Voetbalvereniging BRC: Een Geschiedenis van Fusies en Vernieuwing

De voetbalvereniging BRC kent een rijke en bewogen geschiedenis, gekenmerkt door fusies, verhuizingen en een constante zoektocht naar vernieuwing. Van haar bescheiden begin in de Groningse Oosterparkwijk tot de recente fusie in de Betuwe, BRC heeft zich steeds aangepast aan de veranderende omstandigheden.

De Oprichting en Vroege Jaren in Groningen (1922-1945)

In het voorjaar van 1922 kwamen enkele jonge mannen uit het 'Blauwe Dorp' en het 'Rode Dorp' in Groningen samen om te voetballen op een opgespoten vlakte van zeezand. Op 12 mei 1922 richtten deze voetballiefhebbers officieel de voetbalclub DOSKO (Door Ons Samenspel Komt Overwinning) op. De eerste vergaderingen werden gehouden in het huis van de heer Van Dam. Al gauw was DOSKO ook buiten het Blauwe en Rode Dorp bekend. Wie kende niet dat zandclubje, dat speelde met echte netten achter het doel? Er werd iedere dag geoefend op het eigen veld. Het kleden en wassen gebeurde in huizen van leden, waardoor er steevast verschil van mening ontstond met moeder of vrouw. Die zagen het niet zo zitten dat die bemodderde mannen bij hun thuis kwamen. Het gebeurde dan ook vaak dat de spelers zich eerst bij de sloot afspoelden. Dit probleem werd later opgelost doordat de heer Hokkelman in de Ripperdalaan zijn woning ter beschikking stelde, hetgeen voor de club een grote uitkomst was. Het bleef echter behelpen en hierover kwamen later, toen er al in de competitie van de Groningse Voetbalbond (GVB) werd gevoetbald, ook wel eens klachten binnen van tegenstanders.

In september 1923 gaven de leden te kennen dat ze wilden deelnemen aan de competitie van de GVB. Op basis van de resultaten in de gespeelde oefenwedstrijden werd DOSKO door de GVB in de 2e klasse ingedeeld. Er was bij echter al een vereniging met de naam DOSKO. Er moest ook een beter speelterrein komen. BRC had z'n oog laten vallen op een stuk groenland achter de houten keten en het Rode Dorp. De toenmalige directeur van het Verzorgingshuis (het Treslinghuis aan de Klaprooslaan), de heer van der Horst, werd in de arm genomen. Door zijn bemiddeling kreeg de vertegenwoordiging van BRC een onderhoud met de heer Sissingh, wethouder van Publieke Werken. Met man en macht werd aan het werk getogen om van het groenland een bruikbaar voetbalveld te maken. Greppels werden gedicht en het terrein werd vlakker gemaakt. Desondanks bleef het veld slecht en niet zelden werd tot over de enkels in de modder gelopen. De voorzitter had het slim bekeken en had vaak een gummizakje bij zich met daarin een sponsje en een lap om de schoenen weer schoon te maken. Iedere week werd een aantal leden aangewezen om het terrein voor de zondagmorgen of -middag in een behoorlijke toestand te brengen. Het seizoen 1923-1924, het eerste jaar in de competitie van de GVB, werd door BRC direct goed afgesloten door het behalen van het afdelingskampioenschap. De promotiewedstrijden tegen VVG brachten BRC naar de eerste klasse van de GVB. BRC presteerde prima in het begin van haar bestaan. In het seizoen 1927-1928 kwam er echter een terugslag in de vereniging. Door aanhoudende terreinmoeilijkheden moest BRC in 1931 verhuizen naar het Stadspark. Toen in 1933 het Sportpark Oosterpark wordt geopend keerde BRC na twee seizoenen weer terug naar de eigen wijk en werd de eerste bespeler van dit nieuwe sportpark. Na een slecht seizoen, waarin genoegen moest worden genomen met de onderste plaats in de derde klasse B, werd in het seizoen 1933-1934 na een spannende strijd met VIA in een beslissingswedstrijd het kampioenschap behaald.

Omdat er al een vereniging met de naam DOSKO bestond, werd de naam veranderd in BRC. BRC had z'n oog laten vallen op een stuk groenland achter de houten keten en het Rode Dorp. Met de hulp van de directeur van het Verzorgingshuis en wethouder Sissingh werd het groenland omgetoverd tot een bruikbaar voetbalveld. In het seizoen 1923-1924 behaalde BRC direct het afdelingskampioenschap en promoveerde naar de eerste klasse van de GVB. BRC presteerde prima in het begin van haar bestaan. In het seizoen 1927-1928 kwam er echter een terugslag in de vereniging. Door aanhoudende terreinmoeilijkheden moest BRC in 1931 verhuizen naar het Stadspark. Toen in 1933 het Sportpark Oosterpark wordt geopend keerde BRC na twee seizoenen weer terug naar de eigen wijk en werd de eerste bespeler van dit nieuwe sportpark. Na een slecht seizoen, waarin genoegen moest worden genomen met de onderste plaats in de derde klasse B, werd in het seizoen 1933-1934 na een spannende strijd met VIA in een beslissingswedstrijd het kampioenschap behaald.

Fusie tot Oosterparkers (1945)

Net na de bevrijding hield BRC als zelfstandige vereniging op te bestaan. Op 18 mei 1945 werd op een vergadering in de kapperssalon van de heer Lanting aan de Hortensialaan de fusie tussen BRC, Oostelijke Boys en Groen-Wit namelijk een feit. Van de twintig goede speelvelden die Groningen voor de oorlog telde, waren er na de bevrijding nog maar vier vrijwel onbeschadigd en bespeelbaar. Tot die vier behoorden de drie velden van het Ooster-Sportpark en veld II aan de Noorderlaan waar Velocitas nog steeds voetbalde. De andere accommodaties bleken grotendeels gesloopt. Om de nog wel bespeelbare velden zoveel mogelijk te sparen, werd besloten te stoppen met scholierengebruik en trainingen door de clubs. Er mochten slechts twee voetbalwedstrijden en drie handbalwedstrijden per week op één veld worden gespeeld. In de jaren net na de oorlog werd er namelijk ook gehandbald op de bijvelden. Ook speelde toen al de wens om de weg tussen het hoofdveld en de twee bijvelden te sluiten voor alle verkeer om daarmee te voorkomen dat iedereen op de velden kon komen.

Lees ook: VV IJmuiden door de jaren heen

In de jaren veertig telde de Groningse Oosterparkwijk maar liefst drie voetbalclubs: BRC, Groen-Wit en Oostelijke Boys. Op 18 mei 1945, vlak na de bevrijding, smolten deze clubs samen tot de nieuwe vereniging v.v. Oosterparkers. BRC, opgericht op 12 mei 1922, was de oudste van de fusieclubs en haar geboortedatum werd overgenomen door Oosterparkers. De fusievergadering werd gehouden in de kapperszaak H. Lanting aan de Hortensialaan. Er werd gestart met 10 senioren elftallen, 2 A-junioren teams en 2 B-junioren teams. Bij de fusie is f 815,93 in kas aanwezig en er zijn 315 leden en 1000 donateurs. Wegens papierschaarste komt er nog geen reglement op papier en ook is er geen clubblad beschikbaar maar zal er om de week een zelf gestencild blaadje uitgegeven worden. De clubkleuren van Oosterparkers werden groen-wit, nadat de toenmalige voorzitter Hovenkamp groene shirts en witte broeken van de Canadese bevrijders had gekregen.

Bloeiperiode van Oosterparkers (1945-1964)

In de glorietijd, de vroege jaren vijftig, was Oosterparkers één van de grootste voetbalverenigingen in ledental van Nederland. Het Sportpark Oosterpark had een toeschouwerscapaciteit van 15.000. In het eerste seizoen na de fusie, 1945/1946, werd Oosterparkers kampioen in de derde klasse Noord. In het seizoen 1950/1951 werd de club kampioen in de 2e klasse A en vestigde een toeschouwersrecord van 11.014 man tijdens de thuiswedstrijd tegen Emmen. De jonge fusievereniging mocht zich nu in het navolgend speeljaar meten met landelijke kleppers als Ajax, DOS en plaatsgenoot Be Quick. Dat voorjaar verrees er ook een lichtinstallatie en dank zij deze voorziening zijn er populaire avondwedstrijden met wereldsterren als Pelé, Uwe Seeler, Helmuth Rahn, Lev Yashin en Stanley Matthews met hun clubs. Op 15 maart 1951 is er de eerste lichtwedstrijd met een 4 - 2 winst op GVAV. Het Oostersportpark werd steeds meer een voetbalbolwerk met een hoofdveld van stadionachtige allure.

De club kende in deze periode vele befaamde spelers, zoals Ali Kruger, Heiko Wolda, Henk Duitsch, de Bolhuizen, Klaas Snip, Gradus Fransen en Frans van der Heide. Klaas Snip was een snelle linksbuiten en een voetballer met overzicht. In zijn Zwartemeer-periode vormde hij met Tony Roosken een super-duo. In het seizoen 1963/1964 troffen ze getweeën liefst 44 keer het doel. Hij stond eigenlijk aan de basis van Roosken’s-doelpunten. De topscorer aller tijden van Zwartemeer Tony Roosken memoreerde eens “Wij vormden een gouden duo”. Klaas Snip bleef als semi-profvoetballer echter nooit ergens lang. Zo speelde hij van 1947 tot 1959 bij vv Oosterparkers om vervolgens in een periode van nog geen tien jaar bij liefst vijf clubs zijn kunsten te vertonen. Aldus was hij een van de eerste voetbalnomaden in ons land. Naast het leven als semi-prof was Klaas etaleur bij winkelketen de HEMA. Het inkomen als clubspeler was in het algemeen onvoldoende om van rond te komen, afgezien van de echte landelijke toppers. Toen het Hengelose Tubantia hem binnenhaalde, zat er ook in de secondaire sfeer nog een aardige premie aan. Klaas kon bij de Tubanters kiezen uit een Fiat 500 of een complete inrichting in het nieuwe huis. Hij koos voor de auto.

De transformatie van sportpark tot voetbalstadion kwam in een stroomversnelling terecht toen in 1954 het profvoetbal zijn intrede deed in Nederland. Net als stadgenoten GVAV, Be Quick en Velocitas stortte Oosterparkers zich vanaf 1954/1955 in het profavontuur.

De Jaren in het Betaald Voetbal en Terugkeer naar de Amateurs (1954-1964)

Vanaf het seizoen 1954/1955 nam Oosterparkers deel aan het betaald voetbal. De eerste wedstrijd werd gewonnen van Enschedese Boys met 3-2. Diepte punt in de competitie was het duel tegen PEC Zwolle waar, na een voorsprong van 0-3, er met 9-3 werd verloren. Het lukte Oosterparkers niet om aan te haken bij de middenmoot. Op zich niet vreemd want de beste spelers waren weggekocht door o.a. stadgenoot GVAV. Degradatie was onvermijdelijk en ook in de daarop volgende periode 1956-1957 eindigde de club in de 2e divisie op de twaalfde plaats van de vijftien clubs. In de twee laatste jaren van het betaaldvoetbal eindigden de Oosterparkers, met de rode lantaarn om de nek, als vijftiende en laatste in de 2e Divisie B.

Lees ook: Ontwikkelingen bij Voetbalvereniging Hedel

In deze periode speelde ook clubicoon Dirk Jacobus Willem Nanninga. Nanninga kwam tot op 24-jarige leeftijd uit voor de Oosterparkers. FC Groningen, de club waar hij van droomt, ziet hem niet staan. SC Veendam ziet het wel en lijft hem in voor 350 gulden per maand en een tweedehands Opel Kadett Station. Als na één seizoen, eredivisieclub Roda JC op de stoep staat, probeert hij het nog één keer bij zijn jeugdliefde, maar FC Groningen biedt hem een schijntje. In Kerkrade groeit Nanninga uit tot held van Limburg. Bij Oranje, waar Groenewoud hulptrainer is ontmoeten zij elkaar opnieuw. ” Ik ben Ron Groenewoud”, stelt de coach zich voor. “Die ken ik niet “, zegt Nanninga. De spits weigert de uitgestoken hand. In het algemeen was Nanninga een zorgeloze man, maar soms smaakte hem het genoegen van wraak. ,,Die anekdote over Groenewoud mocht hij graag opdissen’’, zegt Siebelink. ,,De onderwaardering door FC Groningen, en later ook bij het Nederlands elftal, zat hem dwars. In zijn carrière bij Roda JC speelde hij 225 duels en maakte hij 107 doelpunten. In de acht seizoenen bij de Limburgers werd hij topscorer aller tijden.

Na de periode in het betaald voetbal keerde Oosterparkers terug naar de amateurs.

De Fusie in de Betuwe tot BRC (2024)

In de Betuwe zijn de voetbalverenigingen Beesd en Rhelico gefuseerd tot een nieuwe club, BRC. De officiële fusie tot een grote regionale voetbalvereniging is vanaf 1 juli 2024 een feit. De leden kregen de kans om een nieuwe naam te bedenken. Er kwamen 81 reacties binnen. Uiteindelijk waren Linge United, Lingevogels, en BRC de meest genoemde namen. Honderden leden van beide verenigingen hebben in februari en maart hun stem voor de naam uit mogen brengen. De winnende naam kreeg 10% meer stemmen dan de nummer 2. Er is gekozen voor de naam BRC. Ook over de nieuwe kleuren en de nieuwe kledinglijn hebben de leden gestemd. Spelers van beide JO8 teams mochten, door op een rode knop te drukken, het logo en daarmee de naam onthullen. In het logo is een soort slinger te zien. Deze geeft de loop van de rivier de Linge weer. De Linge verbindt de 7 kernen, Acquoy, Gellicum, Rhenoy, Rumpt, Beest, Enspijk en Deil. 'De Linge verbindt ons' is de tekst die terug komt in het logo. De gemeente gaat ervoor zorgen dat het kunstgrasveld van Rhelico gaat verhuizen naar Beesd. Ook wordt er gekeken of er hulp geboden kan worden als het gaat om de accommodatie, eventueel door een lening te verstrekken.

Tot de fusie in 2024 officieel is trainen en spelen de leden samen via een Samenwerkende Jeugd Opleiding (SJO) en Samenwerkende Senioren Afdeling (SSA). Vanwege de regels van de KNVB spelen alle teams het komende seizoen onder de naam SJO BRC 2024 en SSA BRC 2024. De senioren gaan wekelijks samen, afwisselend op het sportpark in Rumpt en in Beesd, trainen zodat de spelers goed op elkaar ingespeeld zijn voor het nieuwe seizoen. De jeugdteams van beide verenigingen spelen dit seizoen al samen als Samenwerkende Jeugd Opleiding (SJO). Het samengaan van beide senioren afdelingen tot een formele Samenwerkende Senioren Afdeling gebeurt per 1 juni aanstaande. De accommodatie van sportpark Molenzicht in Beesd wordt aangepast om de nieuwe thuisbasis van de regionale voetbalvereniging te worden. Tot de aanpassing klaar is, maken de clubs gebruik van beide sportparken.

De eerste zes maanden van BRC’s seniorentak zijn een feit. De twee derbyrivalen van weleer, Beesd en Rhelico, spelen sindsdien in het zwart-oranje. De samensmelting betekende voor de selectiespelers een spannende tijd: basisplekken werden opnieuw verdeeld en de teamdynamiek moest opnieuw ontstaan. ‘’Boven verwachting goed!’’, roept Frehe tevreden, als hij het over de samensmelting heeft. Hij moest twee elftallen, zijn eigen Beesd 1 en Rhelico 1, samen met Rhelico-trainer Adrie van Steijn omsmelten tot een goed draaiende vierdeklasser. Frehe heeft een decennialange carrière achter de rug als jeugdtrainer, voordat hij voor het eerst aangesteld wordt als hoofdtrainer. ‘’Daar lag mijn hart altijd, om de jeugd van Beesd naar een bepaald niveau te krijgen. Totdat ik zeven jaar geleden een keer de nacompetitie van het eerste mocht oppakken. Met succes: Beesd handhaafde. Het beviel me zo goed dat ik daarna altijd de droom heb gehouden om bij mijn club hoofdtrainer te worden. Een jaar geleden kwam die kans en daar ben ik zonder twijfels ingestapt. Een jaar later start het samenwerkingsverband. Dat Frehe ooit al samenwerkte met Van Steijn maakte dat die overgang gemakkelijk verliep voor de trainers: ‘’We delen dezelfde visie. We vinden dat onze spelers moeten durven voetballen. Fouten maken hoort daarbij en wij zullen altijd positief blijven coachen. Ik kijk minder naar het resultaat en meer naar de individuele ontwikkeling van mijn spelers. Na de laatste derby van vorig seizoen begonnen de selectiespelers van Beesd en Rhelico al samen te trainen. Daarmee werd een goede fundering gelegd voor het seizoen, vindt Frehe: ‘’Het verliep heel natuurlijk. Ik heb nooit gemerkt dat er twee kampen waren in het team. Er heerste een fantastische sfeer. Het niveau is behoorlijk omhoog gegaan’’, waardeert Frehe de kwaliteit van zijn selectie. ‘’We hebben achttien tot twintig jongens en allemaal komen ze in aanmerking voor een basisplek. BRC 1 staat nu op een vijfde plaats op de ranglijst. Volgens Frehe had de ploeg hoger moeten staan: ‘’Omdat we zoekende waren naar de juiste samenstelling hebben we minimaal zeven punten laten liggen. We scoorden veel, maar kregen er ook veel tegen. Die volwassenheid en stabiliteit geven Frehe hoop op een succesvolle tweede seizoenshelft. De doelstelling: bij de bovenste zes eindigen. De trainer blikt vooruit: ‘’Zoals Adrie dat zo mooi zegt: we hebben nog tien finales te gaan.

Lees ook: Passie en Kritiek NAC Breda Ultras

De naam BRC werd gekozen door de leden, evenals de nieuwe kleuren en kledinglijn. Het logo van de club symboliseert de rivier de Linge, die de zeven kernen van de gemeente verbindt. De gemeente West Betuwe ondersteunt de fusie door het kunstgrasveld van Rhelico naar Beesd te verplaatsen en te kijken naar mogelijkheden voor verdere ondersteuning van de accommodatie.

tags: #voetbal #vereniging #brc #geschiedenis