Voetbalregels: Niet op de bal, maar op de keeper

Voetbal is de populairste balsport ter wereld, gespeeld door twee teams van elk elf spelers. Het doel is om de bal in het doel van de tegenstander te krijgen, waarbij spelers de bal met elk deel van hun lichaam mogen spelen, behalve met hun armen en handen (behalve bij een inworp). In de praktijk wordt de bal vooral met de voet gespeeld en met het hoofd gekopt. De bal moet te allen tijde speelbaar blijven en mag niet afgeklemd worden.

Spelregels en speelveld

Voetbal wordt gespeeld op een rechthoekig veld, met 11 tegen 11 spelers. Beide teams mogen 3 keer wisselen. Een wedstrijd duurt 2 keer 45 minuten. Een doelpunt levert 1 punt op, en het team met de meeste punten aan het einde van de wedstrijd wint. Bij een gelijke stand is er een gelijkspel. In competities worden punten behaald door wedstrijden te winnen of gelijk te spelen.

Het voetbalveld moet, afhankelijk van de competitie, een lengte hebben van minimaal 90 en maximaal 120 meter en een breedte van minimaal 45 en maximaal 90 meter. De afbakening gebeurt met lijnen van maximaal 12 centimeter breed, en op de hoeken worden cornervlaggen geplaatst. In het midden van de achterste lijnen moet verplicht een doel staan, dat 7,32 meter breed en 2,44 meter hoog is.

Specifieke spelregels voor keepers

De keeper is een cruciale speler in het voetbalteam. Wanneer de veldspelers er niet in slagen de tegenstander tegen te houden, staat de keeper klaar. Er gelden specifieke spelregels voor keepers. Binnen het 5-metergebied geniet de keeper een beschermde status. Naast het naleven van de spelregels hebben keepers verschillende taken. De belangrijkste is uiteraard het voorkomen van tegendoelpunten. Daarnaast is coaching essentieel, omdat de keeper het enige teamlid is met een volledig overzicht van het veld. Alle andere spelers staan voor hem, waardoor hij iedereen naar de juiste positie kan dirigeren. Bij een corner is het ook belangrijk dat de keeper zijn spelers op de juiste plek positioneert en duidelijk coacht.

Keepers moeten ook over de nodige voetbalvaardigheden beschikken. Als de verdediging de bal niet kwijt kan aan andere veldspelers, moet er altijd een optie zijn om de bal naar de keeper terug te spelen.

Lees ook: Passie en Kritiek NAC Breda Ultras

Hinderlijk buitenspel: regels, interpretatie en toepassing

Buitenspel is een van de meest bediscussieerde regels in het voetbal, en binnen deze regel is er een specifiek concept dat vaak tot discussie leidt: hinderlijk buitenspel.

Een speler staat buitenspel als hij zich op het moment van spelen dichter bij het doel van de tegenstander bevindt dan de bal én de voorlaatste verdediger, én hij betrokken raakt bij het spel op het moment dat de bal wordt gespeeld door een medespeler. Alleen het staan in buitenspelpositie is geen overtreding; er moet sprake zijn van ‘actief deelnemen aan het spel’.

Een speler wordt bestraft voor hinderlijk buitenspel als hij in buitenspelpositie staat én actief invloed uitoefent op het spel (bijvoorbeeld door de bal aan te raken), of een tegenstander hindert door zijn aanwezigheid of bewegingen, of probeert voordeel te halen uit zijn positie na een afkaatsing of redding.

Voorbeelden van hinderlijk buitenspel:

  • Een aanvaller staat buitenspel, maakt geen contact met de bal, maar blokkeert het zicht van de keeper: hinderlijk.
  • Een speler in buitenspelpositie springt over de bal heen om de keeper te misleiden: hinderlijk.
  • Een speler staat buitenspel, loopt niet naar de bal toe en bemoeit zich nergens mee: geen overtreding.

Het vaststellen van hinderlijk buitenspel is vaak een kwestie van interpretatie. De scheidsrechter en assistenten beoordelen of de buitenspelspeler daadwerkelijk invloed uitoefent op het spel of een tegenstander belemmert. Met de komst van de VAR wordt er bij twijfel naar videobeelden gekeken om de buitenspelpositie te bepalen en hinderlijk gedrag te beoordelen. Toch blijft het laatste oordeel vaak bij de scheidsrechter, zeker bij subjectieve interpretaties zoals zicht belemmeren of beweging richting de bal.

Lees ook: Kleding en benodigdheden Uganda

Hinderlijk buitenspel voorkomt dat spelers een oneerlijk voordeel behalen door passief te blijven staan in een gevaarlijke positie. Tegelijk zorgt het ervoor dat spelers niet onterecht worden afgefloten als ze wel buitenspel staan, maar zich niet met het spel bemoeien. Het is een balans tussen spelregels en spelverloop.

Overige spelregels en situaties

  • Strafschop (penalty): Als er een overtreding wordt gemaakt binnen het strafschopgebied, ontvangt de gedupeerde een strafschop. Dit is een trap vanaf een plek buiten het strafschopsgebied.
  • Vrije trappen: Vrije trappen mogen geblokt worden op afstand, en de andere spelers mogen tussen doel en keeper staan.
  • Corner (hoekschop): Een corner is een trap vanaf de hoek bij het vijandige doel.
  • Inworp: Is het gooien van de bal vanaf de zijlijn.
  • Gele en rode kaarten: Bij een overtreding kan een scheidsrechter, naast een vrije trap of penalty, een officiële waarschuwing geven door middel van een gele kaart. Bij een rode kaart moet een speler het veld verlaten en mag deze niet vervangen worden door een wisselspeler. De ploeg speelt vanaf dat moment met een speler minder. Bij een zware overtreding kan een scheidsrechter besluiten om direct een rode kaart te geven.

Communicatie en "Los" roepen

Voetbal is een sport waarbij communicatie tussen spelers essentieel is. Toch is er een ongeschreven regel die in bijna elke voetbalwedstrijd geldt: je mag niet “los” roepen. Dit is omdat het verwarring kan veroorzaken op het veld. Spelers communiceren voortdurend met elkaar om aan te geven wanneer ze een bal vrij kunnen laten of wanneer er een dreiging van de tegenstander is. Door ‘’los’’ te roepen, kan een tegenstander worden misleid en kan het spelverloop onbedoeld worden beïnvloed. Dit wordt beschouwd als onsportief gedrag en kan leiden tot een indirecte vrije trap of zelfs een waarschuwing van de scheidsrechter.

Er is één uitzondering op deze regel: de keeper. De doelman mag “los” roepen om zijn verdedigers te laten weten dat hij de bal veilig kan oppakken. Dit is belangrijk voor de communicatie in het strafschopgebied, waar snelle beslissingen nodig zijn.

Volgens de spelregels van de KNVB en andere voetbalbonden valt misleidende communicatie, zoals het roepen van “los” door veldspelers, onder onsportief gedrag. In plaats daarvan wordt van spelers verwacht dat ze duidelijke en eerlijke instructies gebruiken, zoals het roepen van een naam of het gebruik van afgesproken signalen binnen het team. In plaats van “los” roepen, worden er andere, specifieke communicatievormen gebruikt, zoals het roepen van de naam van een teamgenoot (“Paul, laat gaan!”) of door vooraf afgesproken termen te gebruiken zoals “ik heb” of “vrij”.

Wijziging in regels voor keepers (aangekondigd door IFAB)

De spelregelcommissie IFAB heeft een belangrijke wijziging aangekondigd met betrekking tot het bestraffen van keepers die de bal te lang vasthouden. Vanaf volgend seizoen zullen scheidsrechters in zulke gevallen geen indirecte vrije trap meer geven, maar in plaats daarvan een corner toekennen aan de tegenstander. Deze tijdslimiet wordt vanaf volgend seizoen verruimd naar acht seconden. Bovendien introduceert de IFAB een aftelmethode: scheidsrechters zullen zichtbaar van vijf naar nul aftellen om keepers en spelers duidelijk te maken wanneer de tijdslimiet bijna verstreken is.

Lees ook: Steun het Nederlands Elftal met stijl

tags: #voetbal #niet #op #de #bal #maar