Om je spelers gemotiveerd te houden, zijn doelgerichte voetbaloefeningen essentieel. Het samenstellen van een goede en uitdagende training kan echter tijdrovend zijn. Gelukkig biedt dit artikel een overzicht van diverse oefeningen die je direct kunt toepassen op je volgende voetbaltraining.
Inleiding
Als voetbaltrainer ben je altijd op zoek naar nieuwe inspiratie en de juiste oefeningen. Het internet kan een overweldigende bron zijn, maar het kost veel tijd om de perfecte oefeningen te vinden. Bovendien blijken gevonden oefeningen vaak te moeilijk of niet geschikt voor de leeftijdsgroep van je spelers. Dit kan leiden tot saaie trainingen en negatief gedrag bij je spelers. Dit artikel helpt je om eenvoudig je training samen te stellen en biedt oefeningen die zijn afgestemd op de behoeften van seniorenteams.
Het Belang van Goede Voetbal Oefeningen
Goede voetbal oefeningen zijn cruciaal voor de ontwikkeling van spelers op alle niveaus. Ze helpen niet alleen bij het verbeteren van technische vaardigheden, maar ook bij het ontwikkelen van tactisch inzicht en fysieke conditie. Door doelgericht te trainen, blijven spelers gemotiveerd en betrokken, wat resulteert in betere prestaties op het veld.
Factoren om Rekening Mee te Houden
Bij het samenstellen van een voetbaltraining is het belangrijk om rekening te houden met verschillende factoren. De leeftijd van de spelers is ontzettend belangrijk, zodat je oefeningen op maat kunt aanbieden. Andere belangrijke factoren zijn de groepsgrootte, het niveau van de spelers en de beschikbare ruimte.
Overzicht van Voetbal Oefeningen voor Senioren
Een effectieve voetbaltraining voor senioren combineert technische vaardigheden, tactisch inzicht en fysieke conditie. Hieronder volgen diverse voorbeelden van oefeningen die trainers kunnen gebruiken om een gevarieerd en uitdagend trainingsprogramma samen te stellen. Het is belangrijk om de oefeningen aan te passen aan het niveau en de behoeften van de spelers.
Lees ook: Passie en Kritiek NAC Breda Ultras
Warming-up en Passingsoefeningen
Een goede warming-up is essentieel om blessures te voorkomen en de spelers voor te bereiden op de intensiteit van de training. Hier zijn enkele voorbeelden van warming-up en passingsoefeningen:
Halflange Passing en Driehoekspel
Deze oefening is gericht op het verbeteren van de passingnauwkeurigheid en het creëren van afspeelmogelijkheden.
Oefening 1: Vrijlopen
- Doel: Steeds twee afspeelmogelijkheden hebben.
- Veld afmeting: Twee vierkanten van 10x10 meter en een centraal vierkant van 30x30 meter.
- Instructie: Spelers lopen vrij in de breedte van het veld.
- Variaties: Pas- en trap-dribbel met opwarmingsoefeningen. Twee groepen vertrekken gelijktijdig. Speler 1 dribbelt met de bal naar kegel 1’, draait rond de kegel en geeft de pas terug op 2. Speler 1 loopt diagonaal door het middelste vierkant en doet hetzelfde tussen 1’’ en 1’’’, hij speelt de bal terug op 2’’ en loopt naar groep 3 en doet ondertussen opwarmingsoefeningen.
- Coaching: Stimuleer tweevoetigheid en het wisselen van richting.
Oefening 2: Passing via Vierkant
- Veld afmeting: Twee vierkanten van 10x10 meter en een centraal vierkant van 30x30 meter.
- Instructie: De oefening start bij pion 1 waar de bal ligt en twee spelers staan. De bal volgt de route van de pijlen, en de spelers lopen achter de bal aan. Vanuit het grote vierkant wordt de bal in het kleine vierkant gespeeld, teruggelegd en weer naar het grote vierkant gespeeld, enzovoort.
- Variaties: Beperk het aantal balcontacten tot één of twee.
- Coaching: Let op de snelheid en nauwkeurigheid van de pass, en op het juiste been inspelen. Is het tempo hoog genoeg?
Oefening 3: Diagonaal Terugleggen
Lees ook: Kleding en benodigdheden Uganda
- Veld afmeting: Twee vierkanten van 10x10 meter en een centraal vierkant van 30x30 meter.
- Instructie: Groepen 1 en 5 starten gelijktijdig. Speler 1 speelt diagonaal naar speler 4, die teruglegt op speler 2. Speler 2 speelt diagonaal breed op speler 3, die teruglegt op speler 1. Speler 1 speelt vervolgens speler 4 aan in de ruimte.
- Coaching: Let op de snelheid en nauwkeurigheid van de pass, en op het juiste been inspelen. Is het tempo hoog genoeg?
Oefening 4: Looplijnen Volgen
- Veld afmeting: Twee vierkanten van 10x10 meter en een centraal vierkant van 30x30 meter.
- Instructie: Met 14 veldspelers kan deze variant op kern 1 gemakkelijk met meer mensen worden gespeeld, eventueel met twee ballen. Er wordt gestart bij pion 1 en 7.
- Coaching: Let op de snelheid en nauwkeurigheid van de pass, en op het juiste been inspelen. Is het tempo hoog genoeg?
Oefening 5: Kaats en Diagonale Pass
- Veld afmeting: Twee vierkanten van 10x10 meter en een centraal vierkant van 30x30 meter.
- Instructie: De oefening wordt gelijktijdig gespeeld op de twee buitenste vierkanten bij speler 1 en 5. 1 speelt in op 2 die kaatst schuin terug. 1 loopt in en speelt de bal diagonaal door naar 3 die in de ruimte speelt voor vrijgelopen speler 2. Speler 4 loopt vrij in de ruimte en krijgt de pas van speler 2, speler 4 dribbelt met de bal naar de groep van speler 5.
- Coaching: Let op de snelheid en nauwkeurigheid van de pass, en op het juiste been inspelen. Is het tempo hoog genoeg?
Opwarmingsoefeningen Zonder Bal
- Armenzwaai voorwaarts en achterwaarts
- Bijtrekpas
- Hielen en dijen heffen
- Zorba
- Indianenpas
- Binnenkant en buitenkant voet tikken
- Spurt van ongeveer 8 à 10 meter, daarna uitlopen en aansluiten.
Positiespel
Positiespel is cruciaal voor het verbeteren van balbezit en het creëren van kansen.
Oefening 6: Positiespel in Vierkanten
- Veld afmeting: Een groot vierkant met vier rode pionnen en een klein vierkant met vier gele pionnen.
- Instructie: In het grote vierkant spelen 8 rode spelers tegen 4 gele spelers een positiespel. Zodra geel de bal afpakt, brengt geel de bal in het kleine gele vierkant. Als de bal in het gele vierkant is, mogen er 2 rode spelers bijsluiten. In het gele vierkant spelen vervolgens 4 gele en 2 rode spelers een positiespel.
- Variaties: De oefening uitzetten in een cirkel of driehoek. Punten toekennen na een x-aantal keren rondspelen. Maximaal aantal balcontacten per speler.
Positiespel 5:5 op een achthoekig veld
Lees ook: Steun het Nederlands Elftal met stijl
Een manier om te variëren in het positiespel is door velden in verschillende vormen te gebruiken. In onderstaande vorm is dat een achthoekig veld. Een voordeel van deze vorm is dat de speler impliciet tot diagonale passes worden gedwongen. In het veld is het 3:3. Elk team heeft nog twee spelers aan de kopse kanten. Deze staan tegenover elkaar. Dat maakt het in totaal 5:5. Ook zijn er vier kleine doeltjes. Daarop kan er gescoord worden direct uit een kaats van één van de kaatsers. Een voorwaarde daarbij is dat beide spelers buiten het veld de moeten hebben geraakt. De ene kaatser mag de andere kaatser inspelen. De betekent dat de nadruk ook ligt op het openmaken van passlijnen. Tevens komt het vrijlopen ten opzicht van de directe tegenstander aan bod. Kortom, een zeer geschikte vorm om aandacht te besteden aan het gebruik van diagonale passes in de opbouw.
Chaosvorm 8:8+4
Een ander element om te gebruiken in een positiespel is een chaos situatie. Op die manier dwing je speler om na te denken én om zich continu aan te passen aan wisselende situaties. Malmö FF-trainer Jon Dahl Tomasson zegt daarover het volgende: ‘Een vorm als 8:8 + 4 vormt voor mij het fundament voor heel veel principes binnen alle teamfuncties. Er zit weliswaar geen richting in, maar er is wel veel chaos, en dat is de doelstelling van de oefening. Daarnaast komen er veel spelprincipes in terug. Ook komt de vijfsecondenregel vaak op een goede manier terug in deze vorm. Sinds enige tijd gebruiken we een extra middel om dit principe te verbeteren. Als een team tijdens zo’n trainingsvorm balverlies lijdt, drukt onze video-analist op een knop waardoor er een countdown clock start. Er is dan elke seconde, vijfmaal, een harde piep te horen. Dit spoort het team dat balverlies lijdt aan om binnen die tijd de bal te heroveren.’
Positiespel 8:8+3 met 8 doeltjes
Bayern München-trainer Julian Nagelsmann richt zijn oefenvormen dusdanig in dat de spelers het gewenste gedrag vertonen. Zo heeft hij ook een variant op het positiespel. Het veld heeft de vorm van een vierkant, met een cirkel in het midden. In deze vorm is het 8:8+3. In de cirkel staat één neutrale speler. De overige twee neutrale spelers zijn buiten de cirkel. Ook zijn er acht kleine doeltjes. Vier daarvan staan op de rand van de cirkel. De overige vier doeltjes staan op de rand van het vierkant. Het team in balbezit kan, na een derde man-combinatie met de keeper, scoren op de vier doeltjes op de cirkel. Na balvervovering kan er binnen vijf seconden worden gescoord op de doeltjes aan de buitenkant. Op die manier verbeteren de teams beide omschakelmomenten. Er kan immers binnen vijf seconden worden gescoord. Dat betekent dat het team dat de bal verliest direct druk moet zetten. Het team dat de bal verovert moet juist onder die gegenpressing uitspelen om te kunnen scoren.
Positiespel Manchester City
Een andere variant op het positiespel is er één met drie vakken. Er zijn drie teams van vier spelers en twee neutrale spelers. Deze neutrale spelers staan aan de kopse kant. Van de drie teams spelen er twee op balbezit. Het derde team verdedigt. Elk team dat op balbezit speelt heeft zijn eigen vak. Daarin mogen twee verdedigers verdedigen. De overige twee verdedigers staan in het middenvak om de passlijn naar de andere kant eruit te halen. Na zes passes mag de bal worden geopend richting de andere kant. Op die manier wordt het spelprincipe ‘kort-kort-lang’ getraind. Met andere woorden, de tegenstander met korte combinaties naar één kant lokken om vervolgens het spel te verplaatsen. Als er twee achtereenvolgende wisselpasses lukken, blijft het verdedigende team een extra keer verdedigen. Anders wisselt het verdedigende team met het team dat balverlies leed.
Afrondingsoefeningen
Oefening 7: Kapbeweging en Schot op Doel
Instructie: A leidt de bal naar het potje waar hij een kapbeweging doet om vervolgens in te spelen op B, A doet na zijn pas jumps over de hegjes. B draait door en speelt in op C, C neemt aan en doet dan een 1/2 met A die aanspeelbaar komt. C trapt op doel. B gaat na zijn pas rond het potje lopen om vervolgens richting doel te springen. A gaat na de aflegger op C nog snel spurten naar D om daar de bal te vragen. D speelt in op A en A tikt de bal in de hoek waarop D versnelt naar die bal. D zet voor op B die ondertussen naar het doel sprint. A doet als laatste actie een versnelling nog rond het potje en sluit aan bij B.Rotatie: A naar B, B naar C, C naar D, D naar A.Variaties: Links en rechts de oefening laten beginnen.Duur: 20 minuten.
Oefening 8: Lange Pas en Afronden
Instructie: Zet pionnen zoals op plaatje.Speler 2 op kaats positie.Speler 3 op afrond positie, verder weg.Speler 1 kaatst op speler 2.Speler 1 geeft lange pas op speler 3 (hoog eventueel).Neemt de bal aan.Dribbel naar de goal.Maakt passeerbeweging.Versnelt en rond af.1 naar 2, 2 naar 3, 3 verdediger op 2, 3 naar andere zijde.
Van positiespel naar afwerken
Een andere variant van het positiespel is een oefenvorm van Ronald Koeman in zijn tijd als trainer van FC Barcelona. Hierin wordt het positiespel gecombineerd met een afwerkvorm. In het middelste vak speelt blauw 5:3. Na acht achtereenvolgende passes mag blauw scoren op een van de twee grote goals. Daarin mogen drie blauwe spelers aanvallen tegenover één rode verdediger. Ook mag er één rode speler uit het middenvak terug verdedigen. Dat maakt het uiteindelijk 3:2+K. Dat betekent dat de spelers trainen het counteren op tempo én het snel terugschakelen.
Omschakeling
Het snel omschakelen van aanval naar verdediging en omgekeerd is cruciaal in het moderne voetbal.
Oefening 9: 2+K : 1 in Opbouwzone
Instructie: In de opbouwzone wordt er 2 + K : 1 gespeeld. Na het inspelen van één van de middenvelders valt het vak weg en spelen we in de hele ruimte.
Oefening 10: Snelle Aanval
Duur: 30 minuten met 60 sec onderbreking.Spelers: 18 spelers met 2 keepers.Veldafmetingen: 60 x 60 meter.Instructie: De oefening start met de verdediger midden speler (6) in positie. In de eerste fase spelen we 4 tegen 4 zonder limieten. Na 5 seconden komen 2 spelers, van iedere ploeg elk 2, deze bewegen naar voren en nemen deel aan het spel, nu spelen 6 tegen 6. Beide ploegen proberen te scoren.Coaching: Stimuleer snelle beslissingen en accurate afwerking. Coach alleen de rode ploeg spelers.
Oefening 11: Balbezit en Omschakeling in Rechthoeken
Veld afmeting: Twee rechthoeken of twee vierkanten met een afstand van 10 meter ertussen.Spelers: 12 spelers verdeeld in drie teams van vier spelers.Instructie: Eén team zit in een rechthoek, het andere team in de andere rechthoek en het derde team zit in het middengebied. De oefening begint in een van de twee rechthoeken waar een spel van 4 tegen 2 zal worden gespeeld, de twee spelers in rust zijn twee van de spelers in de middelste zone. Het doel van het spel is dat het team in balbezit het balbezit behoudt en probeert de bal in de tegenovergestelde rechthoek te wisselen. Wanneer de bal in de tegenovergestelde rechthoek wordt gespeeld, zijn de spelers die de bal proberen te recupereren, de twee die zich in de middenzone bevonden. De bal kan niet worden gewijzigd in de tegenovergestelde rechthoek alleen nadat ten minste 5 opeenvolgende passes in een rechthoek zijn gemaakt. Spelers die in de eerste rechthoek aan het verdedigen waren, gaan naar de middelste zone.
Alternatieve Trainingsvormen en Funvormen
Het is belangrijk om variatie in de trainingen te brengen en de spelers gemotiveerd te houden. Funvormen kunnen hierbij helpen.
Coronatrainingen (maximaal 4 personen)
Gezien de beperkingen die soms gelden, zijn hier enkele oefeningen die in kleine groepen uitgevoerd kunnen worden:
- Parcours in wedstrijdvorm
- Pion schiet spel
- Voetvolley 1 tegen 1
- Lijnen dribbel
- Vrije speler zoeken
- Voetvolley rondje om de 'tafel'
- Afronden na lange pass
Funvormen
- Volleyspel: Scoren vanuit een volley, waarbij een speler de bal vanuit zijn handen naar een teamgenoot speelt die de bal ineens vanuit de lucht neemt.
- Hooghouden richting doel (3:1 + K): Drie aanvallers proberen al hooghoudend richting het doel te gaan en vanuit de lucht te scoren tegen één verdediger en een keeper.
- Tafelvoetvolley: Twee duo’s spelen tegen elkaar, waarbij elk individu direct moet spelen (1x raken) en een team maximaal drie balcontacten heeft voordat de bal de (bovenkant van de) tafel moet raken.
- Rondo 3:1 in de lucht: Een rondo gespeeld in de lucht, waarbij drie spelers de bal hoog proberen te houden terwijl één speler de bal probeert te veroveren.
- Pizzaspel PSV: Een spel in de middencirkel, met vier teams die proberen te voorkomen dat de bal over hun achterlijn wordt gespeeld.
Algemene Richtlijnen voor een Effectieve Voetbaltraining
- Doelgericht trainen: Zorg ervoor dat de oefeningen aansluiten bij de doelstellingen van het team en de individuele spelers.
- Spelenderwijs leren: Maak de trainingen uitdagend en leuk, zodat spelers gemotiveerd blijven.
- Variatie: Bied een gevarieerd trainingsprogramma aan om de spelers in verschillende situaties te brengen en verveling te voorkomen.
- Aanpassen aan niveau: Pas de oefeningen aan aan het niveau van de spelers, zodat iedereen uitgedaagd wordt maar niet overbelast raakt.
- KNVB voetbalvisie: De oefeningen moeten spel echt zijn, er moet een spelprobleem worden opgelost en de deelnemers moeten de voetbalvorm als spel beleven.
Trainingsduur en Periodisering
De gemiddelde lengte van een training voor senioren ligt op ongeveer anderhalf uur, inclusief warming-up en eventueel een cooling-down. Cruciaal is niet de omvang van de training, maar de intensiteit. Je kunt als trainer goed opletten of spelers vermoeid raken, maar beter is het nog om een periodiseringsmodel te volgen. Daarin worden handvatten aangereikt voor de lengte van trainingen, maar ook de afwisseling gedurende de week en de minimale rust die nodig is na bepaalde vormen binnen je oefenstof.
Positiespel: Variaties en Toepassingen
Een positiespel is een veelgebruikte oefenvorm in het voetbal. Ze zijn er in allerlei soorten en maten. Alle variaties hebben één ding gemeen: het doel is om het positie kiezen van de spelers te verbeteren. Op die manier creërt een team superioriteit. Bijvoorbeeld het creëeren van een overtal of een 1:1 situatie waarin een speler beter is dan zijn directe tegenstander. Als het lukt om een dergelijke situatie te creëren, kan het team daar gebruik van maken. Op die manier kan de organisatie van de tegenstander uit elkaar worden gespeeld. Het uiteindelijke doel hiervan is natuurlijk het maken van een doelpunt.
Wat maakt oefenstof leerzaam?
Over het algemeen zijn er op prestatief niveau vier criteria cruciaal. De oefenstof:
- zorgt dat de spelers de speelwijze beter onder de knie krijgen.
- lijkt op de wedstrijd en is er direct van afgeleid.
- zorgt ervoor dat spelers veel herhalingen maken.
- is gevarieerd en brengt spelers in veel verschillende situaties.
Op recreatief niveau gelden wat andere uitgangspunten.
- Elke speler heeft veel balcontacten.
- Spelers zijn zoveel mogelijk in beweging.
- Er is de mogelijkheid tot (punten) scoren.
- De uitleg is kort en spelers gaan snel aan de slag.
Uiteindelijk moet oefenstof altijd zorgen dat spelers beter worden. Dat betekent dat zij (1) beter leren samenwerken met teamgenoten, (2) effectievere keuzes maken, (3) steeds beter in staat zijn om die keuzes goed uit te voeren en (4) dit steeds langer vol kunnen houden.
Uit welke vormen bestaat oefenstof?
In grote lijnen onderscheiden we zes verschillende vormen van oefenstof. In de praktijk kunnen oefeningen ook een combinatie vormen tussen twee of meerdere van deze typen.
- Warming-up: het lichaam opwarmen, met of zonder bal.
- Funvorm: oefeningen in spelvorm om de sfeer te bevorderen.
- Passvorm: het passen van de bal in verschillende stations.
- Positiespel: balbezit houden binnen een vak met verschillende teams.
- Aanvals- of afwerkvorm: scoren vanuit verschillende situaties.
- Partijspel: twee teams spelen al dan niet verkleind tegen elkaar.
In de praktijk zie je trainingen vaak starten met een warming-up en afsluiten met een partijspel. Daartussenin komen twee vormen terug uit het midden van bovenstaand rijtje: een funvorm, passvorm, positiespel en/of aanvalsvorm.
Een training voorbereiden: oefenstof kiezen
Het voorbereiden van de training gebeurt op basis van verschillende criteria.
- Wie zijn er aanwezig? Hoeveel veldspelers en hoeveel keepers? Wie zijn twijfelgevallen?
- Over welke faciliteiten beschik je? Hoe groot is het veld, hoeveel doelen, welke materialen?
- Welke vormen wil je doen? Wat wil je verbeteren? Waaraan hebben de spelers behoefte?
Eigen oefenstof bedenken
Uiteraard kun je ook zelf vormen bedenken. Pak simpelweg pen en papier en begin te tekenen. De belangrijkste uitgangspunten kun je hierboven lezen. Vervolgens is het zaak creatief te zijn en dingen uit te proberen. Spelers hebben liever een trainer die af en toe iets nieuws probeert en even moet stoeien met de regels of afmetingen, dan dat zij elke keer dezelfde oefenstof voorgeschoteld krijgen. Door veel inspiratie op te doen op internet, word je op ideeën gebracht, die je kunt toepassen bij jouw team.
tags: #voetbal #oefeningen #senioren #veld