De kracht van een goede rugbyspeler zit niet alleen in tackles of tries. Het is de combinatie van fysieke dominantie, tactisch vernuft en een ontembare wil om te winnen. Rugby is een sport die fysieke kracht, strategisch denken en teamgeest combineert. Door de jaren heen hebben talloze spelers de sport gevormd en geïnspireerd. Dit artikel belicht enkele van de meest iconische rugbyspelers aller tijden, en onderzoekt wat hen zo speciaal maakt.
De Top 10 Rugby Spelers Aller Tijden
Hieronder volgt een lijst van enkele van de meest invloedrijke en gerespecteerde rugbyspelers in de geschiedenis, gerangschikt op basis van hun impact op het spel, hun prestaties en hun algehele bijdrage aan de sport:
- Jonah Lomu
- Dan Carter
- David Pocock
- Gareth Edwards
- Richie McCaw
- Brian O’Driscoll
- Hennie Muller
- Jim Greenwood
- Michael Jones
- Schalk Burger
Dieper in de Legende: Analyse van de Iconen
Laten we de carrières en bijdragen van deze legendes nader bekijken:
10. Schalk Burger: De Onverzettelijke Kracht uit Zuid-Afrika
In het moderne rugby heeft Zuid-Afrika geen tekort aan harde werkers gehad. Maar toch sprong Schalk Burger eruit. Burger won in 2007 het WK en werd in 2004 uitgeroepen tot Wereldrugbyspeler van het Jaar. Hij staat bekend om zijn meedogenloze inzet en fysieke kracht.
9. Michael Jones: De "Iceman" met het Vuur
Ze noemden hem de “Iceman”, maar Michael Jones speelde met het vuur van een dichter in oorlogstijd. De Nieuw-Zeelander combineerde kracht met zeldzame elegantie. Als openside flanker was hij snel, slim en compromisloos in de ruck. Hij scoorde de eerste try ooit op een Rugby World Cup (1987), en was een onmisbare schakel in het team dat dat toernooi won.
Lees ook: Opkomst van rugby in Papoea-Nieuw-Guinea
8. Jim Greenwood: De Denker en Vernieuwer
Lang voor de professionalisering van rugby was er Jim Greenwood: een man die het spel niet alleen speelde, maar het herdefinieerde. De Schotse flanker had een analytische blik die zijn tijd ver vooruit was. Hij speelde voor Schotland en de British & Irish Lions, maar is minstens zo beroemd geworden als coach en denker. Zijn boek Total Rugby is nog altijd een standaardwerk.
7. Hennie Muller: De Mythische Leider van de Springboks
In het naoorlogse Zuid-Afrika was Hennie Muller de eerste rugbyspeler die een mythische status kreeg. Als nummer 8 was hij een beest in de scrum en een leider in de linie. Tijdens de ongeslagen tour van de Springboks door Europa in 1951-52 was Muller de motor van het team. Zijn tackles waren vernietigend, zijn werklust legendarisch.
6. Brian O’Driscoll: Het Gezicht van Iers Rugby
Als je in Dublin over helden spreekt, valt zijn naam altijd: “BOD”. Brian O’Driscoll was het gezicht van Iers rugby in de 21e eeuw. Hij debuteerde op jonge leeftijd en zou meer dan 130 interlands spelen. O’Driscoll combineerde finesse met fysieke kracht, en was zowel aanvallend als verdedigend een wapen. Met Leinster won hij alles wat er te winnen viel, en met Ierland brak hij records voor tries en caps.
5. Richie McCaw: De Meesterstrateeg en Winnaar
Hij was geen sprankelende dribbelaar of flamboyante try-maker, maar Richie McCaw won. En won. En won. De aanvoerder van de All Blacks leidde zijn team naar twee wereldtitels (2011 en 2015) en speelde maar liefst 148 interlands. Zijn werk in de breakdowns was chirurgisch, zijn discipline bijna bovennatuurlijk. Critici noemden hem soms “onsportief”, bewonderaars zagen hem als het ultieme voorbeeld van rugbyslimheid.
4. Gareth Edwards: De Belichaming van Welsh Glorie
Gareth Edwards was de belichaming van de gouden Welshe jaren van het rugby. Als scrumhalf was hij klein van stuk, maar groots in daden. Zijn passes waren messcherp, zijn spelinzicht onovertroffen. Edwards was het brein van het team dat in de jaren zeventig vijf keer het Five Nations-toernooi won. Zijn legendarische try voor de Barbarians tegen de All Blacks in 1973 wordt nog altijd beschouwd als een van de mooiste ooit.
Lees ook: Complete Gids Rugby Jeugd
3. David Pocock: De Strijder voor Meer dan Rugby
Geboren in Zimbabwe, opgegroeid in Australië, en uitgegroeid tot een van de beste flankers van zijn tijd. Pocock was een meester in het stelen van ballen bij de breakdown en stond bekend om zijn explosieve kracht en ethische houding. Buiten het veld streed hij voor milieu en mensenrechten, op het veld vocht hij voor elke meter.
2. Dan Carter: De Complete Fly-Half
Er zijn goede kickers, slimme spelverdelers en dan heb je Dan Carter. De Nieuw-Zeelander was het allemaal - én meer. Als fly-half combineerde hij nauwkeurigheid met flair en controle met lef. In 2015 bezorgde hij Nieuw-Zeeland de wereldtitel met een beslissende dropgoal. Hij werd driemaal uitgeroepen tot Wereldrugbyspeler van het Jaar en is met meer dan 1.500 punten de meest productieve international aller tijden.
1. Jonah Lomu: De Man Die Rugby Veranderde
Toen Jonah Lomu in 1995 op het wereldtoneel verscheen, veranderde rugby voor altijd. Met zijn enorme postuur (1.96 meter, 120 kilo) en snelheid van een sprinter was hij een menselijke stormram. Zijn optreden op het WK van 1995, met name tegen Engeland waarin hij vier tries scoorde, was pure oorlogsvoering op gras. Lomu maakte van de vleugelpositie een nachtmerrie voor verdedigers. Hij bracht fans naar het stadion, zette rugby op de kaart als wereldsport, en werd de eerste échte superstar van het spel. Tragisch genoeg werd zijn carrière gekortwiekt door nierproblemen, maar zijn nalatenschap leeft voort. Lomu was niet alleen een speler.
Rugby in Nederland: Groei en Ontwikkeling
Rugby wint ook in Nederland aan populariteit. Verschillende initiatieven zijn erop gericht om de sport te promoten en jong talent te ontwikkelen.
Rugby Spirit: Inspiratie voor de Jeugd
Rugby Spirit is een organisatie die begin 2021 is opgericht door Robert-Jan van Groen, die al jaren ervaring heeft met het organiseren van toffe sportevenementen en een enorme passie voor rugby heeft. Hun missie is om zoveel mogelijk kinderen te inspireren, beter te maken en vooral heel veel plezier te laten beleven met datgene wat ze het leukste vinden om te doen: rugbyen. De organisatie organiseert clinics met diverse topspelers, zowel mannen als vrouwen, en topspelers die spelen in Jong-Oranje, de ereklasse en zelfs enkele buitenlandse topspelers.
Lees ook: Van rugby naar media: JayJay Boske
Bekende Namen in het Nederlandse Rugby
- Dennis: Speelt al rugby vanaf jongs af aan en heeft via de Pink Panthers en het NTC in Frankrijk zijn rugbycarrière opgebouwd.
- Jim Boelrijk: Een belangrijke steunpilaar van het Nederlands team, bekend om zijn kracht, rust, uitstraling en inzicht.
- Een echte rugby legende: Met 46 interlands op dit moment de meeste caps heeft van alle actieve internationals.
- De Nieuw-Zeelander: Speelt al vanaf 4 jaar rugby en is met meerdere clubs landskampioen geworden en is nu speler en coach van The Bassets.
- De rugbyer die in Engeland landskampioen werd met Saracens en scoorde in de finale een try: Een van de grotere speelsters.
- De speelster die 5x landskampioen is geworden met AAC Rugby en al een aantal interlands heeft gespeeld voor het Nederlands Team.
- De talent die al sinds zijn 5e bezeten is van Rugby: Via rugbyclub De Wrotters kwam hij bij Rugby Club ’t Gooi. Hij traint ook bij het Nationale Trainings Centrum (NTC) met andere grote talenten van Nederland.
- De verborgen diamant van Nieuw Zeeland: Speelt tegenwoordig bij RC Hilversum en tussentijds ook nog op het hoogste niveau in Polen.
- De oud-international: Als speler van Waterlandse RC en RC Hilversum heeft hij heel wat topwedstrijden mogen spelen en in totaal kwam hij tot 8 interlands.
- De oudere broer van Andy: Woont en speelt nog in Engeland, maar komt ieder jaar naar Nederland voor het rugbykamp in Amsterdam.
- De speler van The Bassets: Een geweldige speler, een geweldige trainer, een geweldige coach en een fantastisch stafflid.
- Mister Rugby Spirit: Trainen, trainen, trainen om altijd weer beter te worden. Dat heeft de vliegensvlugge en behendige Eric via de Pink Panthers naar het 1e van URC geleid. Ook trainde hij als aanstormend talent nog een tijdje op het NTC.
Oranje Heren XV: Op Weg naar het WK
Bondscoach Lyn Jones heeft de 50 spelers bekend gemaakt die kans maken om in de Rugby Europe Championship 2025 te gaan strijden om het fel begeerde WK-ticket! Uit deze voorselectie wordt een groep van 30 spelers geselecteerd voor het eerste blok tegen Spanje en Georgië. De Oranje Heren XV hebben 2 routes om zich voor dit mondiale toernooi te kwalificeren; 1) in de Top-4 eindigen van de Rugby Europe Championship 2025 dit voorjaar of 2) door het kwalificatietoernooi in het najaar te winnen. Voor de 2e route moet Oranje de 5e plaats pakken op de REC2025. Dit was de eindpositie van Oranje de afgelopen twee edities.
De Posities in een Rugby Team
De vijftien spelers van een rugbyteam zijn in verschillende categorieën in te delen. De spelers met rugnummer 1 t/m 8 zijn de voorwaartsen, de spelers met rugnummer 9 t/m 15 zijn de backs. De voorwaartsen zijn belangrijk in de spelonderdelen waarvoor kracht nodig is, bijvoorbeeld scrums en mauls. Deze spelers zijn groter en sterker dan de backs, maar wel langzamer. De bijdrage van de backs is snelheid en techniek. Zij worden geacht met snelle combinaties de verdediging van de tegenstander uit positie te spelen.
De Voorwaartsen (Rugnummers 1-8)
- De Eerste Rij: Bestaat uit de tight head prop, de hooker en de loose head prop. Dit zijn de mannetjesputters van het team, die het vooral van hun kracht en hardheid moeten hebben.
- Tight Head Prop: Vormt met de hooker en de loose head prop de eerste rij in de scrum. De tight head prop dankt zijn naam aan het feit dat hij zijn hoofd zich tussen de twee hoofden van de hooker en de prop van tegenstanders in bevindt tijdens de scrum. Samen met de loose head prop ondersteunt hij de hooker.
- Hooker: Vormt met de twee props de eerste rij in de scrum. De hooker is de middelste van de drie, hij wordt ondersteund door zijn beide props. Daardoor heeft hij zijn voeten vrij om bij het ingooien van de bal deze zo snel mogelijk met zijn voeten naar achter te werken. De bal moet door de scrumhalf precies in het midden tussen beide eerste rijen ingegooid worden. De ingooiende scrumhalf bepaalt echter wel het moment waarop. De bal mag alleen met de voeten naar achter gewerkt worden. Bij de line-out gooit de hooker vaak de bal in.
- Loose Head Prop: Vormt met de hooker en de tight head prop de eerste rij in de scrum. De loose head prop dankt zijn naam aan het feit dat hij zijn hoofd vrij heeft in de scrum (niet tussen de twee hoofden van de hooker en de prop van tegenstanders). Samen met de tight head prop ondersteunt hij de hooker. In de line-out zullen de props vaak de springers ondersteunen.
- De Tweede Rij (Locks): De twee tweede rijers (locks) vormen de motor van de scrum (zij leveren de kracht). Verdedigend vangen zij ook de kracht op door zich met gestrekte benen vast te zetten (to lock) in de grond. Zij zijn lang en sterk. In de line-out zijn zij de springers.
- De Derde Rij (Flankers en Nummer 8):
- Blindside Flanker: Staat aan de kant van de scrum waar het minste ruimte is tot de zijlijn. Samen met de nummer 8 vormen de flankers de derde rij in de scrum. Zij breken verdedigend als eerste op van de scrum om zo snel mogelijk de aanval van de tegenpartij te verstoren.
- Openside Flanker: Staat aan de kant van de scrum waar het meeste ruimte is tot de zijlijn (de open kant). Samen met de nummer 8 vormen de flankers de derde rij in de scrum. Zij breken verdedigend als eerste op van de scrum om zo snel mogelijk de aanval van de tegenpartij te verstoren.
- Nummer 8: Is de laatste man in de scrum, daaraan dankt hij ook zijn originele naam. Hij stuurt de scrum en controleert met zijn voeten een gewonnen bal. De scrumhalf mag de bal pas oppakken als de bal vrij ligt van de scrum (dus niet meer onder de benen van de spelers in de scrum). Vaak pakt de nummer 8 ook zelf de bal op na een gewonnen scrum. Hij doet dit door met de bal voor zijn voeten de scrum los te laten en dan de bal op te pakken en er mee op te lopen. Zo bindt hij een verdediger aan zich en zijn scrumhalf kan meegaan als extra speler in de aanval.
De Backs (Rugnummers 9-15)
- Scrumhalf: Aanvallend is de scrumhalf de verbindingsschakel tussen de voorwaartsen en de driekwarten. De scrumhalf ontvangt gewonnen ballen van de voorwaartsen en speelt ze af naar de driekwarten (meestal de flyhalf). Bij spelhervattingen na een penaltykick neemt de scrumhalf vaak het tactische korte kickje (een schopje tegen de bal en de bal zelf oppakken en doorspelen). De scrumhalf gooit ook de bal in bij de scrum en pakt hem er achter meestal ook weer op om hem weer door te passen. De scrumhalf staat ook direct naast de line-out om de bal te ontvangen van de springers in de line-out, om hem dan vervolgens weer door te spelen naar de driekwarten. De scrumhalf moet dus, vaak onder moeilijke omstandigheden, een goede pass kunnen geven over een grote afstand. Verdedigend zal een scrumhalf zo veel mogelijk proberen te voorkomen dat de scrumhalf van de tegenpartij de bal te pakken krijgt, of goed af kan spelen.
- Flyhalf: De flyhalf is de eerste schakel van de driekwarten en daarbij een soort spelbepaler. De flyhalf bepaalt aanvallend welk van de ingestudeerde bewegingen de driekwarten gaan maken om zoveel mogelijk terrein te winnen. Vaak is de flyhalf iemand die een goede pass over grote afstand kan geven. Tevens is het ook iemand die goede tactische kickjes (geschopte ballen) kan geven. De flyhalf moet in een fractie van een seconde de juiste beslissingen kunnen nemen, omdat hij zijn acties vaak vrij dicht op de verdediging van de tegenpartij moet uitvoeren. Verdedigend moet de flyhalf een goede tackelaar zijn en een goede startsnelheid hebben, dus razend snel op kunnen lopen
- Wingers:
- Blindside Winger: Staat aan de kant van de scrum waar het minste ruimte tot de zijlijn is. De wingers zijn de echte renpaarden, zij moeten het afmaken door om de verdediging heen te lopen om te scoren. Elke wing heeft een eigen kant van het veld. Er is dus een linker en een rechter wing die steeds ook rechts en links blijven spelen. Dus afhankelijk van waar bijvoorbeeld de scrum of line-out wordt genomen ben je als wing de ene keer open wing (naast de tweede center) of blind-side wing (in je eentje aan de ander kant van de scrum of direct achter de line-out). Verdedigend moet een wing goed kunnen tackelen en een bal ver uit kunnen schoppen. Wingers vormen met de fullback een soort driemanschap. Zij vullen elkaars plaatsen op om, als een aanval overgenomen wordt, verdedigend toch nog iemand achterin te hebben, die verre kicks kan verwerken of doorgebroken spelers kan tackelen
- Openside Winger: Staat aan de open kant van de scrum, de kant van de scrum waar de meeste ruimte tot de zijlijn is. De wingers zijn de echte renpaarden, zij moeten het afmaken door om de verdediging heen te lopen om te scoren. Elke wing heeft een eigen kant van het veld. Er is dus een linker en een rechter wing die steeds ook rechts en links blijven spelen. Dus afhankelijk van waar bijvoorbeeld de scrum of line-out wordt genomen ben je als wing de ene keer open wing (naast de tweede center) of blind-side wing (in je eentje aan de ander kant van de scrum of direct achter de line-out). Verdedigend moet een wing goed kunnen tackelen en een bal ver uit kunnen schoppen. Wingers vormen met de fullback een soort driemanschap. Zij vullen elkaars plaatsen op om, als een aanval overgenomen wordt, verdedigend toch nog iemand achterin te hebben, die verre kicks kan verwerken of doorgebroken spelers kan tackelen
- Centers:
- Eerste Center (Inside Center): Heeft aanvallend de taak om op snelheid zoveel mogelijk terrein te winnen en eventueel door de verdediging heen te breken. Daartoe moeten centers snel, wendbaar (vele schijnbewegingen) en balvaardig (goed kunnen vangen en passen) zijn. Daarbij moet hij wel steeds bedenken dat er naast hem nog twee medespelers mee de aanval in zijn. Zodat hij steeds in staat moet zijn om de bal door te passen naar de tweede center. Verdedigend moet een center goed kunnen tackelen om op deze manier de centers van de tegenpartij af te kunnen stoppen
- Tweede Center (Outside Center): Heeft aanvallend de taak om op snelheid zoveel mogelijk terrein te winnen en eventueel door de verdediging heen te breken. Daartoe moeten centers snel, wendbaar (vele schijnbewegingen) en balvaardig (goed kunnen vangen en passen) zijn. De tweede center zal over het algemeen nog iets meer loopvermogen hebben dan de eerste center. Daarbij moet hij wel steeds bedenken dat er naast hem nog een medespeler mee de aanval in is. Zodat hij steeds in staat moet zijn om de bal door te passen naar de wing. Verdedigend moet een center goed kunnen tackelen om op deze manier de centers van de tegenpartij af te kunnen stoppen
- Fullback: De fullback is de sluitpost in de verdediging. Aanvallend kan hij op elke positie in de driekwartlijn inschuiven om zodoende als extra speler mee de aanval in te gaan. Verdedigend moet de fullback elke doorgebroken speler tackelen. De fullback moet hoge over de verdediging heen geschopte ballen goed kunnen vangen en een bal ver uit kunnen schoppen. Vaak zal de fullback met een gevangen bal in de hand proberen een nieuwe aanval op te zetten, door oplopend zoveel mogelijk terrein te winnen en medespelers te bereiken. De fullback vormt met de wingers een soort driemanschap. Zij vullen elkaars plaatsen op om, als een aanval overgenomen wordt, verdedigend toch nog iemand achterin te hebben, die verre kicks kan verwerken of doorgebroken spelers kan tackelen.