongaarsen ging Nederland met 11-14 onderuit. Uitendelijk wist Hongarije echter niet de finale te bereiken. De Verenigde Staten versloegen Spanje in die finale.

Nederland werd in 2023 wereldkampioen in het Japanse Fukuoka, maar een jaar laar slaagde de ploeg er niet in om die titel te verdedigen. Nederland werd tweede in de poule achter de Verenigde Staten, maar verloor van… Hongarije via strafworpen. Hongarije haalde uiteindelijk de finale en is een van de favorieten voor goud in Parijs. Het verloor die finale echter van de Verenigde Staten. Als regerend olympisch én wereldkampioen mogen zij, de Vs dus, zich met recht topfavoriet noemen. Spanje haalde in Tokio de finale van de Spelen en pakte brons bij het jongste WK. In de finale van het EK werden zij echter met 8-7 verslagen door Nederland. Zowel Nederland, als Spanje is dus de uitdager van de twee toplanden. Andere landen om in de gaten te houden zijn Italië, Australië, Griekenland en Canada.

tags: #waterpolo #olympische #spelen #2008 #nederland