Spelregels Handbal: Een Complete Gids voor Scheidsrechters en Spelers

Handbal is een dynamische en snelle sport die wereldwijd wordt gespeeld. Hoewel het misschien niet zo wijdverspreid is als voetbal, geniet het toch van een grote populariteit, vooral in Europa. De complexiteit van het handbalreglement kan soms overweldigend zijn, met vele 'als…, dan'-relaties. Dit artikel biedt een uitgebreid overzicht van de spelregels, met speciale aandacht voor de interpretatie door de scheidsrechter en de praktische toepassing ervan.

Algemene Spelregels

Team Samenstelling en Wissels

Een handbalteam bestaat uit maximaal 14 spelers. Tijdens de wedstrijd staan er zeven spelers op het veld: zes veldspelers en één doelverdediger. De overige zeven spelers zijn wisselspelers. Wissels mogen "vliegend" worden uitgevoerd, wat betekent dat er geen stop in het spel nodig is. De wissel moet echter plaatsvinden binnen de wisselzone, die zich aan de zijlijn bevindt en 4,5 meter aan weerszijden van de middellijn loopt. Een speler die de wissellijn ongeoorloofd overschrijdt, begaat een wisselfout, wat resulteert in een straf voor het team en een vrije worp voor de tegenpartij. In sommige gevallen, vooral in hogere divisies, kan een team ervoor kiezen om de doelverdediger te vervangen door een extra veldspeler tijdens de aanval, om zo een numeriek voordeel te creëren. Dit is een risicovolle tactiek die vaak wordt gebruikt aan het einde van een wedstrijd wanneer er een doelpunt nodig is.

Speeltijd en Verlenging

Een reguliere handbalwedstrijd bestaat uit twee helften van 30 minuten, met een pauze in het midden. Voor jeugdteams kunnen kortere speeltijden gelden. Als een wedstrijd een winnaar moet opleveren en de score na de reguliere speeltijd gelijk is, volgen er twee verlengingen van elk 5 minuten. Als er na de tweede verlenging nog steeds geen winnaar is, wordt de wedstrijd beslist door middel van 7-meterworpen, waarbij elk team om de beurt 5 strafworpen neemt. Spelers die zijn uitgesloten, gediskwalificeerd of van het veld zijn gestuurd, mogen niet deelnemen aan de 7-meterworpen.

Het Speelveld

Het handbalveld is 40 meter lang en 20 meter breed. Verschillende lijnen markeren belangrijke zones op het veld:

  • Zijlijnen en achterlijnen: Begrenzen het speelveld.
  • Middenlijn: Verdeelt het veld in twee gelijke helften.
  • Doelgebied: Een halve cirkel met een straal van 6 meter rond elk doel. Alleen de doelverdediger mag zich in dit gebied bevinden.
  • Vrijeworplijn (9-meterlijn): Een gestippelde lijn op 9 meter van het doel. Vrije worpen worden hier genomen als de overtreding op deze afstand of verder van het doel plaatsvindt.
  • 7-meterlijn: Een korte lijn op 7 meter van het doel, waar strafworpen worden genomen.
  • Wissellijn: Een deel van de zijlijn van 4,5 meter aan weerszijden van de middenlijn, waar spelers gewisseld worden.

De Handbal

De handbal is gemaakt van leer of kunststof. De grootte en het gewicht van de bal variëren afhankelijk van het geslacht en de leeftijd van de spelers. Heren gebruiken een grotere en zwaardere bal dan dames en jeugdteams. Om de grip te verbeteren, wordt de bal vaak behandeld met hars.

Lees ook: Scheidsrechter niet aanwezig? Dit zijn de stappen

Balbezit en Spel

Een speler mag de bal maximaal drie seconden vasthouden en mag maximaal drie stappen zetten met de bal in de hand. De bal mag worden geworpen, gevangen, gestopt of geslagen met de handen, armen, hoofd, romp, bovenbeen of knie. Het is niet toegestaan om de bal met de onderbenen of voeten te spelen. Een speler kan de bal van een tegenstander veroveren door deze met open hand te raken.

Fouten en Strafmaatregelen

Het vasthouden, omklemmen, duwen of hinderen van een speler wordt beschouwd als een fout en bestraft met een vrije worp. De scheidsrechter kan een gele kaart geven als waarschuwing. Een tweede overtreding kan leiden tot een tijdstraf van 2 minuten, waarbij het team met een speler minder verder moet spelen. Een speler kan ook worden gediskwalificeerd met een rode kaart, wat betekent dat de speler de rest van de wedstrijd niet meer mag spelen en niet mag worden vervangen.

Beginworp

De beginworp wordt uitgevoerd in het midden van het speelveld na het beginsignaal van de scheidsrechter. De speler die de beginworp neemt, moet met één voet de middenlijn aanraken en met de andere voet op de eigen helft staan. De tegenstanders moeten op een afstand van 3 meter blijven. Na een doelpunt krijgt het team dat het doelpunt tegen kreeg de beginworp. Bij het begin van de eerste en tweede helft heeft elk team ook een beginworp, waarbij de spelers op eigen helft moeten blijven tot de scheidsrechter fluit.

Vrije Worp

Een vrije worp wordt toegekend na een overtreding of een onderbreking van het spel. De worp wordt genomen op de plaats waar de overtreding plaatsvond. Als de overtreding binnen 9 meter van het doel plaatsvindt, wordt de vrije worp genomen vanaf de vrijeworplijn.

Inworp

Een inworp wordt toegekend wanneer de bal over de zijlijn gaat. De inworp wordt genomen op de plaats waar de bal over de lijn ging.

Lees ook: Een Terugblik op de Loopbaan van Wim Meijer

Uitworp

De uitworp wordt uitgevoerd door de doelverdediger wanneer de bal over de doellijn gaat en voor het laatst is aangeraakt door een speler van de aanvallende partij, de doelverdediger zelf, of wanneer de bal in het doelgebied blijft liggen. De keeper mag zijn doelgebied verlaten, maar niet verder dan 4 meter.

7-Meter Worp (Strafworp)

Een 7-meter worp wordt toegekend wanneer een duidelijke scoringskans wordt verhinderd door een overtreding of het betreden van het doelgebied door een verdediger. De speler die de 7-meter worp neemt, moet achter de 7-meterlijn staan en mag deze niet aanraken of overschrijden voordat de bal is losgelaten.

Specifieke Situaties en Interpretaties

Stappen, Tippen en Vasthouden

Een van de meest complexe aspecten van handbal is de regelgeving omtrent stappen, tippen (dribbelen) en het vasthouden van de bal. Nadat een speler de bal heeft gevangen, mag hij maximaal drie stappen zetten. Het tellen van de stappen begint zodra de speler de bal in bezit heeft en met een voet op de grond staat. Als een speler de bal in de lucht vangt en vervolgens op twee voeten landt, heeft hij nog geen stap gezet. Wat betreft het tippen, een speler mag onbeperkt tippen nadat hij de bal heeft gevangen. Echter, als de speler stopt met tippen en de bal vasthoudt, mag hij slechts drie stappen zetten. Bovendien mag een speler de bal niet langer dan drie seconden vasthouden.

Passief Spel

Het is niet toegestaan om de bal in het team te houden zonder een duidelijke poging om aan te vallen of een doelpunt te scoren. Dit wordt 'passief spel' genoemd. Als de scheidsrechter van mening is dat een team passief speelt, geeft hij een waarschuwingsteken. Het aanvallende team moet dan actie ondernemen om een aanval op te zetten.

Overtredingen en Lichamelijk Contact

Overtredingen met gering lichamelijk contact kunnen ernstige gevolgen hebben, vooral als een speler in de lucht is of aan het lopen is. Dit geldt ook voor situaties waarin een keeper zijn doelgebied verlaat om een bal te onderscheppen. De verantwoordelijkheid voor een botsing ligt vaak bij de keeper.

Lees ook: Code Scheidsrechter Volleybal

Speciale Regels voor Jeugdhandbal

De spelregels voor jeugdhandbal zijn vaak aangepast om de ontwikkeling van jonge spelers te bevorderen. Zo wordt er bij de F-jeugd met een zachtere bal gespeeld en gelden er specifieke regels met betrekking tot de verdediging. Bijvoorbeeld, het is niet toegestaan om met alle spelers op de cirkel te verdedigen. In plaats daarvan wordt er op de eigen speelhelft offensief verdedigd. Na afloop van een wedstrijd spelen de kinderen vaak shoot-outs, waarbij elk kind vanaf de middellijn richting het doel tipt en probeert te scoren.

Rolstoelhandbal

Rolstoelhandbal is een aangepaste versie van handbal die wordt gespeeld door mensen met een lichamelijke beperking. Er zijn een aantal specifieke regels die gelden voor rolstoelhandbal. Zo is het niet toegestaan om de bal met de rolstoel te verdedigen of om op een andere speler in te rijden. Het Nationaal rolstoelteam speelt officieel 4 tegen 4.

Push- en Dribbelregels

  • 3x pushen binnen 3 seconden, dan binnen 3 seconden vervolgen met dribbelen.
  • Dribbelen mag tot schouderhoogte, dus je mag de bal niet voor je uit opgooien om snelheid te maken.
  • Als je de bal vastpakt, moet je binnen 3 seconden overspelen of op doel gooien.
  • Deze acties mogen ook uitgevoerd worden door eerst te dribbelen en dan 3x pushen binnen 3 sec.
  • Na laatste wielcontact start de 3-secondenregel om over te spelen of op doel te gooien.

Beach Handball

Beach handball is een variant van handbal die op het zand wordt gespeeld. De regels zijn iets anders dan bij zaalhandbal.

De Rol van de Scheidsrechter

De scheidsrechter speelt een cruciale rol in het handbal. Hij of zij is verantwoordelijk voor het handhaven van de regels, het beoordelen van situaties en het nemen van beslissingen. De scheidsrechter moet de spelregels goed kennen en in staat zijn om deze op een consistente en eerlijke manier toe te passen. Het is ook belangrijk dat de scheidsrechter communicatief is en de spelers en coaches uitleg kan geven over zijn of haar beslissingen.

tags: #spelregels #handbal #scheidsrechter