Valencia CF: Een Duik in de Geschiedenis van een Spaanse Voetbalgrootheid

Als voetbalfan laat je hart sneller kloppen bij de gedachte aan een reis naar Spanje, de thuisbasis van legendarische clubs. La Liga is meer dan een competitie; het is een cultuur, een ervaring die elke voetballiefhebber minstens één keer moet meemaken. Valencia CF, gevestigd in de zonnige oostkust van Spanje, is zo'n club met een rijke historie en een unieke identiteit. Deze club biedt een geweldige ervaring voor elke voetbalfan. Valencia biedt een mooie mix van strand, cultuur en gastronomie. Dit maakt de stad een perfecte bestemming voor een combinatie van voetbal en vakantie.

De Vleermuis in het Logo: Een Symbool van Trots en Bescherming

Het is je vast weleens opgevallen: in het logo van Valencia CF zit een vleermuis verwerkt. Ook Levante UD pronkt in het clublogo met een vleermuis. De oorsprong van deze symboliek gaat terug naar de 13e eeuw. Volgens oude verhalen zou een vleermuis zijn neergestreken op een overwinningsvlag.

De precieze afkomst van de vleermuis in Valencia is een mysterie, maar kent verschillende mythes:

  • Een vleermuis landde op de vlag van de koning: Eén van de verhalen stelt dat een vleermuis op de vlag van Jacobus I van Aragón landde, vlak voordat hij de belangrijke slag tegen de Saracenen won en Valencia veroverde voor zijn koninkrijk. Jacobus I van Aragón was in de 13de eeuw koning van Aragón, een gebied in het oosten van Spanje. De Saracenen waren een Noord-Arabisch volk dat zich verzette tegen Oost-Romeinse keizers rond de 13e eeuw.
  • Vleermuis landde op de tent van de koning: Een andere mythe stelt dat een vleermuis op zijn tent landde en hem waarschuwde voor een verrassingsaanval van de Saracenen. Een derde versie beweert dat de nachtelijke routine van vleermuizen Jacobus I van Aragón inspireerde om de Saracenen 's nachts aan te vallen.

Door deze mythes is de vleermuis hét symbool van de stad Valencia geworden. Het dier is zelfs op het stadswapen te zien. In de loop der jaren is de vleermuis een symbool voor trots geworden. De vleermuis staat voor de bescherming en geluk van de inwoners van de stad en herinnert aan de rijke geschiedenis en tradities.

Naast de logo's van de twee voetbalclubs is de vleermuis op veel verschillende plaatsen in de stad te zien. In Valencia is er bijvoorbeeld op een plein genaamd ‘Plaza de la Reina’ een standbeeld van een vleermuis te zien. Bovendien is er een museum in de stad, het ‘Museu Faller de Valencia’, dat een aantal traditionele Valenciaanse kunstwerken herbergt, waaronder een aantal beelden van vleermuizen. Ook het basketbalteam uit Valencia heeft een vleermuis in het logo.

Lees ook: Oranje sterren in Valencia

Zowel Valencia CF als Levante zijn in het begin van de 20e eeuw opgericht. Beide kozen voor een vleermuis in het clublogo. Toen Valencia CF in 1919 werd opgericht, besloot de club de vleermuis in het logo van het team op te nemen, met een vleermuis met gespreide vleugels voor de initialen van de club. In de loop der jaren heeft het logo een aantal veranderingen ondergaan, maar de vleermuis is altijd bewaard gebleven. De vleermuis komt ook voor in het logo van Levante UD; ook is gevestigd in Valencia. De club werd opgericht in 1909 en heeft de vleermuis als symbool vanwege de connectie met de stad. Ook het logo van Levante is in de loop der jaren veranderd, maar de vleermuis is altijd onderdeel gebleven van het logo.

De Oprichting en Vroege Jaren: Van Estadio Algiros naar Mestalla

De Torino Bar in Valencia fungeerde op 18 maart 1919 als decor voor een historische gebeurtenis: de oprichting van Valencia CF. In de beginjaren speelde de club uit de sinaasappelstad in het Estadio Algiros, maar al in 1923 maakte men de overstap naar het huidige Mestalla. Ten tijde van de oprichting was er nog geen sprake van een landelijke competitie. Valencia besloot het eerste Segunda División-seizoen met een vijfde plaats. In 1931 wist de club te promoveren naar het hoogste niveau van Spanje.

De Jaren '40: De Eerste Glorieperiode met Edmundo Suárez

Los Che speelden in de eerste seizoenen na de promotie geen rol van betekenis in de Primera División, maar noteerde wel een eerste finaleplaats in de Spaanse beker. De Copa del Presidente de la República-finale tegen Madrid Football Club eindigde echter in een 1-2 nederlaag. In 1936 brak de Spaanse Burgeroorlog uit. Het voetbal kwam daardoor een aantal seizoenen stil te liggen. Ook de stad Valencia werd zwaar geteisterd, met een grotendeelse verwoesting van Estadio Mestalla als resultaat. In de jaren veertig werd het onderkomen van de club opnieuw opgebouwd. Valencia mocht opnieuw deelnemen aan de Primera División en toonde zich competitief. Dit leidde in 1941 tot de eerste hoofdprijs sinds de oprichting: de Copa del Generalísimo.

Valencia maakte in de jaren veertig een sterke indruk in de Primera División. Los Murciélagos schreven in het seizoen 1941-1942 geschiedenis door de landstitel te veroveren. Real Madrid eindigde in de titelstrijd op zeven punten achterstand. Dit succes was deels te danken aan Edmundo Suárez, die maar liefst 186 doelpunten produceerde in 210 wedstrijden. Zijn doelpuntenproductie leidde eveneens tot de kampioenschappen van 1944 en 1947. In het Spaanse bekertoernooi moest Valencia eveneens meermaals genoegen nemen met de status van runner-up. Vanaf 1944 verloor de club drie opeenvolgende finales, maar in 1954 werd ook deze prijs nogmaals aan de erelijst toegevoegd. FC Barcelona kreeg in Madrid met duidelijke cijfers klop: 3-0. In 1952 wist ook Valencia Mestalla (de B-ploeg) door te dringen tot de Primera División, maar de Spaanse bond weigerde deze toelating.

De Jaren '50 en '60: Overstromingen, Waldo en Europees Succes

Op 14 oktober 1957 werd de stad Valencia getroffen door een overstroming van de rivier Turia. Meer dan vierhonderd inwoners kwamen daarbij om het leven. Ook materieel was de schade groot. Dit had tevens consequenties voor de voetbalclub, dat te maken kreeg met een economische terugval. Valencia bleef in de eerste jaren weliswaar meedraaien in de top van Spanje, maar een vierde plaats bleek het hoogst haalbare.

Lees ook: Topwedstrijd: FC Barcelona vs. Valencia

Valencia versterkte zich in 1962 met de Braziliaan Waldo. De vijfvoudig international van Brazilië werd de opvolger van landgenoot Walter Marciano, die op 29-jarige leeftijd overleed na een verkeersongeval. In november van datzelfde jaar liet de nieuwkomer zich meteen gelden met vier doelpunten tegen FC Barcelona (6-2 overwinning). In 1967 wist Valencia eindelijk weer een Spaanse trofee binnen te slepen door Athletic Bilbao met 2-1 opzij te schuiven in de bekerfinale. Los Che maakten in 1970, 1971 en 1972 opnieuw kans op bekersucces, maar drie opeenvolgende finales resulteerden in een nederlaag.

Valencia debuteerde in de jaren zestig op het Europese strijdtoneel door deel te nemen aan de Jaarbeursstedenbeker. Los Che lieten zich meteen gelden door in 1962, 1963 en 1964 de finale van dit toernooi te bereiken. De eerste twee edities wist men daadwerkelijk te winnen ten koste van FC Barcelona en Dinamo Zagreb. Een derde opeenvolgende eindzege werd echter geblokkeerd door Real Zaragoza.

De Jaren '70 en '80: Kempes, Europacup II en Degradatie

Valencia kroonde zich in 1971 wel tot landskampioen. Valencia versterkte zich in de jaren zeventig met spelers als Johnny Rep en Mario Kempes. Laatstgenoemde besliste in 1978 de WK-finale tussen Argentinië en Nederland. Hij scoorde ook in het Estadio Mestalla aan de lopende band. Mede dankzij Kempes won Valencia zowel de Copa del Rey (1979), Europacup II als de Europese Supercup (1980). De Zuid-Amerikaan nam in 1981 afscheid van de Spaanse club, maar keerde in 1982 alweer terug.

In het seizown 1967-1967 was Valencia een van de deelnemers aan de Europacup II. De eerste deelname aan een grote eindronde sneuvelde in de kwartfinale door toedoen van Bayern München. Valencia won in het seizoen 1979-1980 voor het eerst een Europees hoofdtoernooi. In de finale van de Europacup II rekenden de Spanjaarden af met Arsenal (4-0 thuis, 2-1 uit). Als beloning mocht men aantreden in de strijd om de Europese Supercup, maar op basis van de uitdoelpuntenregel trok Nottingham Forest aan het langste eind.

Zonder smaakmakers als Waldo en Kempes verliepen de jaren tachtig tegenvallend. Valencia degradeerde in het seizoen 1985-1986 zelfs voor het eerst in 55 jaar uit de Primera División. Deze degradatie was mede te wijten aan het gebrek aan financiële stootkracht. De schuldenlast was fors te noemen, maar Valencia wist de schade beperkt te houden door in 1987 de Segunda División-titel te bemachtigen.

Lees ook: Het verhaal van Jasper Cillessen

De Jaren '90: Hiddink, Ranieri en de Wederopbouw

Valencia wist zich in het seizoen 1987-1988 te handhaven door als veertiende te eindigen. In de daaropvolgende seizoenen keerde de club terug in de top van Spanje, met een tweede plaats in 1990 en 1996 als beste prestatie. In de tussentijd verscheen Guus Hiddink aan het roer als hoofdtrainer. De voormalig PSV-trainer werd in november 1993 na meer dan honderd wedstrijden ontslagen, maar keerde in de slotfase van het seizoen terug om het team te behoeden voor degradatie.

In de jaren negentig wist Valencia een nieuwe succesploeg op te bouwen. Spelers als Santiago Cañizares, Claudio López, Gaizka Mendieta, Predrag Mijatovic, Ariel Ortega en Romário maakten zoal hun opwachting voor de club. In 1998 kreeg de wederopbouw van de club een stimulans door het aantrekken van trainer Claudio Ranieri. De Italiaanse trainer leidde Valencia in 1999 naar de eerste hoofdprijs in jaren.

Het Gouden Tijdperk: Cúper, Benítez en de Dubbel

Na de bekerwinst maakte Ranieri plaats voor Héctor Cúper. Hij leidde de club meteen naar de Supercopa de España, waarna men ook de Champions League-finales van 2000 en 2001 bereikte. De nieuwe trainer Rafael Benítez wist de sterke ontwikkeling te bekronen in de vorm van de landstitel van 2002. Twee jaar later wist Valencia dit succes te overtreffen door zowel de landstitel als de UEFA Cup te veroveren.

Aan het begin van de 21ste eeuw stond Valencia aan de top van Europa. Zowel in 2000 als 2001 bereikte de club uit LaLiga de finale, maar respectievelijk Real Madrid (0-3) als Bayern München (na strafschoppen) trok aan het langste eind. In het seizoen 2003-2004 had het team meer succes in de UEFA Cup door in de finale af te rekenen met Olympique Marseille (2-0). Valencia smacht sinds 2004 naar nieuw succes in Europees clubverband.

Na het topseizoen 2003-2004 ontstond er onenigheid tussen het bestuur en Benítez. De succestrainer besloot zijn ontslag in te dienen en werd opgevolgd door oude bekende Ranieri, maar onder diens leiding eindigde men slechts als zevende.

Recente Jaren: Koeman, Emery en Financiële Uitdagingen

Valencia maakte een aantal moeizame seizoenen door. Valencia eindigde in 2006 als derde in de Primera División. Ruim een jaar later verscheen PSV-trainer Ronald Koeman aan het roer in het Estadio Mestalla, maar dit bleek geen echte match. De latere bondscoach maakte zich ook niet populair door clubiconen Cañizares, David Albelda en Miguel Ángel Angulo uit de selectie te zetten. Aanhangers van Valencia keerden zich dan ook tegen de Nederlander. De bekerwinnaar sloot het seizoen 2007-2008 af met een teleurstellende tiende plaats.

Onder Koeman’s opvolger Unai Emery wist Valencia zich te herstellen door in drie van de vier seizoenen een Champions League-ticket binnen te slepen. In de tussentijd kreeg de club te maken met tegenwind. Valencia was reeds begonnen met de bouw van een gloednieuw stadion, maar vanwege geldgebrek werd dit megaproject stilgelegd.

De Copa del Rey van 2019 en de Strijd tegen Degradatie

Emery vertrok in 2012 als hoofdtrainer van Valencia. Los Che eindigden in de daaropvolgende periode driemaal als vierde en veroverden de Copa del Rey van 2019 door FC Barcelona te verslaan. Kevin Gameiro en Rodrigo maakten het verschil in de bekerfinale (2-1). Drie jaar later maakte Valencia opnieuw kans op de bekerwinst, maar ditmaal bleek Real Betis vanaf de strafschopstip te sterk. Een flinke dreun voor het team, dat in 2023 zelfs bijna degradeerde uit de Primera División (zestiende). Het seizoen 2024-2025 begon dramatisch voor Valencia, dat op 23 december 2024 pas twee competitiezeges op zak had. Voormalig speler Rubén Baraja werd daarom ontslagen als hoofdtrainer.

Derby del Turia en de Europese Geschiedenis

Naast Valencia telt de gelijknamige stad nog een professionele voetbalclub: Levante UD. Onderlinge wedstrijden staan bekend als de Derby del Turia. Al in de jaren twintig van de vorige eeuw troffen beide clubs elkaar voor het eerst, maar pas in 1963 vond de eerste confrontatie in LaLiga plaats. Valencia heeft meer clubs als rivaal betiteld.

Valencia speelde tot en met het seizoen 2023-2024 in totaal twaalf officiële wedstrijden tegen een Nederlandse club. De Spanjaarden wonnen vijfmaal, speelden vijfmaal gelijk en stonden slechts twee nederlagen toe. Verschillende Nederlanders hebben het shirt van Valencia gedragen. Verschillende Nederlanders stonden als hoofdtrainer aan het roer bij Valencia.

Estadio Mestalla: Een Voetbaltempel met een Rijke Historie

Het Estadio Mestalla is sinds mei 1923 de thuishaven van Valencia. Het onderkomen van Los Che werd destijds geopend met een wedstrijd tegen die andere club uit de stad, UD Levante (1-0 zege). In het beginstadium telde het stadion een capaciteit van 17.000, maar door de jaren heen is het aantal plaatsen opgelopen naar 49.430.

Mestalla is een van de oudste en mooiste voetbalstadions ter wereld. In deze thuishaven van Valencia hangt volgens voetballers en fans een magische en haast mythische sfeer. Het op 20 mei 1923 geopende Mestalla kenmerkt zich door de enorm steile tribunes. Op sommige plekken moet je zelfs staan, omdat je anders de achterlijn onder je niet ziet. Je zit (of staat dus) als het ware in een oud openluchttheater voetbal te kijken. Waar er tijdens de opening meer dan 100 jaar geleden plek was voor 17.000 toeschouwers, passen nu bijna 50.000 mensen in het roemruchtige Valencia-stadion. In de tussentijd is enorm veel gebeurd: zowel in als rondom het stadion. Mestalla heeft burgeroorlog en natuurgeweld doorstaan.

De bijzondere, historische sfeer die voetballers en fans in het stadion voelen, is toe te schrijven aan de bizarre geschiedenis van het voetbalbolwerk. Zo werd Mestalla tijdens de burgeroorlog in Spanje (1936-1939) gebruikt als concentratiekamp en opslagplaats. Gedurende deze periode is het stadion enorm beschadigd. Na een flinke renovatie in de vroege jaren 50’ was het weer raak. Dit keer zorgde een overstroming van de rivier de Turia voor schade aan de thuishaven van Valencia. Pas in 1959 was alles weer helemaal zoals het was én meer.

Valencia veranderde de naam ‘Mestalla’ - dat is vernoemd naar een irrigatiekanaal - naar Estadio Luis Casanova. Dit om de gelijknamige president van de club te eren. Maar na 15 jaar vond de zelfde Luis Casanova Giner het wel genoeg geweest en veranderde de naam van de club weer in ‘Mestalla’. Er gaan verhalen dat de ex-directeur van de club het mentaal dusdanig overweldigend vond dat het stadion zijn naam droeg, dat hij het daarom weer liet veranderen. De huidige fans van Valencia zijn maar al te blij dat de oud-clubpresident deze keuze maakte.

Sinds het prille begin van Mestalla is het de speelgrond voor bijzondere wedstrijden. Zo speelde het Spaanse nationale elftal in 1925 voor het eerst in het stadion. Daarnaast hoste het wedstrijden tijdens het WK in 1982 en de Olympische Spelen in 1992. Spanje speelde al hun wedstrijden in Mestalla en won goud. Ook in de meest recentere geschiedenis was Mestalla dé plek voor grote wedstrijden. Bijvoorbeeld van de El Clásico’s in de Copa del Rey in 2011 en 2014. In totaal was Valencia tien keer de gastheer voor deze Spaanse bekerfinale. Simpelweg omdat Mestalla fantastisch is voor zowel spelers als fans.

Als het gaat om clubliefde is er geen beter voorbeeld dan het verhaal van Vicente Navarro Aparicio. De Valencia-fan kwam al sinds kinds af aan in Mestalla om zijn club te zien spelen. Toen hij in 1997 op 54-jarige leeftijd plots blind werd, leek er een eind te komen aan zijn grootste hobby: live voetbalwedstrijden van Valencia CF aanschouwen. Daar dacht Vicente zelf anders over: hij hield zijn seizoenkaart en bleef elke wedstrijd trouw bezoeken. Na zijn overlijden werd er een bronzen standbeeld van hem geplaatst op de plek waar hij altijd zat: stoel 164, rij 15 op Trubena Pref.

Je kunt het stadion van de Spaanse topclub Valencia bezoeken tijdens de zogenaamde Mestalla forever tour. Het Mestalla stadion uit 1923 is het oudste stadion van Spanje en Valencia CF heeft mede in dit stadion de nodige prijzen gewonnen, zoals 6 keer landskampioen van de Primera Division, 7 keer Copa del Rey, 2 keer Spaanse Super Cup, 1 keer Europacup II, 3 keer UEFA Cup, 2 keer UEFA Super Cup, 1 keer UEFA Intertoto Cup en 1 maal de Wereldbeker. Een flink gevulde prijzenkast. Het adres van het Estadio Mestalla is Av. de Suècia, s/n, 46010 València, Valencia, Spanje. Je kunt het stadion bereiken met lijnbus 10, 32, 71 of 80.

Nou Mestalla: De Onvoltooide Droom

Valencia presenteerde in 2006 de plannen voor een nieuw stadion. Nou Mestalla had af moeten zijn voor het seizoen 2009-2010, maar vanwege het gebrek aan financiële middelen werd de bouw in februari 2009 stilgelegd. Pas in de zomer van 2022 werd er bericht over een doorbraak.

Er is één grote gelijkenis tussen de Sagrada Família in Barcelona en het Estadio Mestalla in Valencia: de eeuwige bouw dat nooit af komt. Al in 2006 begon Valencia met project ‘Nou Mestalla’, een gloednieuw stadion op zo'n 15 minuten van het huidige met de nieuwste faciliteiten. Kosten? Meerdere honderden miljoenen. Al in 2009 werd de bouw stilgelegd door financiële problemen. Er werd jaren niks mee aan gedaan, tot afgelopen jaar. Valencia moet namelijk een van de speelsteden worden voor het WK in 2030 dat Spanje samen met Portugal organiseert. Uiteraard wil Spanje het nieuwe Nou Mestalla dan af hebben, om de wereld te imponeren met dit geweldige voetbalbolwerk. En laat dat nou net dubbel en dwars de moeite waard zijn.

tags: #valencia #mallorca #voetbal #geschiedenis