Volleybal is een dynamische sport die door mensen van alle leeftijden en niveaus kan worden beoefend. Of je nu een beginner bent of een ervaren speler, het begrijpen van de basisregels is essentieel om van het spel te genieten en je vaardigheden te verbeteren. Dit artikel biedt een kort overzicht van de belangrijkste volleybalregels, rekening houdend met verschillende spelniveaus en de diverse behoeften van spelers.
Aanpassen aan Verschillen in Niveau en Interesse
Een belangrijk aspect van volleybal, vooral in gemengde groepen, is het omgaan met verschillen in niveau en interesse. Een 50-55-plus club kan bijvoorbeeld een heterogene mix van spelers bevatten: mannen en vrouwen, beginners en gevorderden, sporters met een goede of slechte conditie, en mensen met of zonder fysieke beperkingen. Het is cruciaal dat spelers hun eigen mogelijkheden en die van anderen goed inschatten.
Benut je talenten: Speel op een manier die past bij je sterke punten. Als je bijvoorbeeld spelinzicht hebt, kies dan voor een positie als spelverdeler. Heb je minder spelinzicht, dan is een positie aan de zijkant van het veld wellicht geschikter.Veiligheid en verantwoordelijkheid: Het is belangrijk om veilig en verantwoord te sporten, rekening houdend met je eigen fysieke conditie en eventuele beperkingen.Omgaan met niveauverschillen: Laat iedereen direct meedoen en kijk hoe de groep de activiteit op elkaar afstemt. Pas de regels aan indien nodig, bijvoorbeeld door een betere speler meer speelruimte te geven of de bal in het serveervak te spelen bij tennis.
Conditie en Fysieke Vereisten
Conditie omvat coördinatie, uithoudingsvermogen, kracht, lenigheid-flexibiliteit en snelheid. Na het 35e jaar nemen vooral kracht, lenigheid en snelheid af, terwijl coördinatie en uithoudingsvermogen stabiel blijven en van groot belang zijn. Coördinatie kan een leven lang worden beïnvloed en verbeterd.
De optimale sport- en bewegingsnorm is om dagelijks matig intensief te bewegen, ongeveer één tot drie uur per dag, en wekelijks gevarieerd te sporten. Actief bewegen, zoals fietsen, wandelen, tuinieren en de trap nemen, is essentieel.
Lees ook: Volleybal: Alles over winnen
Motivatie en Instelling
De motivatie van spelers kan variëren. Sommigen willen presteren en winnen, anderen willen zichzelf verbeteren, en weer anderen willen gewoon mooi spelen. Het is belangrijk om de interesses van elkaar te kennen en de sport zo uit te voeren dat iedereen erbij betrokken wordt. Bespreek dit in time-outs of evaluaties.
Sommige spelers leren het beste door te doen, terwijl anderen gerichte aanwijzingen of een goed voorbeeld nodig hebben. Pas de aanpak aan de individuele behoeften aan.
Spelregels: Aanpassing en Flexibiliteit
Het belang van spelregels hangt af van de nadruk op competitie of beleving. Hoe beter het spelniveau, hoe groter de behoefte om zich aan de regels te houden. Kies spelregels in overleg en pas ze aan aan het niveau van de groep of individuele spelers.
Aanpassingen:
- Aantal spelers en verdeling: Meer of minder spelers in een team, meer aanvallers of verdedigers.
- Spelgedrag: Aparte regels voor individuele spelers om samenspel te bevorderen, bijvoorbeeld een bonuspunt voor vijf keer samenspelen voor een score.
- Balbehandeling: Wat mag wel en niet met de bal? Lichtere, zwaardere, grotere of kleinere bal.
- Scoren: Hoe en wanneer is er gescoord? Vergroot of verklein het doel- of trefvlak, verander de manier van scoren, verhoog of verlaag het net.
- Speelveld: Wanneer is de bal in of uit? Regels voor lopen met de bal, vasthouden van de bal, plaatsen waar spelers mogen komen.
- Balbezit: Hoe kan ik proberen in balbezit te komen? Wat mag ik doen om te voorkomen dat de tegenpartij scoort?
- Lichamelijk contact: Meer of minder lichamelijk contact.
- Samenspel: De wijze waarop of het aantal keren samenspelen vrijlaten, aangeven of beperken.
Vuistregels:
- Een kleiner veld vereist minder loopwerk.
- Minder spelers en spelen op de juiste positie, afhankelijk van sportniveau.
- Afspraken maken over team- en individuele regels, afhankelijk van instelling.
- Bij grote groepen: teams van gelijk sportniveau.
- Bij kleinere groepen: spelregels individueel aanpassen.
Maatwerk bij Verschillende Sporten
Doelsporten (basketbal, handbal, hockey/floorball, voetbal):
- Betere spelers in de as van het team, minder goede spelers aan de zijkanten.
- Geef spelers met moeite met balbehandeling de tijd om een bal aan te nemen.
- Benoem de zijkanten van het veld tot beschermd gebied.
- Snelle spelers aan de zijkant, sterke spelers achterin.
- Spelverdeler met goed overzicht, midvoor met sterke balbehandeling.
Trefvlaksporten (tennis, tafeltennis, badminton, volleybal):
- Spelers die moeite hebben met plaatsen of onderhands spelen, mogen de bal eerst vangen, daarna opspelen en bovenhands wegspelen.
Duursporten in groepsverband:
- Het tempo wordt bepaald door de minst snelle deelnemer.
- Gebruik van materiaal zoals elektrische fietsen.
- Extra lus maken en elkaar ontmoeten op een eindpunt, of twee verschillende afstanden afleggen.
Tips voor Trainingen en Wedstrijden
- Een vast sportmoment in de week is aan te bevelen.
- Sport altijd in kleine teams.
- Spreek onderling af welke faciliteiten op prijs worden gesteld.
- Geef elkaar de nodige speelruimte, de betere speler wat minder, de minder goede wat meer.
- Minder mangericht en meer balgericht verdedigen.
- Het onderscheppen van een pass krijgt prioriteit, niet het afpakken van de bal.
- Smash alleen met de voeten op de grond.
- Pas de speelwijze aan het niveau van de deelnemers aan.
- Als de teams even sterk zijn is er geen probleem, zo niet, dan moet er iets aan de teamsamenstelling worden gedaan om meer balans te krijgen.
- Laat de bedoeling van een sport veel kans van slagen hebben.
- Elke bijeenkomst begint met inspelen, de bal in het spel houden en elkaar deze makkelijk toespelen.
- Later volgt meer variatie in dat aanspelen en is de bal voor de tegenspeler nog net haalbaar.
- Als we overgaan naar het spelen van wedstrijdjes, speel je de bal af en toe ook ‘net niet’ haalbaar naar je tegenspeler.
- Er zijn ook iets grotere ballen die het spel wat trager maken.
- ‘Goed’ spelen is het spelen van lange rally’s en variatie in aanvallen en verdedigen.
- Door het voor elkaar steeds complexer of moeilijker maken van het spel, stimuleren we het beter gaan spelen.
- Aan het begin en tijdens een wedstrijdje bepaal je aan een tafel onderling en in een time-out of wisseling van plaats aan de tafel, wat je wilt verbeteren respectievelijk welk spelprobleem je wilt oplossen.
- Denk vooral in tactieken, zoals: hoe kan ik het spel meer spreiden, hoe kan ik de serve lastiger voor mijn tegenstander maken, hoe ‘stop’ ik hard geslagen ballen?
- Gebruik je partner als coach of beoordelaar.
- Bij wedstrijdjes spelen we - afhankelijk van het aantal spelers en het aantal beschikbare tafels - enkel of dubbel.
- Bij dubbel spreken we vooraf af ‘niet om en om’ de bal te spelen of juist wel.
- We spelen om één of twee sets tot 21 punten (vanwege de minimale tijdsduur).
- Daarna wisselen we van tegenstander(s).
- We kiezen (1) vooraf onze koppelgenoot en tegenstanders om ‘spelen op niveau’ mogelijk te maken of (2) we doen dat zo dat niveaus per tweetal onderling verschillen.
- Plaats in dat laatste geval de ballen ‘op maat’ van de tegenstander en - als je dat beheerst - afhankelijk van het niveau van de tegenspeler met moeilijke ‘net wel of net niet’ haalbare ballen.
- Het spreekt verder vanzelf dat we voor- en achteraf het materiaal samen klaarzetten en opruimen.
Leren en Ontwikkelen
Om uiteindelijk meer zelfstandig, zelfsturend of zelfverantwoordelijk te handelen heb je schema’s, werkpatronen en principes nodig. Deze omvatten de ‘bewegingsgrammatica’ van een sportontwikkeling.
- Schema: Een beperkt overzicht van belangrijke aspecten op een bepaald gebied.
- Materiaalgebruik: Lichter of zwaarder, groter of kleiner spelmateriaal; met en zonder tijdbeperking in het vasthouden van het materiaal; wel of niet ‘beschermd balbezit’ op bepaalde veldgedeelten; verandering in de balbehandeling (‘drie keer raken maximaal’); de bal op meer manieren mogen spelen (hand, voet, hoofd, met hulpmiddel).
- Spelgedrag: Door het toepassen of leren van principes of vuistregels leer je met inzicht.
- Principe: Een principe bij het coachen is: Coach direct en sturend als het moet, coach indirect en vragend als het kan.
- Werkpatroon: Een werkpatroon geeft een bepaalde volgorde van vaardigheden en handelingen aan.
Basketbal: Een Vergelijking
Hoewel dit artikel zich richt op volleybal, is het nuttig om kort naar andere sporten te kijken. Basketbal, bijvoorbeeld, heeft ook zijn eigen regels en aanpassingen.
Lees ook: Alles over zand sokken en volleybal
- Basisprincipes: Twee teams van vijf spelers proberen de bal in de basket van de tegenstander te krijgen.
- Punten: Vrijworp = 1 punt, normale worp = 2 punten, worp achter driepuntslijn = 3 punten.
- Overtredingen: Persoonlijke fout (lichamelijk contact), technische fout (ongedisciplineerd spel).
- Shot clock: 24 seconden om een aanval af te ronden.
- 8-secondenregel: Binnen 8 seconden de eigen helft verlaten.
- 3-secondenregel: Verdedigers mogen slechts 3 seconden op de helft van de tegenstander zijn.
- 5-secondenregel: Bij een inworp mag een speler de bal maximaal 5 seconden vasthouden.
Algemene Richtlijnen en Gedragsregels
- Zet je fiets netjes in de rekken.
- Houd de zwarte tegels en doorgangen vrij.
- Laat sporttassen buiten de kantine.
- Gebruik het kleedlokaal en veld dat op het scherm staat.
- Blijf niet onnodig hangen in de gang.
- Trainers hebben een sleutel van de Hovoc-berging.
- Begin je training met een ballenkar.
- Ben je als laatste in de zaal? Zorg dat alle ballen en karren netjes op hun plek staan.
- Ruim het net op en check even of er nog iets rondslingert.
- Laat het kleedlokaal schoon achter.
Gedragsregels voor trainers, coaches en commissieleden:
- Zorg voor een veilige en gewaardeerde omgeving.
- Raak sporters niet aan op een manier die als seksueel of ongemakkelijk ervaren kan worden.
- Houd privé en sport gescheiden.
- Seksuele relaties of handelingen tussen begeleiders en jeugdige sporters (tot 16 jaar) zijn nooit toegestaan.
- Maak geen seksueel getinte opmerkingen of berichten.
- Wees terughoudend en respectvol in kleedkamers, tijdens reizen of trainingen.
- Grijp in bij gedrag dat niet past en meld dit indien nodig.
- Accepteer geen geschenken of vergoedingen in ruil voor tegenprestaties.
- Werk samen met ouders, bestuur of andere betrokkenen om de sportomgeving veilig te houden.
Beach Volleybal: Aandachtspunten
Bij beach volleybal zijn er specifieke regels en interpretaties die soms afwijken van zaalvolleybal.
- Eerste bal bovenhands: Volgens de FIVB spelregels mag de eerste bal bovenhands worden opgevangen, mits het maar niet vangen of gooien wordt (kort contact).
- Beoordeling eerste bal: De eerste bal bij een niet hard geslagen bal moet beoordeeld worden als een set-up.
- Set-up over het net: Elke bal met de intentie van een set-up die op de andere speelhelft terecht komt, is gewoon goed.
- Aanvallen bovenhands: Het aanvallen van de bal met de bovenhandse techniek is geoorloofd mits loodrecht op de schouderlijn.
Lees ook: Alles over Vrije Ruimte Volleybal
tags: #volleybal #regels #kort #samengevat