Het ontbreken van de Video Assistant Referee (VAR) in de eerste rondes van de KNVB beker is een terugkerend discussiepunt in de voetbalwereld. Vooral wanneer discutabele scheidsrechterlijke beslissingen wedstrijden beïnvloeden, laait de kritiek op. Clubs als AZ en Ajax hebben zich in het verleden al kritisch uitgelaten over het feit dat de VAR pas vanaf de kwartfinales wordt ingezet. Dit artikel duikt in de redenen achter dit besluit en onderzoekt de argumenten voor en tegen de afwezigheid van de VAR in de vroege beker rondes.
De KNVB en de VAR: Een complexe relatie
De KNVB was internationaal een voorloper op het gebied van videoarbitrage en onderzocht de mogelijke invulling hiervan in de pilot ‘Arbitrage 2.0’. Inmiddels is de VAR niet meer weg te denken in het huidige voetbal. Vanaf het seizoen 2018/’19 is de VAR actief bij 324 wedstrijden in het betaald voetbal, waaronder alle Eredivisie-wedstrijden en de KNVB beker vanaf de kwartfinales.
De VAR is een scheidsrechter die, buiten het veld, de arbitrage kan ondersteunen in het nemen van beslissingen tijdens de wedstrijd. Dit doet hij met behulp van beelden van de aanwezige camera’s in het stadion. De VAR grijpt alleen in bij een ‘clear error’, een duidelijke fout, in de volgende gevallen:
- Wel of geen doelpunt door hands, buitenspel of andere overtreding
- Niet of onterecht gegeven strafschop
- Niet of onterecht gegeven directe rode kaart
- Identiteitsvergissing bij het geven van een gele of rode kaart
De rol van amateurclubs
De belangrijkste reden die de KNVB geeft voor het niet inzetten van de VAR in de eerdere rondes van de KNVB beker, is de aanwezigheid van amateurclubs. Veel amateurclubs beschikken niet over de benodigde faciliteiten, zoals voldoende camera's, om de wedstrijden goed in beeld te brengen. Het zou te complex en kostbaar zijn om deze faciliteiten op alle amateurvelden te realiseren.
De amateurclubs VV Noordwijk, BVV Barendrecht, Rijnsburgse Boys en Quick Boys beleefden echter een primeur, toen er bij hun wedstrijden in de KNVB beker wel een VAR aanwezig was. "Het kost iets meer moeite", zei een woordvoerder van de KNVB in 2023 al over de VAR bij Spakenburg, de amateurclub die het zo ver schopte in het KNVB-bekerseizoen 2022/23. Zij behaalden toen de halve finale en hadden dus drie rondes lang de VAR.
Lees ook: Waarom draagt PSV rouwbanden? Een uitgebreide uitleg.
Kritiek en onvrede
Ondanks de argumenten van de KNVB, is er veel kritiek op het ontbreken van de VAR in de vroege beker rondes. Vooral clubs die zich benadeeld voelen door scheidsrechterlijke beslissingen, uiten hun onvrede. AZ en Ajax zijn voorbeelden van clubs die openlijk hebben aangegeven dat zij de VAR graag in alle bekerwedstrijden zouden zien.
Ajax-coach Erik ten Hag uitte zijn onvrede over de beslissing: "Ik snap ook niet waarom er niet bij alle bekerwedstrijden een videoscheidsrechter aanwezig is. Wij nemen het bekertoernooi ook serieus." Ook Pascal Jansen, coach van AZ, baalde voor de camera van ESPN: "Ook ik heb de VAR vaak vervloekt, maar we zijn er nu wel aan gewend geraakt en ik had liever gehad dat hij er vanavond wel was geweest."
Volgens Jansen waren er in de wedstrijd van AZ tegen Ajax meerdere twijfelachtige momenten: "De VAR had de treffer van Ajax misschien wel afgekeurd omdat David Neres hinderlijk buitenspel stond. En ik vond die overtreding van Edson Alvarez op Albert Gudmundsson ook een 100 procent penalty. Maar het meest schrok ik van de situatie waarin Myron Boadu werd afgevlagd na een steekpass van Calvin Stengs. Hij stond in de verste verte niet buitenspel toen hij alleen op het doel van Ajax kon aflopen."
Het argument van eerlijkheid en consistentie
Een belangrijk argument tegen het ontbreken van de VAR in de vroege beker rondes is het gebrek aan eerlijkheid en consistentie. Waarom zouden professionele clubs in de kwartfinales wel de bescherming van de VAR genieten, terwijl ze in eerdere rondes slachtoffer kunnen worden van verkeerde beslissingen? Dit creëert een ongelijk speelveld en kan de uitkomst van wedstrijden onnodig beïnvloeden.
Technische problemen en de toekomst van de VAR
De VAR krijgt te maken met technische problemen. Mocht er geen directe audioverbinding zijn tussen de scheidsrechter en de VAR, zal er gedurende de gehele wedstrijd contact zijn met een mobiele telefoon of portofoon tussen de VAR en de vierde official. Op deze manier is er geen effect op de beslissingen die genomen worden; alle situaties worden nog steeds gecontroleerd door de VAR.
Lees ook: Strategie en realtime feedback met koptelefoons in hockey
Vanaf volgende week gaan scheidsrechters in het voetbalstadion VAR-beslissingen uitleggen aan het publiek. De proef met de zogeheten on-field-announcements wordt in het KNVB-bekertoernooi gehouden. "Als een VAR ingrijpt dan zal een scheidsrechter niet alleen naar de kant gaan om de beelden te bekijken en mogelijk zijn beslissing te herzien, maar ook zijn beslissing communiceren aan het publiek en de televisiekijkers", vertelt scheidsrechtersbaas Raymond van Meenen.
De bedoeling is dat het publiek zo meer inzicht krijgt in de totstandkoming van een beslissing waarbij de videoscheidsrechter betrokken is. "De communicatie die dan plaatsvindt tussen de scheidsrechter en de VAR zal niet openbaar worden. Maar wanneer de beslissing genomen is, gaat de microfoon open", vertelt Van Meenen. "Dan zal de scheidsrechter kort, zakelijk en duidelijk vertellen welke beslissing genomen is en waarom."
De proef vindt alleen plaats in het bekertoernooi, tot en met de finale. Daarna wordt de werkwijze geëvalueerd en mogelijk ook in de competitie ingevoerd. "De VAR is in het leven geroepen voor grote en overduidelijke fouten, maar de VAR riep de scheidsrechter nu ook wel eens bij minder duidelijke fouten", aldus Van Meenen. "Ik wil niet dat de VAR ingrijpt bij een licht duwtje op het middenveld waar mogelijk een vrije trap op volgt. Als er een tackle wordt uitgevoerd waar een rode kaart op zijn plaats is, dan moet de VAR ingrijpen. Maar als daar twijfel over is, wil ik dat de scheidsrechter het besluit neemt."
Lees ook: De betekenis achter de naam 3x3