Introductie
De voetbalgeschiedenis van Joure en omgeving is rijk en divers, met verenigingen die diep geworteld zijn in de lokale gemeenschap. Dit artikel belicht de opkomst en ontwikkeling van twee prominente clubs: D.W.P. (De Wite Peal) uit Sintjohannesga en Sportclub Joure, waarbij de focus ligt op hun unieke ontstaansgeschiedenis, sportieve hoogtepunten en maatschappelijke betekenis.
De Wite Peal: Een voetbalclub geworteld in de veenkolonie
De voetbalvereniging D.W.P., voluit "De Wite Peal", werd opgericht op 19 juni 1947. De oprichting vond plaats in de kantine van het voormalige Rijkswerkkamp "De Wite Peal" aan de Kampweg te Rotsterhaule. Dit kamp was vanouds een herkenningspunt op de hoek van de Wolvedyk en de Kampweg. Het kamp was vernoemd naar een witte grenspaal die bij het aansnijden van het veen in de grond geslagen werd. De paal markeerde tevens de grens tussen de voormalige gemeenten Haskerland en Doniawerstal.
Kampbeheerder Albert Doorn (1905-1951) nam na de oorlog het initiatief om weer een echte vereniging op te richten. Zo'n 20 jaar daarvoor was er ook al een voetbalvereniging "D.W.P.", die verdween maar er was toch iets blijven hangen. Na de bevrijding gingen de schooljongens voetballen op een stuk grond bij het kamp. Al spoedig bemoeiden enkele ouderen zich ermee en ontstond het idee om weer een echte voetbalclub op te richten. In de kantine van het kamp werd besloten om de vereniging wederom de naam D.W.P. mee te geven.
De naamgeving is onlosmakelijk verbonden met de plaats waar de voetbalclub werd opgericht. Dat kamp was voor werklozen die aan de drooglegging van het Rohelster Wide moesten werken. Nog weer later werd het kamp voor diverse doeleinden gebruikt, o.a. voor de huisvesting van een aantal voormalige KNIL-militairen. In de volksmond sprak men meestal over het Ambonezenkamp, de bewoners raakten snel ingeburgerd enkelen werden ook lid van de voetbalvereniging D.W.P. Tussen 1954 en 1960 vertrokken de gezinnen en verspreiden zich over geheel Nederland.
Op 26 april 2011 werd ter nagedachtenis aan alle bewoners een marmeren gedenkteken onthuld ter herinnering aan het Rijkskamp dat tot 1961 aan de Wolvedyk en Kampweg heeft gestaan. De onthulling begon in de kantine van de voetbalvereniging D.W.P., dat genoemd is naar het kamp waar de vereniging is ontstaan.
Lees ook: Ontdek het bruisende verenigingsleven van Sportclub Overdinkel
Het eerste bestuur bestond uit: voorzitter Albert Doorn (1905-1951), secretaris Harmen ten Hoeve (1909-1987), penningmeester Jan van der Molen (1921-1997), commissarissen Jan Anne de Jong en Jan Egbert Visser. De oprichting in 1947 gaf werk aan de winkel, met man en macht werd er gegraven totdat uit een oneffen stukje grond achter het kamp iets te voorschijn kwam wat op een voetbalveld leek. In het verslag van de oprichtingsvergadering wordt genotuleerd dat het geen groot terrein was maar ook niet duur want het werd belangeloos afgestaan door de Grond Mij. "De Drie Provinciën".
Sportieve successen en tegenslagen van D.W.P.
D.W.P. groeide voorspoedig en men wilde de competitie ingaan, dit werd in eerste instantie door de bond geweigerd omdat de vereniging over te weinig leden beschikte. Men kwam terecht in een onderlinge competitie met o.a. Langweer, Renado, Rodo (Scharsterbrug) en Stobbegat.
De eerste schreden in competitieverband waren niet wankel men werd ongeslagen kampioen om daarna toegelaten te worden tot de FVB om in drie jaar tijd van de 3e klas FVB door te stomen naar de 4e klas KNVB. Tevens werd D.W.P. in het seizoen 1950/1951 algemeen kampioen van Friesland na winst op Harkemase Boys.
De toestand van de velden liet nog wel te wensen over, bij regenval was het terrein totaal onbespeelbaar en werd er nog al eens uitgeweken naar het hoger gelegen stuk land van de heer Wietsma te Ouwsterhaule (tegen het bospad). Met man en macht werden dan de goalpalen en andere attributen verplaatst om de wedstrijden toch maar te laten doorgaan.
In september 1951 verhuisde D.W.P. wel van Rotsterhaule naar Sintjohannesga. Dorpsbelang kocht van de familie Grevelink 1.45 ha grond, dit land was in gebruik bij de heer R. Oenema. De keuring van het veld had nog wat voeten in de aarde, in eerste instantie werd het oude D.W.P-terrein afgekeurd. Na een tweede keuring werd toestemming gegeven en kon de overgang naar de landelijke voetbalbond in veiligheid worden gebracht. De gemeente Haskerland had ook belangstelling voor 20 are van het terrein en bouwde daar voor het voetbalterrein in 1969 een gymlokaal.
Lees ook: Passie en Kritiek NAC Breda Ultras
Door interne moeilijkheden en daarmee gepaard gaande financiële zorgen gingen de prestaties achteruit en aan het einde van 1951/1952 volgde degradatie. Zonder slag of stoot had D.W.P. zich echter niet gewonnen gegeven, pas na 113 minuten zenuwslopend voetbal in een beslissingswedstrijd tegen Q.V.C. (4-3).
Reeds het volgend seizoen ging in de 1e klas F.V.B. wederom de vlag in top, voor de 2e maal werd het algemeen kampioenschap van Friesland behaald (Blauw Wit 2) en kon men de 4e klas weer binnentreden. In het seizoen 1953/1954 schoot men slechts één punt tekort voor de nieuw ingestelde 3e klas Noord.
Seizoen 1955/1956 was succesvoller, de titel werd behaald in de 4e klas en er volgde een zeer spannende promotiecompetitie waar de oud-leden van D.W.P. tot op heden nog over praten. De kampioenen van de drie noordelijke provincies speelden een promotiecompetitie 4e klasse KNVB en eindigden als volgt: D.W.P. 4 1 2 1 4 9-9, Oranje Nassau 4 1 2 1 4 6-6, Drenthina 4 1 2 1 4 5-5.
Daarna speelden deze 3 clubs een nieuwe halve competitie met als eindstand: Drenthina 2 1 1 0 3 3-1, D.W.P. 2 1 1 0 3 2-1, Oranje Nassau 2 0 0 0 0 0-3. De KNVB berichtte beide verenigingen dat er zal worden geloot wie promoveert, dit werd later omgedraaid en besloten werd om Drenthina en D.W.P. een beslissingswedstrijd te laten spelen.
Op zaterdag 7 juli 1956 werd D.W.P. in Hoogeveen, op het terrein van H.Z.V.V. met 4-1 door Drenthina kansloos verslagen en dat betekende voor de Drentse ploeg dus promotie. Tot het seizoen 1965/1966 bleef D.W.P. in de afdeling spelen, maar toen kon weer een kampioensfeest worden gevierd en mocht men het wederom in de K.N.V.B. proberen.
Lees ook: Kleding en benodigdheden Uganda
Twee seizoenen lang wist men met succes een plaats in de 4e klas te handhaven, daarna volgde wederom degradatie. Jarenlang probeerde het vlaggenschip van de vereniging om wederom een plaatsje in de K.N.V.B. Het voordeel wanneer men speelde in de F.V.B. was, dat de standaardelftallen konden meedoen aan de Freonskipsbeker.
D.W.P. in de Freonskipsbeker
Tegen het eind van de jaren zestig kreeg een bestuurslid van de voetbalvereniging O.N.T. uit Opeinde het idee dat het tijd werd voor bekervoetbal voor standaardelftallen, uitkomende in de afdeling Friesland van de K.N.V.B. Voor de jeugdelftallen was er al jaren bekervoetbal voor de senioren alleen competitie maar geen bekervoetbal. O.N.T. organiseerde in 1969 en 1970 de te spelen wedstrijden, er was voldoende animo van de zijde van de Friese clubs zodat de F.V.B. de organisatie in 1971 overnam. D.W.P. was in de Freonskipsbeker zeer succesvol, we kunnen wel stellen dat in de 26 gespeelde finales D.W.P. maar liefst zes keer van de partij was. Slechts twee keer werd de beker gewonnen, onderstaand de gespeelde wedstrijden.
- 1972 Hardegarijp Hardegarijp - D.W.P. 2 - 3 *
- 1973 Sintjohannesga D.W.P. - Hardegarijp 2 - 3
- 1977 Hallum Trynwaldster Boys - D.W.P. 2 - 1
- 1982 Koudum Drogeham - D.W.P. 3 - 1
- 1986 Garijp D.W.P. - Leeuwarden 1 - 0 *
- 1987 Sintjohannesga Sparta - D.W.P.
In 1972 werd, onder de naar AZ '67 vertrekkende trainer Henk Zoetendal, Hardegarijp met 2-3 verslagen. Ook begon Henk Prinsen zijn trainersloopbaan bij D.W.P. De vereniging had zeker aantrekkingskracht op oud-Heerenveen-spelers want ook Gerrit Weide is vele jaren actief geweest voor onze vereniging, de eerste jaren zelfs nog als speler/trainer. Trainer Bonne de Vries zorgde er mede voor dat de mannen van D.W.P. in 1986 wederom de beker behaalden, dit na een 1-0 overwinning op sc Leeuwarden. Het volgende seizoen speelde D.W.P. de zesde finale-wedstrijd om de Freonskipbeker en werd kansloos met 5-0 door Sparta '59 (Deinum) onder de voet gelopen.
Jubileum en sportpark
Naast het 25 jarig jubileum in 1972 won D.W.P. dat jaar ook voor het eerst de Freonskipbeker. Op de receptie bij café van Es kon voorzitter Piet van der Veen (1937-1987) een groot aantal genodigden welkom heten, aanwezig waren o.a. burgemeester Houben en gemeentesecretaris Y. Heida, bondsafgevaardiging en vertegenwoordigers van diverse sportverenigingen in de omgeving. Hoogtepunt was dat Uilke Gongrijp (1920-1991) deze avond de zilveren K.N.V.B.-speld kreeg uitgereikt.
Op woensdag 10 mei 1973 was eveneens een gedenkwaardige dag in de geschiedenis van D.W.P., deze avond werd op het verlichte Sneek-terrein de beslissingswedstrijd gespeeld tussen D.W.P. en S.D.S. al binnen 13 minuten tegen een 0-2 achterstand aankeek door enorme blunders in de verdediging. Trainer Henk Prinsen noemde dit onverklaarbaar omdat het elftal in de competitie dat seizoen slechts acht tegendoelpunten incasseerde. De eindstand 0-3 werd al voor de rust bereikt en dit bleek tevens de eindstand te zijn.
Op woensdag 20 juni 1973 werd wederom de finale gespeeld om de Freonskipbeker, ditmaal in Sintjohannesga wederom tegen Hardegarijp, na een 2-0 voorsprong bij rust dacht men bij D.W.P. op rozen te zitten. Niks was echter waar want Hardegarijp kwam gelijk om zelfs vlak daarna op voorsprong te komen, hun keeper werd echter de held van de dag toen D.W.P.-er Johnnie van der Zee een kwartier voor tijd een penalty miste. Bij gebrek aan F.V.B.-officials overhandigde D.W.P. voorzitter Oene Bijker de beker aan de winnaars.
Op de receptie van het 25-jarig bestaan werd er al druk over gesproken, D.W.P. beschikte toen over negen elftallen welke moesten spelen op één veld dat bekend stond als één van de slechtste van Friesland. In mei 1975 schreef de gemeente Haskerland een openbare aanbesteding uit voor het bouwen van een was- en kleedgebouw met kantine op het sportterrein te Sintjohannesga. De totale kosten werden geraamd op fl. 258.000,-- waarvan als niet-subsidiabel werden aangemerkt de kosten van de bouw van de kantine ad fl. 70.000,- De vereniging stelde ¦ 15.000 beschikbaar als verplicht aandeel in de kosten van de was- en kleedgelegenheid en de helft van de kosten zijnde ¦ 35.000,- van de kantine. Voor dit bedrag werd bij een pensioenfonds een lening afgesloten met een looptijd van 25 jaar. De aanleg van het sportveld werd in A.C.W.-verband uitgevoerd. In augustus 1976 werd het sportpark officieel geopend. Het openingsgebeuren werd ingeleid door een groep pupillen van D.W.P., die door middel van een rollenspel zichtbaar maakten hoe de realisatie van het complex tot stand was gekomen, en hoe de diverse instanties elkaar de bal hebben toegespeeld.
Aan het eind van het spel bood pupil Mindert Mulder (nu keeper 1e elftal) burgemeester Houben de bal aan die hem doorspeelde naar de voorzitter van de sportraad de heer Snijder, destijds tevens wethouder sportzaken. De heer Snijder tot slot "pingelde" de bal door naar D.W.P. voorzitter Oene Bijker. Het sportpark waar de vereniging speelt is omgedoopt tot sportpark "de Grie".
Sportieve mentaliteit boven kampioenschappen
In zijn toespraak, namens de Sportraad Haskerland liet Jacob Snijder o.m. weten dat sportieve successen van D.W.P. niet het belangrijkste behoeven te zijn, als men maar zo doorging als toen, als een vriendenploeg. Een opmerkelijke uitspraak met misschien een vooruitziende blik want kampioenschappen bleven daarna uit voor het eerste elftal. Wel werden er nog een viertal finalewedstrijden gespeeld om de Freonskipbeker slechts éénmaal werd deze gewonnen. (1986: D.W.P. - Leeuwarden 1-0).
Trainer Bonne de Vries uit Heerenveen legde na drie jaar trainer te zijn geweest toch een basis voor het volgende seizoen. In 1987, onder leiding van trainer Jan de Vries uit Drachten, promoveerde het vlaggenschip van de vereniging, na bijna 20 jaar hierop te hebben gewacht, naar de K.N.V.B. (opmerkelijk was dat het tweede elftal van D.W.P. D.W.P.-topscoorder van dat seizoen Yke de Jong won de "schuttersprijs" ingesteld door het Friesch Dagblad, doch vroeg na het seizoen gelijk overschrijving aan naar Heerenveense Boys om enkele jaren later via Read Swart terug te keren bij D.W.P.
Jubileumjaren en stille krachten
In jubileumjaren bleken de prestaties van het eerste elftal ook succesvol. In 1987 vierde de vereniging het veertig jarig bestaan met ondermeer wederom een drukbezochte receptie in café Wever. Tijdens de receptie werden een aantal "stille" krachten binnen de vereniging in het zonnetje gezet. Door Minne Modderman afgevaardigde van zowel de K.N.V.B. als de F.V.B. werd aan een drietal werkers achter de schermen een speld aangeboden. Dit voor het vele werk dat zij gedurende een reeks van jaren voor de vereniging hebben verzet.
Zo ontving penningmeester Uilke Gongrijp (1920-1991), reeds in het bezit van een zilveren speld, zeer verrast de gouden "waarderingsspeld". Secretaresse Rinkje Visser-de Vries alsmede Age van het Meer kregen de zilveren speld uitgereikt. Minne Modderman, zelf vrijwel geboren op het voetbalveld van D.W.P. en jarenlang actief voetballend bij de vereniging, plaatste bij de uitreiking tal van persoonlijke kanttekeningen van de onderscheidenen.
De vereniging telde dat seizoen rond de 170 leden, naast jeugd- en seniorenelftallen beschikte D.W.P. ook over een dames- en meisjeselftal. De daaropvolgende jaren speelt D.W.P. steeds met wisselend succes in de landelijke bond, sportieve successen zijn er de laatste jaren echter niet bereikt. (als "dorpsclub" zit men misschien aan hun top). In het seizoen 1994/1995 volgde degradatie uit de 4e klas K.N.V.B. naar de 1e klas F.V.B. Het volgende seizoen ging het kampioenschap naar V.V.I. uit Idskenhuizen, D.W.P. speelde nacompetitie waarbij men Mulier nipt voor moest laten gaan. Het afgelopen seizoen 1996/1997 was het seizoen van de reorganisatie van de F.V.B., district Noord van de K.N.V.B. deed hiermee zijn intrede.
Jeugdbeleid
Over de aanwas van jeugd heeft D.W.P. niet te klagen, zo kan er elk jaar in iedere leeftijdsgroep nog één of meerdere teams in competitieverband worden ingeschreven. Zo is er in 1985 door hoofdtrainer Bonne de Vries een totaal jeugdplan voor onze vereniging gemaakt met als simpel doel, om met veel spelvreugde het maximale resultaat uit onze speler(tje)s te halen. Tegenwoordig worden er hoge eisen gesteld aan de voetbalverenigingen met betrekking tot de opvang en begeleiding van de jeugd.
Ons jeugdbestuur streeft er dan ook na dat er via dit jeugdplan een doelgericht en succesvol jeugdbeleid ontstaat zodat D.W.P. zowel de jeugd als de toekomst mag hebben. Of het indirect aan het jeugdbeleid is te danken is niet bekend, doch voor het eerst in de geschiedenis van D.W.P. werden de D-pupillen in 1992 (ongeslagen) winnaar van de Friesland-Cup. In 1995 en 1996 zette D.W.P. twee seizoenen lang, in de vorm van Carlo L'Ami, een pr…
Sportclub Joure: Een eeuw van sportieve en sociale verbinding
Sportclub Joure vierde in 2020 haar 100-jarig bestaan. De eeuwling werd onder een andere naam opgericht, maar het mag sinds 1965 met trots de titel sportclub dragen. Alhoewel de meesten de club vooral als voetbalbolwerk kennen, is de geschiedenis veel rijker dan doet vermoeden. Ook andere verenigingen sloten zich namelijk aan bij de club.
De vroege jaren: Olympia en Friso
In 1905 werd de eerste aanzet gegeven voor een voetbalclub in Joure: ‘Olympia’. Na een aarzelende start speelde de club een aantal jaren competitie, maar als snel gaat de club ter ziele. Het bleek voor de nieuwe club lastig om een vast veld te vinden. Maar in 1923 lukt het toch en heel toevallig was dit dezelfde plek waar het oude ‘Olympia’ eerder speelde. Jan Slof was de koper en hij verhuurde het voor 250 gulden per jaar aan de club.
In 1930 bleek er plaats voor een tweede voetbalvereniging in Joure. Op 26 mei werd daarom de rooms-katholieke voetbalvereniging Friso opgericht. Omdat het slechte tijden waren, was het niet gemakkelijk om een clubkostuum te kiezen, want het mocht niet al te veel kosten. Er werd daarom gekozen voor een zwarte broek met een wit shirt. Op het shirt werd een Fries vlaggetje genaaid.
Ondanks de oorlog ging het competitievoetbal eerst wel door. Maar het was wel behelpen, onder meer doordat reizen lastig was. Voor Friso was het zelfs nog minder, het veld werd geconfisqueerd en in de strenge winter van 1944 moesten de houten tribunes eraan geloven.
Na de bevrijding werden er een aantal bijzondere wedstrijden gespeeld. Na de oorlog is nog niet alles van goede kwaliteit. Ook de voetballers hebben hiermee te maken. De jongens van De Kooi trappen ballen lek, het net houdt niet alle ballen tegen, de kousen hebben gaten en de shirts zijn verkleurd. De spelers helpen elkaar.
Het 25-jarig jubileum werd gevierd in Hotel van Terwisga. Dit hotel in de Midstraat was een belangrijke locatie voor de club. Vele kampioensfeesten en jubilea vonden hier plaats. Zowel voor de voetbal- als de korfbalafdeling was dit een vermaarde ontmoetingsplek.
In de jaren 50 ontmoeten beide ploegen elkaar voor het eerst in competitieverband. Driemaal wist De Kooi van de plaatsgenoot te winnen en eenmaal was Friso de sterkste. Nadat De Kooi promoveerde naar de 3e klasse, duurde het tot seizoen 1964/1965 voor de volgende derby. Beide ploegen speelden dat seizoen weinig klaar.
Fusie en de geboorte van Sportclub Joure
Het aantal leden van beide clubs groeit, maar Joure verandert. Het Friso-terrein moet eerder dan verwacht worden benut voor woning- en scholenbouw. Daarnaast ziet het gemeentebestuur van Haskerland geen kans om op het nieuwe sportveldencomplex twee volledige accommodaties voor spelers en publiek te realiseren. Omdat daarnaast de sportieve prestaties ook niet overhielden, bleken er genoeg factoren te zijn om te fuseren.
De KNVB stelde als oprichtingsdatum 20 maart 1920 vast. De eerste jaarvergadering was op 16 augustus 1965 in Hotel van Terwisga. Er stond een belangrijk punt op de agenda: het kiezen van de nieuwe naam. Meer dan de helft van de stemmen gingen naar Sportclub Joure. Er moet ook een nieuw tenue gekozen worden en uiteindelijk werd voor een witte broek en wit shirt met groene horizontale band gekozen. De nieuwe club start dat seizoen met 418 leden. Op 22 augustus werd de eerste oefenwedstrijd door SC Joure gespeeld.
Het eerste seizoen van de club ging voortvarend; meerdere elftallen werden kampioen. Sportclub Joure zat in de lift en het sportterrein bleek al snel te klein. In het begin waren er maar twee velden beschikbaar. Op 1 november 1966 kwam er een derde bij en in 1969 werd het vierde voetbalveld aangelegd. In april 1970 werd besloten dat het eigen terrein werd verkocht aan de gemeente Haskerland. De gemeente nam het onderhoud en toezicht op zich. Per 1 september 1970 zou het hele complex voor de tijd van dertig jaar aan SC Joure worden onderverhuurd.
Korfbal bij SC Joure: Van Douwe Egberts tot landelijk niveau
Tussen 1920 en 1959 werden er een aantal pogingen gedaan om het korfbal van de grond te krijgen in Joure, maar de clubs hielden het vaak maar enkele jaren vol. In 1959 waaide er echter een andere wind. De Douwe Egberts fabriek groeide en bracht nieuwe werknemers met een korfbalachtergrond naar Joure. Daarnaast waren er een groot aantal oud-leden van de opgeheven korfbalclub U.T.Y. uit Terkaple-Akmarijp die wel weer wilden korfballen. Deze twee groepen vonden elkaar en dit resulteerde in de oprichting van de korfbalclub op 13 mei 1959.
Voor KC De Jouwer was het lastig om een accommodatie te krijgen. De wedstrijden werden daarom op wisselende plekken in Joure gespeeld. Aan de Harddraversweg, waar anno 2020 het verzorgingstehuis Vegelinstate haar plek heeft gevonden, was in de jaren ‘50 en ‘60 nog een openbare U.L.O. gevestigd. Op het sportterrein achter deze school vonden de wedstrijden plaats en men maakte gebruik van de kleedkamers van de school.
Op 14 maart 1960 werd besloten hoe het clubkostuum er uit zou zien. Er werd gekozen voor een wijnrode cirkelrok/shorts en wit shirt. De clubnaam stond vast, er was een tenue gekozen en op wisselende locaties in Joure werden de wedstrijden afgewerkt. Echter was er een ding dat niet wisselde in die tijd en dat waren de prestaties. Het eerste team speelde sterk, het werd kampioen en promoveerde naar de landelijke tweede klasse. Waar menigeen een roemloos afscheid als gegeven zag, bleek dit toch te kortzichtig gedacht. KC De Jouwer speelde constant en werd in de daaropvolgende jaren een stabiele tweedeklasser.
Dit succes had echter ook een negatieve kant. Doordat zowel het 1e als 2e team op een hoger niveau acteerde, waren de wedstrijden niet meer om de hoek. Om de toekomst van de club veilig te stellen, werd daarom toenadering gezocht tot de voetbalvereniging in Joure. Het contact ging vrij gemakkelijk omdat bij Douwe Egberts de bureaus van de voorzitter van SC Joure en de oprichter van KV De Jouwer dichtbij elkaar stonden. Nadat het eerste contact eind 1970 hierover was gelegd, kwamen halverwege 1971 de gesprekken in een afrondende fase.
Zowel de voetbal- als de korfbalafdeling van de club spelen ook in de zaalcompetitie. De wedstrijden worden in De Stuit gespeeld. De zaalcompetitie loopt voor de voetballers gelijk aan de veldcompetitie, maar voor de korfbalafdeling is dit anders. Zij spelen aan het begin van het seizoen op het veld, om vervolgens in de winterperiode zaalcompetitie te spelen. In 1983 komt er een einde aan het zaalvoetbal vanuit SC Joure, in dat jaar werd de zaalvoetbalvereniging Haskerland opgericht.
Groei en bloei na de fusie
De nieuwe vereniging kende een mooie bloeiperiode na de fusie. Sportclub Joure had ongeveer 650 leden in 1971, maar het ledenaantal steeg snel. De korfbalafdeling timmerde in de jaren 80/90 ook aan de weg als organisator van diverse nationale toernooien. De organisatie ging zo goed dat SC Joure meerdere keren werd gevraagd om als gastheer te fungeren. Ook de voetbaltak zal door de jaren heen diverse evenementen en toernooien organiseren.
Vanuit de lagere regionen van het korfbal, stomen de Jouster korfballers langzaamaan op naar het landelijke niveau. Goede lichtingen spelers bleven bij elkaar en er werd gebouwd aan een goede ploeg. Het voorlopige hoogtepunt werd behaald in de jaren 90, wanneer de 1e klasse werd bereikt.
Zaterdag vs. Zondag: Een interne strijd
Er werd bij de voetbalafdeling van de club niet alleen strijd geleverd tegen andere clubs. Ook binnen de club was er sprake van een sportieve strijd. Er zijn namelijk twee dagen waarop gevoetbald wordt: zaterdag en zondag, maar welke tak is nu het beste/belangrijkste? Vanaf 1952 was er al een zaterdagafdeling binnen De Kooi, maar het was stuivertje wisselen qua niveau.
Aan het begin van deze eeuw ging het roer bij de voetbalafdeling van Sportclub Joure om. Er werd vol ingezet om een topsportklimaat te ontwikkelen en het niveau steeg enorm. Vanuit de 2e klasse werd in twee jaar tijd doorgestoomd naar de hoofdklasse. In beide jaren werden de Jousters kampioen. De club was ineens een serieuze tegenstander en tot en met het seizoen 2015/2016 werd er 1e klasse of hoofdklasse gespeeld. Het seizoen daarop moest het elftal terug worden getrokken uit de competitie. Daarom moest Zondag 1 in het seizoen 2017/2018 in de 5e klasse instromen.
Bekerstunts en memorabele momenten
De meest memorabele momenten uit de topsportperiode zijn wel de bekerwedstrijden die SC Joure mocht afwerken. Onder meer FC Groningen en Cambuur waren tegenstanders van de club. Een hoogtepunt was in 2009, toen eredivisionist FC Twente op bezoek kwam.
Al bijna twee decennia maakt Sportclub Joure gebruik van het huidige clubhuis. Maar voor menig (oud)voetballer is dit niet het ‘echte’ clubhuis. Het voormalige clubhuis is namelijk gelegen aan de Hoge Zomerdijk 1. Dit pand staat dan ook synoniem voor bijzondere herinneringen.
tags: #sportclub #joure #voetbal #geschiedenis