In de aanloop naar een nieuw NHL-seizoen blikken we terug op een opmerkelijk moment uit de ijshockeygeschiedenis: de Olympische Winterspelen van 1980 in Lake Placid. Dit jaar was niet alleen sportief gezien memorabel, maar viel ook samen met belangrijke politieke en maatschappelijke ontwikkelingen.
De Wereld in 1980: Een Tijd van Spanning
1980 was een jaar waarin de Koude Oorlog nog volop woedde. De spanningen tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie waren hoog, mede door de Russische inval in Afghanistan in 1979. Dit leidde tot een Amerikaanse boycot van de Olympische Zomerspelen in Moskou, die door zo'n 65 landen werd gevolgd. Ook Nederland deed mee aan deze boycot, zij het met enige ambivalentie.
In het Midden-Oosten liet Saddam Hoessein voor het eerst van zich spreken. Zijn partij won de verkiezingen in Irak, waarna hij de macht greep en in september Iran binnenviel. Dit leidde tot een oorlog die bijna acht jaar zou duren.
In Nederland veroorzaakten krakersrellen rond de kroning van koningin Beatrix de nodige opschudding. Zij volgde op 30 april haar moeder Juliana op als staatshoofd.
De Opkomst van Gretzky en de Islanders
Tussen 1972 en 1979 probeerde de World Hockey Association (WHA) te concurreren met de NHL. Toen de WHA in juni 1979 ter ziele ging, maakten vier clubs de overstap naar de NHL, waaronder de Edmonton Oilers. De komst van Edmonton was vooral interessant vanwege de aanwezigheid van een Canadese tiener die in het laatste seizoen van de WHA 43 goals en 104 punten had gemaakt: Wayne Gretzky.
Lees ook: Bekerfinale Den Haag - Heerenveen
Gretzky liet al in zijn eerste NHL-seizoen zien waarom hij later "The Great One" zou worden genoemd. Hij scoorde 51 goals, gaf 86 assists en legde met 137 punten beslag op zijn eerste van negen Hart Memorial Trophys. Hoewel 137 punten in de hedendaagse NHL zeldzaam zijn, waren het slechts "peanuts" vergeleken met wat Gretzky in de jaren erna presteerde. Vier keer overschreed hij zelfs de grens van 200 punten, met als hoogtepunt 215 in het seizoen 1985-1986. In dat team dartelden ook nog Mark Messier en Kevin Lowe rond. Beide spelers zouden, net als Gretzky, de Hall of Fame halen.
Aan het begin van de jaren zeventig betraden de New York Islanders de NHL. Na een moeizame start werkten de "Isles" zich onder leiding van Al Arbour langzaam maar zeker omhoog. Met gevaarlijke aanvallers als Clark Gillies, Bryan Trottier en Mike Bossy plukten ze de vruchten van slim scouten en goede draft picks. Tussen 1976 en 1979 overschreden de Islanders de grens van 100 punten. In 1979-1980 lukte dit niet, mede doordat ze het lastig hadden tegen de Boston Bruins en de Detroit Red Wings.
De NHL in 1980: Flyers en Canadiens
De Philadelphia Flyers kenden een uitstekend seizoen en wonnen 25 duels op rij, een ongeëvenaard record in de Amerikaanse professionele sport. Met spelers als Bobby Clarke, Reggie Leach en Bill Barber domineerden de "Broadstreet Bullies" niet alleen op het scorebord, maar ook in de strafbank. Coach Pat Quinn had een team om van te watertanden: hard, meedogenloos, maar ook technisch begaafd.
Een jaar eerder, in 1979, stonden de Montreal Canadiens in de Stanley Cup Final tegenover de New York Rangers. De "Habs" wonnen voor de vierde keer op rij de Cup. Vrijwel niemand kon op dat moment vermoeden dat hun hegemonie ten einde was en dat Amerikaanse franchises de dienst zouden uitmaken. In 1980 kregen de Canadiens alvast een voorproefje, want in de tweede ronde verloren ze van de Minnesota North Stars. De Rangers verging het niet veel beter.
Het "Wonder op het IJs" in Lake Placid
In februari 1980 vonden in Lake Placid de Olympische Winterspelen plaats. Het ijshockeytoernooi leek bij voorbaat beslist: het goud was al klaargelegd voor de "Rode Machine" uit de Sovjet-Unie. Met spelers als Vladimir Krutov, Igor Larionov, Sergei Makarov en goalie Vladislav Tretiak leek een vijfde gouden medaille op rij onvermijdelijk.
Lees ook: Alles over ijshockeyschaatsen maat 39 voor dames
Op papier stuurde Viktor Tikhonov amateurs naar de VS, maar iedereen wist dat zijn spelers die status alleen op papier hadden. Zij speelden voor de Russische staat. De VS wonnen het goud in 1960, waarna de Sovjet-Unie telkens de belangrijkste medaille veroverde. Van Team USA in 1980 werd dan ook niet veel verwacht. Herb Brooks, een goede college-coach, moest er alleen voor zorgen dat het gastland niet uitgelachen werd.
Brooks legde de lat echter hoger. Met voornamelijk studenten uit Minnesota en Boston, twee "powerhouses" in het college-ijshockey, wilde hij het de Russen moeilijk maken. In de film "Miracle On Ice" wordt het hele proces mooi weergegeven. Ook dat niet alles pais en vree was bij de Amerikanen. Toch bleef Brooks geloven in zijn missie, zelfs na de kansloze 10-3 nederlaag tegen de Sovjets in de laatste oefenwedstrijd voor de Spelen.
Spelers uit de NHL waren niet welkom in Lake Placid, dus kon het gebeuren dat het spel om de echte knikkers voor Canada al voorbij was na de eerste groepsfase. Zij eindigden als derde in de poule met Finland en de Sovjets. De troepen van Tikhonov verpletterden Nederland (17-4) en Japan (16-0), maar hadden meer moeite met Finland en Canada. De Amerikanen eindigden in hun poule als tweede achter Zweden, maar deden dit op doelsaldo. De twee landen speelden gelijk tegen elkaar en begonnen daardoor elk met een punt aan de finaleronde.
Op 22 februari stond het beladen treffen tussen het gastland en de Sovjet-Unie op het programma. De Amerikanen deden nog mee om de plakken en daarmee was het toernooi volgens velen al geslaagd. Het gezicht was gered en het werd nu zaak om de schade tegen de Russen te beperken. Hoewel de "Rode Machine" lang niet altijd overtuigde in Lake Placid, gaf niemand een cent voor de kansen van de Amerikaanse studenten.
Herb Brooks geloofde in zijn jongens. De jonge Jim Craig was tijdens het toernooi al een betrouwbare goalie gebleken, maar hij had nu de ondankbare taak de Russen in toom te houden. Bijna tien minuten ging dit goed, maar Craig had geen antwoord een schot dat door Krutov van richting werd veranderd. Met een vlammend schot bracht Buzz Schneider het evenwicht terug in de eerste periode. Met minder dan drie minuten op de klok herstelde Makarov de Russische voorsprong echter alweer. Craig hield veel tegen, maar toch ook niet alles.
Lees ook: Informatie over de Antwerpse IJshockey Clinic
Die move van hun toch al niet geliefde coach bracht de Russen even van hun stuk. Vladimir Myshkin nam de plek van Tretiak over en kreeg al vroeg in de tweede periode een steuntje in de rug. Aleksandr Maltsev tekende voor de 3-2 en gezien het aantal kansen leek het nu een kwestie van erop en erover voor de Sovjets. Ware het niet dat Jim Craig in de wedstrijd was gegroeid en bijkans niet te passeren was.
Dit optreden gaf de Amerikanen moed en zij kropen in de derde periode uit hun schulp. Het verloop van de wedstrijd verbaasde de Amerikanen zelf ook en die verbazing werd nog groter toen captain Mike Eruzione halverwege de derde de puck opeens voorbij Myshkin ramde voor de 4-3. Het ongeloof was van zowel de Amerikaanse als de Russische gezichten af te scheppen. Een stunt -of beter gezegd een wonder- was in de maak.
De Sovjets waren niet gewend om zo laat in de wedstrijd vanuit een achterstand te spelen en dit was op het ijs terug te zien. Natuurlijk kwam er een slotoffensiefje, maar als ze al eens in de buurt van de goal kwamen, was daar altijd nog Craig. Steeds luider schalde het "U-S-A" van de tribunes en overal ter wereld zagen kijkers de klok naar nul kruipen en telden ze de laatste seconden af. Het wonder was geschied!
Herb Brooks, die zijn tranen niet kon bedwingen, stond aan de basis van één van de grootste sportieve stunts in de wereldgeschiedenis. Dat hij zijn mannen na dit mirakel weer met beide benen op de grond kreeg en een paar dagen later een zwaarbevochten zege op Finland boekte, mag ook een prestatie van formaat heten.
De Nasleep in de NHL
In de NHL ging het leven gewoon door, maar kregen de spelers natuurlijk wel mee wat hun landgenoten in Lake Placid hadden bereikt. Af en toe waren er wedstrijden geregeld tussen spelers uit de NHL en de Sovjet-Unie en niet zelden bleken de Russen simpelweg beter. De profs wisten dus maar al te goed hoe groot de prestatie van Brooks en Team USA was.
De finale startte op 13 mei in Philadelphia. De Flyers hadden in de halve finale eenvoudig afgerekend met de North Stars en stuitten nu op de Islanders, die in zes wedstrijden te sterk bleken voor de Sabres. Game 1 stelde alvast niet teleur. Tijdens regulation scoorden de teams elk drie keer, maar in OT strafte de frisse Potvin een penalty van Jimmy Watson af. Met z’n tweede van de avond schonk Denis Potvin de Isles een 1-0 voorsprong in de best-of-7. De Flyers lieten dit niet op zich zitten en sloegen in Game 2 ongenadig hard terug. Van de volgende drie wedstrijden gingen er twee (ruim) naar New York. In het eigen Nassau Coliseum konden zij op 24 mei het vonnis voltrekken. De Flyers waren als favoriet gestart, maar waren niet bestand tegen Potvin en de zijnen. Net als in Game 1 kwam er een OT aan te pas en net als in die wedstrijd trokken de Isles aan het langste eind. Dit keer dankzij Bob Nystrom. Ze klopten de Flyers met 5-4 en wonnen hun eerste Stanley Cup.
Met de ontketende Gretzky in de gelederen waagden de Oilers een dappere poging de Islanders te overtreffen. Wat aantal Cups betreft (5) lukte hen dit ook. Het lukte Edmonton echter niet om vier Cups op rij te winnen. Dit is overigens geen enkele club nog gelukt na de Islanders. Al Arbour en zijn Isles hebben daarmee de laatste echte dynastie binnen de NHL in handen. Van het eerste team dat de Cup in ontvangst nam, zijn vijf spelers toegetreden tot de Hall of Fame. Naast Bossy, Trottier en Potvin zijn dit winger Clark Gillies en goalie Billy Smith.
Tien jaar na Arbour werd ook Herb Brooks postuum opgenomen in de Hall of Fame. De succescoach van Team USA ging na de Spelen aan de slag bij de Rangers, de North Stars, de Devils en de Penguins. Het succes van Lake Placid kon hij in de NHL echter geen vervolg geven. Eén van zijn spelers, Ken Morrow, kwam na de Spelen bij de Islanders terecht en won vier keer de Stanley Cup. De blueliner is daarmee een uitzondering. Veel van zijn ploeggenoten konden het in de NHL niet maken. Jim Craig was bijvoorbeeld een held tegen de Russen, maar speelde slechts 30 wedstrijden op het hoogste niveau. Neal Broten, een center in het "Miracle"-team, moest lang op zijn volgende succes wachten. Hij speelde heel lang voor de organisatie van de North Stars, maar had z’n finest moment in het shirt van de Devils.
De Nederlandse Link: "Hoe Versla Je de Russen?"
Het "Miracle on Ice" valt samen met de hoogtijdagen van het Nederlandse ijshockey. Voor de eerste en enige keer was Nederland aanwezig op de Winterspelen. Het Nederlandse ijshockeyteam behoorde, mede dankzij de inbreng van diverse "Canadese Nederlanders", tot de beste acht van de wereld.
In aanloop naar de Spelen trainde het team van de Sovjet-Unie diverse keren in Nederland. De Zweedse bondscoach van Nederland, Hans Westberg, ontwikkelde een strategie om de "Red Army" te bestrijden. Hij hield een boekje bij waarin één vraag centraal stond: hoe versla je de Russen? De Amerikaanse coach, Herb Brooks, was zeer geïnteresseerd in dat boekje.
De Erfenis van Lake Placid
Het "Miracle on Ice" wordt gezien als één van de meest iconische momenten in de geschiedenis van de Olympische Spelen en de Amerikaanse sport. Het is een inspirerend verhaal over doorzettingsvermogen, teamwork en het overwinnen van tegenslagen. De overwinning van het Amerikaanse ijshockeyteam op de onverslaanbaar geachte Sovjet-Unie tijdens de Olympische Winterspelen van 1980 in Lake Placid blijft tot op de dag van vandaag tot de verbeelding spreken.