Volleybal is een dynamische en tactische teamsport waarbij twee teams van zes spelers strijden om de bal op de speelhelft van de tegenstander te krijgen. Om het spel te beïnvloeden, hebben coaches de mogelijkheid om time-outs aan te vragen. In dit artikel worden de regels met betrekking tot time-outs in volleybal beschreven, gebaseerd op de meest recente reglementen en spelregels van de Nevobo.
Wat is een time-out?
Een time-out is een onderbreking van het spel die wordt aangevraagd door de trainer/coach van een team. Het biedt de gelegenheid om tactische besprekingen te voeren, aanwijzingen te geven aan de spelers en de vaart uit het spel van de tegenstander te halen.
Duur en gebruik van time-outs
Een time-out duurt maximaal 30 seconden. Echter, als het aanvragende team en de officials eerder klaar zijn, hoeven de 30 seconden niet volledig te worden benut en kan het spel eerder worden hervat.
Vroeger was het verplicht om tijdens een time-out buiten het veld te staan, maar tegenwoordig mogen teams het hele veld gebruiken. Wisselspelers mogen ook in het veld warmlopen tijdens de time-out. Het gebruik van een bal tijdens de time-out is niet toegestaan.
Time-outs in de praktijk
De trainer/coach kan tussen twee rally's een time-out aanvragen door met zijn handen een T-teken te maken. Teams zijn verantwoordelijk voor het schoonhouden van het speelveld en het voorkomen van natte plekken door drinkflesjes.
Lees ook: Volleybal: Alles over winnen
Technische time-outs
In sommige competities, zoals binnen de Nederlandse competitie, zijn er ook technische time-outs. Deze worden automatisch toegewezen wanneer een team een bepaald aantal punten bereikt. In elke set zijn er twee technische time-outs van één minuut op het moment dat het eerste team het 8e en 16e punt scoort.
Andere belangrijke regels en weetjes in het volleybal
Naast de time-out regels, zijn er nog andere belangrijke regels en weetjes in het volleybal:
- Dubbel speelrecht: Het dubbel speelrecht is toegestaan voor één team van een andere vereniging, niet langer voor de gehele vereniging. Het horizontaal invallen is toegestaan voor elk niveau, waar dit voorheen alleen toegestaan was voor 2e klasse en lager.
- Aantal te spelen sets: Voor de Topdivisie en lager zijn er enkele uitzonderingen die duidelijk worden aangegeven. Bij de toss heeft het uitspelende team de eerste keuze (opslag of veld). Bij een eventuele 5e set heeft het thuisspelende team het recht om als eerste te kiezen.
- Wissels: Ongeacht het aantal wisselspelers heeft ieder team altijd recht op zes wissels per set. Een wisselspeler mag meerdere keren gewisseld worden voor een veldspeler. De veldspeler moet wel weer terugkeren in het veld voor de wisselspeler die hem vervangen heeft.
- Libero: De wisselzone van de Libero is de gehele achterlijn en zijlijn. Een Libero mag uitsluitend veldspeler worden als het team onvolledig wordt verklaard vanwege een blessure.
- Spelers: In de 2e klasse en lager senioren en in de jeugdklassen onder de hoofdklassen is het toegestaan met vijf spelers te beginnen aan een wedstrijd, of een wedstrijd af te maken met vijf vanwege een blessure.
- Rally Point Systeem: Binnen de Belgische en Nederlandse competitie wordt het Rally Point Systeem toegepast. Dit systeem is in het jaar 2000 ingevoerd om het spel aantrekkelijker te laten verlopen. Het komt er op neer dat iedere rally resulteert in een punt voor een van beide teams.
- Service: De bal wordt in het spel gebracht door de serveerder door middel van een opslag of service vanachter de achterlijn: de bovenhands geslagen opslag of de sprongservice.
- Spelverdeler: Gewoonlijk wordt de bal doorgespeeld naar een spelverdeler. De spelverdeler, een speler met een goede techniek en spelinzicht, staat in de rally iets rechts van het midden voor het net, of zorgt dat hij of zij daar komt te staan wanneer de bal van de tegenstander ontvangen is.
- Aanval: De aanvaller die de bal krijgt toegespeeld tikt of slaat de bal over het net naar de grond.
- Blok: De verdediging moet de bal van de grond zien te houden en doet dat gewoonlijk door een blok te vormen: een, twee of drie spelers springen tegelijk en naast elkaar met gestrekte armen en handen op, om de tegenstander te beletten de bal over het net heen te slaan/tikken.
- Schermen: Schermen, individueel of in een groep, mag niet. Er moet tenminste een armlengte afstand zijn tussen spelers van het serverende team en achterspelers mogen niet in de ‘vrij zicht’ ruimte van de voorspelers gaan staan.
- Veld tegenstander: Het raken van het veld van de tegenstander, met welk lichaamsdeel dan ook, in een actie met de bal is niet toegestaan.
- Bal uit: Zodra de bal buiten de antennes het net passeert, is de bal uit. De bal terughalen uit de vrije zone van de tegenstander is niet toegestaan. Uitzondering: In de Topdivisie geldt deze regel niet.
- Na set einde: Na het laatste fluitsignaal van een set hoeven teams niet meer via het opstellen op de achterlijn naar de andere speelhelft te lopen.
- Niet gerechtigde speler(s): Als niet gerechtigde speler(s) wordt/worden ingezet, wijzigt de status van de wedstrijd van competitie naar vriendschappelijke wedstijd.
- Communicatie: Communicatie van het bestuur naar de teams verloopt via de contactpersoon. Wij verzoeken alle teams om de afspraken m.b.t. de wedstrijden na te komen. Dit om zeker te stellen dat alle wedstrijden op de geplande tijdstippen gestart kunnen worden en dat de 55 ter beschikking staande wedstrijdminuten altijd volledig kunnen worden benut. Als dit niet mogelijk is zijn de gedupeerde teams er zelf verantwoordelijk voor om de oorzaak door te geven via het wedstrijdformulier en/of de zaalwacht. Wij verzoeken de gedupeerde teams om het team dat de afspraken niet na komt ook persoonlijk aan te spreken. Spelers / teams dienen de wedstrijdleiding niet te beïnvloeden. Het is niet toegestaan om ballen in of uit claimen om daar voordeel uit te halen. Het roepen van “Touche” of vergelijkbaar is niet toegestaan als dat een (mogelijke) touche van de tegenstander betreft. Spelers / teams dienen de wedstrijdleiding te ondersteunen. Als het bestuur het, na eigen constatering dan wel een melding, aannemelijk en/of bewezen acht dat spelers en/of een team zich niet aan de afspraken m.b.t. Een set die is beëindigd door het eindsignaal moet met minimaal 1 punt verschil worden afgesloten. Als de stand na het eindsignaal gelijk is volgt een “verlenging” van 1 punt. Teams, scheidsrechters en tellers dienen ruim op tijd op het juiste veld aanwezig te zijn. Op het geplande aanvangstijdstip van de wedstrijden zal de wedstrijd coördinator een centraal sein geven ten teken dat de tijd gaat lopen en de wedstrijden (moeten) beginnen. De scheidsrechter dient er voor te zorgen dat de teams dan ook daadwerkelijk starten. Als niet gerechtigde speler(s) wordt/worden ingezet, wijzigt de status van de wedstrijd van competitie naar vriendschappelijke wedstijd. De contactpersoon levert voor het begin van de competitieronde een spelerslijst aan bij de secretaris. Er is geen limiet m.b.t. het aantal spelers en er zijn geen voorwaarden m.b.t. geslacht en leeftijd. Alleen spelers die op deze lijst staan mogen tijdens wedstrijden voor het betreffende team spelen. Er is een uitzondering mogelijk als een team voor een wedstrijd minder dan 5 spelers op kan stellen. Elk team dient op basis van een door het bestuur opgesteld schema scheidsrechters en tellers voor wedstrijden tussen andere teams in dezelfde klasse te leveren. Dit betreft altijd een wedstrijd direct voor of na een eigen wedstrijd. Scheidsrechter en teller dienen ruim op tijd aanwezig te zijn en zelf voor een fluit te zorgen. Teams die de eerste wedstrijd van een avond spelen zijn verantwoordelijk voor het tijdig opbouwen van het eigen veld. Elk team dient op basis van een door het bestuur opgesteld schema een of meerdere keren per jaar zaalwachtassistentie te verlenen. De vroege zaalwacht dient voor aanvang van de eerste wedstrijd het net tussen de velden 1&2 en 3&4 op te hangen. Het bestuur kan op eigen initiatief en/of op verzoek van het verantwoordelijke team besluiten om de maximale boete naar beneden bij te stellen. De bal mag alleen met de voet gespeeld worden als de voet contact heeft met de grond. Er wordt bij voorkeur in competitievorm gespeeld. De competitie wordt gespeeld in 4 klassen. De grootte en indeling van de klassen is gebaseerd op het totaal aantal ingeschreven teams en de eindstanden van het voorgaande seizoen. Het aantal punten is het aantal gewonnen wedstrijdpunten verminderd met het aantal verliespunten. Elke gewonnen set is 1 wedstrijdpunt. De rangschikking vind plaats op basis van het aantal punten, waarbij het team met het hoogste aantal punten als eerste wordt gerangschikt. Behalve na de laatste speelronde promoveren na een speelronde de bovenste 2 teams naar de aansluitend hogere klasse en degraderen de onderste 2 teams naar de aansluitend lagere klasse. Ingeschreven teams dienen voorafgaand aan het seizoen het inschrijfgeld voor alle competitieronden te voldoen. De hoogte van het inschrijfgeld wordt tijdens de jaarlijkse algemene ledenvergadering op voorstel van de penningmeester vastgesteld. Ieder team dient te worden vertegenwoordigd door een contactpersoon. Communicatie van het bestuur naar de teams verloopt via de contactpersoon. Deze is verantwoordelijk dat de communicatie zonder onnodige vertraging met alle leden van het team wordt gedeeld. Voorbeelden zijn het programma (incl. Communicatie van de teams naar bestuur verloopt ook via de contactpersoon. Voorbeelden zijn het inschrijven voor de competitie, het aanmelden van leden en het reclameren m.b.t. Daarnaast zorgt de contactpersoon dat de contributie en eventuele financiële sancties tijdig en d.m.v. Tot slot dient de contactpersoon te bewaken dat het team naar de gemaakte BBO afspraken handelt. De Toss wordt uitgevoerd m.b.v. Er wordt gespeeld met een door de BBO beschikbaar gestelde wedstrijdbal. Daarom vroeg de Nevobo aan het begin van dit seizoen om suggesties, tips en concrete voorstellen om het spelplezier middels regelwijzigingen te verhogen. Na de eerste oproep volgde een stortvloed aan goede suggesties en tips. De Nederlandse Eredivisie blijft spelen met alle internationaal (verplicht) geldende spelregels. Voor de Topdivisie t/m de regioklassen worden de regels aangepast. Maar, niet alles tegelijk. Zoals genoemd blijft de Eredivisie spelen met de huidige (spel)regels. Het is internationaal verplicht om in de hoogste competitie van het land de FIVB-spelregels en CEV-regels te hanteren. Voor deze competities verandert er dus niets. Voor de Topdivisie en lager gaan de nieuwe regels wel gelden; tot en met de laagste regioklassen en de C-jeugd dus. Er zijn enkele uitzonderingen die duidelijk worden aangegeven. Er wordt niet meer getost. De aanvoerder van het uitspelend team heeft de eerste keuze (opslag of veld). Bij een eventuele 5e set heeft de aanvoerder van het thuisspelende team het recht om als eerste te kiezen.Tijdens het inspelen aan het net mogen de inspeelshirts aanblijven. Sinds afgelopen seizoen was het verplicht om met de wedstrijdshirts in te spelen aan het net. Alle regeltjes rondom het veld vormen misschien wel de grootste ergernis van coaches (en spelers). Daarom wordt op dit gebied ook e.e.a. Dat de waterflesjes op of achter de bank neergezet moeten worden, is afgeschaft. Wel zal de scheidsrechter steeds in het oog houden wat in het kader van de veiligheid van spelers wel of niet toegestaan is.Mini’s betrekken bij het eerste team is van grote promotionele waarde. In de huidige regels mocht er maar één mini bij het team aanwezig zijn (op de bank en serveren). Vanaf komend seizoen mogen dit twee mini's zijn.De coach, assistenten en verzorgers hebben geen vaste plaatsen meer op de bank. Ze mogen overal zitten en zelfs staan. Voor de bank, in de warming-up ruimte van de wisselspelers, et cetera. Alleen als er een 2e scheidsrechter bij de wedstrijd aanwezig is, is de coach verplicht opstellingsbriefjes te gebruiken.Vanaf de 1e klasse en lager is de scheidsrechter niet meer verplicht om na elke rally alle tekens te geven: het speelveld aanwijzen van het team dat de volgende service uitvoert is voldoende. Op lagere niveaus is er regelmatig spraken van net iets te weinig ruimte achter het speelveld. Was de ruimte minder dan twee meter, dan moest een hulplijn in het veld worden geplakt. Nu hoeft dat niet meer: je mag met één voet in het veld serveren. Ook bij een sprongservice mag de afzetvoet dus in het veld worden gezet.Schermen bij de service is een grote ergernis en wordt veelal gezien als onsportief gedrag. Vanaf komend seizoen mag de serveerder dan ook niet meer met opzet aan het zicht van de passers onttrokken worden. Spelers van het serverende team moeten tenminste een armlengte van elkaar af staan en achterspelers mogen niet in de ‘vrij zicht’-ruimte van de voorspelers gaan staan. Het raken van het veld van de tegenstander in een actie met de bal wordt komend seizoen afgefloten. Dat geldt niet alleen voor de voet, maar voor alle lichaamsdelen. Daarentegen is het niet fout om het veld van de tegenstander te raken als er geen bal bij betrokken is en het niet hinderlijk is voor de tegenstander. Zodra de bal buiten de antennes het net passeert, is de bal uit, ook wanneer dit na het eerste balcontact geweest is. De bal terughalen uit de vrije zone van de tegenstander (buiten de antennes om) is dus niet meer toegestaan. Uitzondering: in de Topdivisie geldt deze nieuwe regel niet. Daar mag deze bal dus nog teruggehaald worden uit de vrije zone. Een time-out (TO) duurt maximaal 30 seconden. Dit betekent dat wanneer het aanvragende team én de officials binnen deze halve minuut weer klaar zijn om verder te spelen, de wedstrijd wordt vervolgd.Tijdens de TO mag het hele veld gebruikt worden: teams hoeven dus niet meer in het geheel buiten het veld te staan. Wisselspelers mogen ook in het veld warm lopen, maar het gebruik van een bal tijdens de TO is (nog steeds) niet toegestaan. Uiteraard moet wel worden gezorgd dat er geen natte plekken door de drinkflesjes achterblijven op het veld.Na het laatste fluitsignaal van een set hoeven teams niet meer via de achterlijn naar de andere speelhelft lopen. Wel dienen zij om de netpaal heen lopen; onder het net doorlopen is niet toegestaan.Tijdens de pauze tussen de sets mogen de wisselspelers inspelen in het veld, mits dit niet hinderlijk is voor de moppers en/of het entertainment.De pauze tussen sets duurt maximaal drie minuten. Ongeacht het aantal wisselspelers heeft ieder team altijd recht op zes wissels per set.Een wisselspeler mag meerdere keren (maximaal drie keer) gewisseld worden voor een veldspeler. De veldspeler moet wel weer terugkeren in het veld voor de wisselspeler die hem vervangen heeft.Voorbeeld: wisselspeler nummer 3 gaat het veld in voor nummer 5. Nummer 5 kan alleen terug gewisseld worden voor nummer 3. Wisselspeler 3 mag vervolgens (na tenminste één voltooide rally) weer voor een andere of dezelfde veldspeler gewisseld worden. Ook mag één van de andere wisselspelers voor nummer 5 ingebracht worden.Uitzondering: Voor de A-, B- en C-jeugdklassen gaat deze regel niet gelden. Daarvoor blijft de huidige wisselregel van toepassing. De reden hiervoor is dat het veel voorkomt dat er een aantal goede serveerders is, waardoor de wedstrijd minder leuk zou kunnen worden. De wisselzone van de libero wordt vrijgegeven, daarvoor mag nu de gehele achterlijn en zijlijn gebruikt worden. Voorwaarde is wel dat de scheidsrechters en teller(s) de wissel goed kunnen zien.Een libero mag uitsluitend veldspeler worden (en een ander shirt aantrekken) als het team onvolledig verklaard zou worden door blessure(s). Voorbeeld: een team start met zes spelers en één libero. Eén van de veldspelers raakt geblesseerd en kan niet verder spelen. Op dat moment mag de libero veldspeler worden, zodat er met zes spelers doorgespeeld kan worden.Niet echt een wijziging van de (spel)regels, maar wel een verduidelijking: Een aanvaller mag een bal die door de libero vanuit de voorzone bovenhands is gespeeld niet aanvallen als de bal in zijn geheel nog boven de netrand is. De vraag in deze situatie is altijd: wat telt als bovenhandse bal? De in dit bericht genoemde wijzigingen betreffen alleen de spelregels. De Bondsraad van de Nevobo neemt eind juni nog een aantal besluiten over voorgestelde reglementswijzigingen met het oog op het verhogen van het spelplezier. Artikel 1De wedstrijden worden gespeeld volgens een door de toernooicommissie vastgesteld wedstrijdschema en hebben steeds een maximum tijdsduur.Afwijking van het wedstrijdschema is voorbehouden aan het wedstrijdsecretariaat. Het is aan de deelnemende teams NIET toegestaan om onderling en op andere tijden dan vastgesteld in het wedstrijdschema de wedstrijden te spelen.De teams zijn ingedeeld in klassen. Artikel 3Elk team mag de bal ten hoogste drie maal raken alvorens deze over het net terug te spelen, het aanraken door het blok telt hierbij niet mee. De bal mag niet met de voet /been gespeelt worden, de verder lichaamsdelen zijn wel toegestaan. Elk team heeft recht in de eerste twee sets op 2 time-outs. De time-out kan niet meer plaatsvinden binnen 5 minuten voor het einde. Artikel 4Men mag onbeperkt indraaien, maar alleen op de opslagplaats. De 1e en de 2e set worden gewonnen door het team dat als eerste 25 punten behaalt, met een voorsprong van tenminste 2 punten. Einde wedstrijd is het ook als het eindtijdsignaal wordt gegeven door het wedstrijdsecretariaat. Bij wedstrijden waarbij een beslissing dient te vallen is, indien het tijdsignaal heeft geklonken, dit het einde van de wedstrijd. Mocht de stand op dat moment gelijk zijn (bekeken vanuit de gehele wedstrijd), waardoor er nog geen beslissing is gevallen, dan dient de scheidrechter opnieuw te tossen. Team A wint de 1e en 3e set, dit zijn 4 punten. Team A wint de 1e set, Team B de 2e Set en de 3e set eindigt gelijk. Team A wint de 1e set en de 2e set eindigt gelijk. In 2025 hebben we een de navolgende proef, dat in de klasses 5, 6, 7 en 8 er na 3 opeenvolgende punten door één dezelfde speler/speelster die de opslag doet, dat er wordt doorgedraaid naar de volgende speler van hetzelfde team. Artikel 9Beslissingen van de scheidsrechters zijn bindend. Alleen de aanvoerder van een team kan de scheidsrechter vragen om opheldering over een beslissing. Artikel 10Er is een fair-play-wisselbeker beschikbaar over het gehele toernooi. Artikel 11Het eventueel opleggen van een sanctie aan een speler, die door de scheidsrechter uit het veld is gestuurd, is voorbehouden aan het wedstrijdsecretariaat. Volleybal is een balsport waarbij het speelveld is verdeeld in twee gelijke helften gescheiden door een net. De beide teams, die elk uit zes spelers bestaan, bevinden zich ieder op hun eigen helft en proberen door het slaan of tikken tegen de bal deze op het tegenoverliggende deel van het speelveld binnen de lijnen de grond te doen raken. Een geslaagde poging, of een fout van de tegenstander, levert een punt op. Wie het eerst 25 punten heeft behaald wint de set. Er worden altijd 4 sets gespeeld. Wie het eerst drie sets heeft gewonnen, wint de wedstrijd. In het volleybalspel bestaat ieder team uit zes personen en meet het veld 9 bij 18 meter. Op de zijkanten van het net, precies boven de zijlijn, zijn twee verticale stokken, de zogenoemde "antennes", geplaatst. De spelers mogen het net niet raken. Het is fout als een speler onder het net dringt in de ruimte van de tegenstander en de speler de tegenstander hindert. Het is ook fout als de voet(en) van een speler over de middenlijn komen, dus het veld van de tegenstander raken. Voor het begin van een nieuw punt mag een speler worden gewisseld. Een speler die is uitgewisseld mag uitsluitend voor dezelfde wisselspeler weer worden ingewisseld. In totaal zijn dit dus twee wissels van de maximaal toegestane zes. Binnen de Nederlandse competitie wordt het Rally Point Systeem toegepast. Het komt erop neer dat iedere rally resulteert in een punt voor een van beide teams. De set eindigt als een team 25 punten heeft behaald en minstens twee punten meer heeft dan de tegenstander, dus als de stand 25-24 is wordt er tot 2 punten verschil doorgespeeld. Wanneer een team de bal op de speelhelft van de tegenstander krijgt, de bal door de tegenstander buiten de lijnen wordt geslagen, of er een fout wordt gemaakt die wordt bestraft door de scheidsrechter, krijgt het de opslagbeurt. De bal wordt in het spel gebracht door de serveerder door middel van een opslag of service vanachter de achterlijn: de bovenhands geslagen opslag of de sprongservice. De opgeslagen bal moet over het net in het veld van de tegenstander belanden. Wanneer de bal het net raakt en eroverheen gaat, gaat het spel gewoon door. Een van de veldspelers van de ontvangende partij vangt de geserveerde bal met naast elkaar gestrekte onderarmen op. Deze mag ook 'bovenhands' gespeeld worden. Gewoonlijk wordt de bal doorgespeeld naar een spelverdeler. De spelverdeler, een speler met een goede techniek en spelinzicht, staat in de rally meestal iets rechts van het midden voor het net, of zorgt dat hij of zij daar komt te staan wanneer de bal van de tegenstander ontvangen is. De spelverdeler speelt de bal meestal door naar een van de aanvallers, hetgeen set-up (opzet) genoemd wordt. De spelverdeler kan de set-up geven aan de buitenaanvaller, die aan de linkerkant aan het net staat, de middenaanvaller (ook wel hoofdblokkeerder genoemd), die in het midden aan het net staat of aan de speler, die rechts aan het net staat. In dat laatste geval wordt de set-up meestal achterover gegeven. Tevens kan de spelverdeler de set-up geven aan een van de achterspelers, deze kunnen een zogenaamde "driemeteraanval" uitvoeren. Dit houdt in dat ze net als de voorspelers alle ballen mogen slaan zolang de afzet van de sprong maar achter de driemeterlijn gebeurt; de speler mag na het slaan van de bal wel voor de driemeterlijn landen. Binnen deze driemeterzone mogen de achterspelers de bal alleen over het net spelen, als zij hem onder de netrand raken. Een uitzondering voor de achterspelers is de libero, die nooit een aanvallende actie mag uitvoeren waarbij de bal op het moment van de aanraking zich boven de bovenste netrand bevindt. Hij mag de bal wel bijvoorbeeld onderhands over het net spelen of een onderhandse setup geven. De aanvaller die de bal krijgt toegespeeld tikt of slaat de bal over het net naar de grond. Meestal wordt de smash toegepast, een harde klap met de vlakke hand, waarbij het balcontact zo kort mogelijk moet zijn. Soms gebruikt de aanvaller een zogenoemde prikbal, bijvoorbeeld als de opzet niet goed is voor een smash, of om de tegenstander te verrassen. Hierbij wordt de bal met de vingertoppen in een bovenhandse beweging gericht gespeeld, zonder echter geslagen te worden. De verdediging moet de bal van de grond zien te houden en doet dat gewoonlijk door een blok te vormen: een, twee of drie spelers springen tegelijk en naast elkaar met gestrekte armen en handen op, om de tegenstander te beletten de bal over het net heen te slaan/tikken. De kunst is om op het juiste moment en precies tegelijkertijd te springen, en natuurlijk op de plek waar de bal geslagen wordt. Als een bal het blok passeert dient deze door de verdedigers in het achterveld te worden verdedigd. Dit levert vaak spectaculaire acties op met glijduiken en zijwaartse rollen. Gewoonlijk zitten trainer/coach, reservespelers en andere teamleden tegenover de hoofdscheidsrechter. Als de trainer/coach dat nodig vindt mag hij/zij tussen twee rally's een time-out aanvragen. De trainer maakt met zijn handen een T-teken, de scheidsrechter blaast af en er kan met de spelers worden overlegd. Een time-out kan simpelweg een tactische manoeuvre zijn om de vaart uit het spel van de tegenstander te halen, en/of nodig zijn om aanwijzingen aan de eigen spelers te geven. In volleybal kan op vele manieren punten worden gescoord. Naast de voor de hand liggende wijze van de bal in of uit slaan, moet ook de techniek van de spelers en de tactiek van de aanval volgens de regels gaan. Opvallend is dat je formeel als team geen punten kan maken, maar alleen dankzij een "fout" van de tegenstander. Voetfouten: Met een voet over de middellijn staan. Dubbel: de speler mag de bal niet twee keer achter elkaar aanraken.
Lees ook: Alles over zand sokken en volleybal
Lees ook: Alles over Vrije Ruimte Volleybal