Hoewel het volleybalseizoen in de Eredivisie weer van start is gegaan, blikken we terug op de geschiedenis van volleybal in Antwerpen en Maaseik, twee plaatsen met een rijke volleybaltraditie. We duiken in memorabele momenten en bekijken de connecties tussen deze teams en andere spelers in de volleybalwereld.
Dirk Sparidans: Van Apeldoorn naar Maaseik
Om de context te schetsen, beginnen we met het verhaal van Dirk Sparidans, een volleyballer die een belangrijke link vormt tussen verschillende clubs, waaronder het Belgische Maaseik. Sparidans speelde drie seizoenen voor de ploeg uit Apeldoorn, die in die periode verschillende namen droeg: Piet Zoomers/D (2008/2009), SV Dynamo (2009/2010) en Draisma Dynamo (2010/2011). In alle drie seizoenen won Sparidans de nationale beker.
Het seizoen begon steevast met de wedstrijd om de Supercup. In 2010, na het winnen van zowel de landstitel als de beker, speelde Draisma Dynamo tegen de verliezend bekerfinalist, Landstede Volleybal/VCZ. Sparidans herinnert zich dat hij deze wedstrijd als passer/loper speelde, omdat Niels Plinck niet kon spelen en Ewoud Gommans niet fit was. Coach Redbad Strikwerda schoof hem door naar deze positie, naast Floris van Rekom, terwijl Gommans het liberoshirt aantrok.
Een ander hoogtepunt uit dat seizoen was het Europacuptoernooi. Draisma Dynamo speelde tegen een team uit Finland. De uitwedstrijd werd verloren, maar de thuiswedstrijd werd gewonnen. Deze wedstrijd was extra speciaal omdat het de honderdste Europacupwedstrijd van Dynamo was. Sparidans heeft goede herinneringen aan de Europese duels in Omnisport: "De hal was keurig omgedoopt tot een echte internationale arena, en een volle bak met het publiek lekker dicht op het veld… Er heerste in de hal dan een prima Europacupsfeer."
In de A-League, de toenmalige naam voor de Eredivisie, eindigde Draisma Dynamo als tweede, achter Lycurgus. Na het verslaan van Twente’05 in de kwartfinale, was Rivium Rotterdam de tegenstander in de halve finale. De eerste wedstrijd in Rotterdam werd verrassend met 3-1 verloren, maar Draisma Dynamo won thuis eenvoudig met 3-0, waardoor een beslissingsduel nodig was.
Lees ook: Volleybal: Alles over winnen
Sparidans herinnert zich dat er in de halve finale van de play-offs binnen de selectie verschillende kleine klachten waren. Hijzelf had last van zijn heup door de zware belasting van veel wedstrijden in korte tijd. Ondanks de fysieke ongemakken waren Sparidans en zijn teamgenoten mentaal sterk. In de finale was Orion de tegenstander, een ploeg waartegen ze zich uitstekend konden opladen. Coach Redbad Strikwerda wist het team te prikkelen en zorgde ervoor dat ze zich onklopbaar voelden. Dit resulteerde in een gewonnen bekerfinale in Almere.
De Overstap naar Tilburg en de Link met Maaseik
In 2011 maakte Sparidans de overstap van Apeldoorn naar Tilburg, waar hij studeerde en ging volleyballen bij Netwerk STV, de satellietclub van het Belgische Maaseik. Brecht van Kerckhove, die op dat moment bij Maaseik onder contract stond, was de trainer/coach in Tilburg. Zo ontstond de link met de Belgische competitie. Na twee jaar in Tilburg maakte Sparidans de stap naar het buitenland, maar niet direct naar Maaseik. Hij verhuisde naar Asse Lennik, waar hij van 2013 tot 2016 speelde.
Yannick van Harskamp: Van Talentteam naar Maaseik en Antwerpen
Een andere speler met een connectie met zowel Maaseik als Antwerpen is Yannick van Harskamp. Hij begon met volleyballen in Zwartsluis, bij Pegasus. Via Kuipers Zwolle en Alterno kwam hij op zestienjarige leeftijd in het Talentteam terecht. Onder de vlag van SSS, Capelle en HvA ontwikkelde hij zich tot een van de beste spelverdelers van Nederland. Tegelijkertijd boekte hij successen met Jeugd en Jong Oranje.
Na het Talentteam ging Van Harskamp aan de slag bij Nesselande, waar hij kampioen werd en in de Champions League speelde. Vervolgens vertrok hij naar het Belgische Maaseik. Na drie succesvolle jaren, waarin hij vele prijzen won, vertrok Van Harskamp naar het Italiaanse Perugia. Later kwam hij naar Antwerpen, waar hij de stap naar de Belgische top maakte, met als hoogtepunt de bekerwinst tegen Roeselaere.
Vlaamse Sportgeschiedenis in een Breed Perspectief
Om de context van volleybal in Antwerpen en Maaseik verder te plaatsen, is het belangrijk om de Vlaamse sportgeschiedenis in een breder perspectief te bekijken. Al sinds mensenheugenis wordt er op het grondgebied van het huidige België plezier ontleend aan activiteiten waarbij men in beweging is, zoals jagen, vissen, zwemmen, zeilen, paardensport, speerwerpen, schermen, hardlopen, touwtrekken, schaatsen en colven.
Lees ook: Alles over zand sokken en volleybal
Vanaf 1850 kwamen in Antwerpen de eerste sportclubs en faciliteiten van de grond. Gymnastiek werd in 1840 een facultatief schoolvak in Antwerpen en Brussel, en in 1879 werd het landelijk verplicht in rijks- en gemeentelijk onderwijs. In 1908 was België het eerste land ter wereld waar de opleiding tot gymleraar een academische status kreeg.
In 1869 werden in Brussel en Gent de eerste fietsclubs opgericht. Datzelfde jaar nog organiseerde men wedstrijden voor loopfietsen en hoge bi’s. In 1881 begon Emile van Berendonck “La vélocipédie Belge” als eerste wielerblad, en een jaar later werd hij de eerste nationale kampioen wielrennen. Reeds in datzelfde jaar zag de Belgische wielrijdersbond het levenslicht.
De oudste nog bestaande voetbalclub is FC Antwerp (1880). De Luikse wielrijdersbond, die ook voetbal in haar pakket had, organiseerde eind mei 1892 de eerste Luik-Bastenaken-Luik als wedstrijd voor amateurs. Daarmee geldt deze als oudste wielerklassieker.
Veel algemene sportclubs verenigden zich in 1895 in de overkoepelende UBSSA (in feite de nationale voetbalbond) met voetbal, atletiek en wielrennen als hoofdsporten. In datzelfde jaar kreeg België als één van de eerste landen ter wereld een nationale voetbalcompetitie. De eerste Olympische deelname was in 1900. In 1912 splitsten de 3 grote sporttakken zich af in afzonderlijke bonden.
Na de Tweede Wereldoorlog verschoof sport steeds meer naar de (taal)gemeenschappen. Sinds 1980 valt sport onder gemeenschapsministeries. In de Vlaamse gemeenschap betrof het tussen 1969 en 2015 de dienst BLOSO van het departement cultuur, jeugd, sport & media. In 2016 werd de sportsectie autonoom en omgedoopt tot Sport Vlaanderen. De Waalse equivalent ADEPS valt nog onder het Waalse ministerie van volksgezondheid.
Lees ook: Alles over Vrije Ruimte Volleybal
Andere Vlaamse Sportsuccessen
Naast volleybal hebben Vlaamse sporters in diverse andere disciplines successen behaald.
- Atletiek: Kim Gevaert, Fons Brydenbach, Gaston Roelants, Ivo Van Damme, Karel Lismont, Miel Puttemans, Veerle Dejaeghere, Tia Hellebaut, Eddy Annys, Svetlana Bolshakova.
- Motorsport: Patrick Snijers, Max Verstappen, Stoffel Vandoorne.
- Basketbal: Racing Mechelen, Brussels A.C., Antwerpse B.C., Éric Struelens, René Aerts, Ann Wauters, Waregem BC, BC Sint-Katelijne-Waver.
- Biljart: René Vingerhoedt, Raymond Ceulemans, Ludo Dielis.
- Boksen: Sugar Jackson, Daniëlla Somers, Delfine Persoon, Cyriel Delannoit, Jean-Pierre Coopman, Freddy De Kerpel, Jean-Pierre Bauwens jr.
- Boogschieten: Hubert Van Innis.
- Darts: Kim Huybrechts, Dimitri Van den Bergh, Geert De Vos.
- American Football: West-Vlaanderen Tribes, Brussels Raiders, Antwerp Diamonds, Brussels Tigers.
- Handbal: Initia Hasselt, Sporting Neerpelt, DHC Meeuwen, United HC Tongeren, DHW Antwerpen HC.
- Hengelsport: Guido Nullens.
- Judo: Ingrid Berghmans, Ulla Werbrouck, Gella Vandecaveye, Robert Van de Walle, Ilse Heylen, Ann Simons, Heidi Rakels, Harry Van Barneveld, Jean-Marie Dedecker.
- Korfbal: AKC, Kon. Riviera K.C., Catbavrienden.
- Motorcross: René Baeten, Roger De Coster, Harry Everts, Eric Geboers, Stefan Everts, Joël Smets.
tags: #volleybal #antwerpen #maaseik #geschiedenis