Honkbal Gebaren Catcher Betekenis: Een Uitgebreide Gids

Honk- en softbal lijken op het eerste gezicht eenvoudige sporten, maar achter de ogenschijnlijke simpelheid schuilt een complex systeem van regels, signalen en strategieën. Dit artikel duikt in de wereld van honkbalgebaren, met een speciale focus op de betekenis van de signalen die de catcher geeft, en tracht een volledig beeld te schetsen voor zowel de beginnende fan als de ervaren speler.

Spelregels: Meer dan Standaard Situaties

Hoewel veel spelsituaties in honkbal regelmatig voorkomen en als standaard kunnen worden beschouwd, zijn er ook talloze situaties waarin de regels minder duidelijk zijn of verkeerd worden geïnterpreteerd. Het kennen van de spelregels is essentieel, maar de spelregelboekjes zijn vaak dik en slecht leesbaar. Websites zoals www.knbsb.nl en www.umpirebible.com kunnen nuttige bronnen zijn, maar de informatie is niet altijd even toegankelijk of up-to-date.

Afstanden, Knuppels, Ballen en Afwijkende Regels

Bepalingen over afstanden, knuppels, ballen en afwijkende regels zijn te vinden in de spelregels en het reglement van wedstrijden. Deze documenten zijn beschikbaar op www.knbsb.nl en in de documentatiekast van de club. De afstand tot het buitenveldhek varieert, maar een bal die over een hek van minimaal 75 meter gaat, wordt beschouwd als een homerun. De exacte afstanden voor heren en dames zijn respectievelijk 76,20 meter en 67,06 meter.

De Slagzone: Een Bron van Discussie

De slagzone is een van de meest omstreden onderwerpen tijdens een wedstrijd. Er zijn verschillende interpretaties van de slagzone:

  1. Zoals beschreven in de spelregels.
  2. Zoals beoordeeld door de slagman.
  3. Zoals beoordeeld door de pitcher en/of de veldpartij.
  4. Zoals beoordeeld door de umpire.

Een consequente slagzone is cruciaal om discussies te voorkomen. Een stabiele slagzone, waarbij dezelfde bal tot dezelfde 'call' leidt, is belangrijker dan het feit of deze precies de spelregels volgt. Umpires staan vaak open voor vragen over hun spelregeltoepassing, maar accepteren geen commentaar op hun slagzone. Er is een wijdverspreide neiging om de slagzone omlaag te brengen. Een bal is 'slag' als bij de worp enig deel van de bal door enig deel van de slagzone gaat, ongeacht of een swing wordt gemaakt. De slagzone is geen plat vlak, maar wordt qua hoogte bepaald aan de natuurlijke houding van de slagman tijdens de pitch.

Lees ook: Het leven van Harry Kruyssen

Goed Geslagen Bal versus Fout Geslagen Bal

Bij een foutbal is het spel dood, tenzij deze wordt gevangen. De foutlijn behoort tot goed gebied en zou eigenlijk de 'goedlijn' moeten heten. De honken behoren tot goed gebied. Thuisplaat, 1e en 3e honk behoren in hun geheel tot goed gebied. Daarom moet de foutlijn, herstel de 'goedlijn' langs de buitenkant van die honken lopen (met uitzondering natuurlijk van het dubbelhonk bij softbal). Of een bal goed of fout is terwijl deze wordt gespeeld, dient te worden beoordeeld naar de positie van de bal en niet van de speler die de bal speelt. Een geslagen bal die, terwijl de slagman zich in het slagperk bevindt, de slagman raakt of de knuppel voor de tweede keer raakt is een foutbal. Een slagman-honkloper die opzettelijk een geslagen bal in fout gebied probeert van richting te veranderen is uit. Een bal die voor het 1e of 3e honk op fout gebied landt en doorrolt kan pas als foutbal worden afgeroepen als deze tot stilstand is gekomen op fout gebied of is aangeraakt door een velder of een voorwerp behorend tot het niet bespeelbare gebied (hek o.i.d.). Een goede slag wordt niet geroepen.

Slag en Wijd: De Beoordeling van de Swing

De slagzone is van belang bij de beoordeling van slag en wijd. Slaat de slagman wel naar de bal, dan is het een slag. De spelregels geven geen houvast over wanneer slaan daadwerkelijk slaan is, het is dus geheel en al een beoordeling die de umpire moet doen. Een goed gebruik is om de honkscheidsrechter te raadplegen. Het verschil met een foutslag is dat bij een fouttip de bal niet 'dood' is en het spel dus doorgaat. Bij een foutslag is het spel 'dood' en mogen honklopers dus niet opschuiven. Bij een slag roept de umpire zeer gedecideerd en luid: "Strike!!". Het afroepen van de 'count' gaat altijd in de volgorde: aantal wijd en daarna aantal slag, dus "two balls, one strike". Daarbij geeft de umpire het aantal wijd aan door het opsteken van vingers van zijn linkerhand en het aantal slag door het opsteken van vingers van zijn rechterhand.

Vangbal: Controle en Intentie

Een vangbal wordt gemaakt door de veldpartij, door het vangen van een bal in vlucht. Een bal in vlucht is een bal die, geslagen, geworpen of gegooid, zonder iets of iemand te raken, door het luchtruim vliegt. Probeert echter eerst een andere velder de bal te vangen en stuit deze weg maar blijft ‘in vlucht’ en wordt vervolgens gevangen, dan is het een vangbal. In dit geval mogen honklopers gaan lopen na de eerste aanraking van de bal door een veldspeler. Vangen dient te geschieden met de blote hand en/of met de handschoen. Het gebruiken van enig deel van het tenue is daarbij verboden. Ook dient de bal stevig te worden vastgehouden om controle over de bal aan te tonen. Om een bal te vangen mag een velder over een hek of iets dergelijks leunen, hij mag er zelfs op klimmen. Indien een speler door te leunen de bal vangt, maar vervolgens over het hek, in de dugout of in de tribune valt en nog steeds de bal controleert, dan is het een vangbal. Het is wel een vang als een velder de bal in zijn handschoen heeft en deze vanuit de handschoen met een flip, dus zonder met de gooihand aangeraakt te hebben, aan een andere velder doorspeelt. De term homerun is eigenlijk het toekennen van 4 honken door de umpire. De umpire geeft dit aan door met zijn rechterwijsvinger een cirkel (tegen de wijzers van de klok in) boven zijn hoofd te maken. In het honkbal kan dat alleen als de geslagen bal direct over het buitenveldhek vliegt. Het is ook een homerun als de bal via een velder over het hek gaat, mits dat laatste op goed gebeid gebeurd. Gaat de bal op deze wijze op fout gebied over het hek, dan is het een 2-honkslag. Als een bal boven het hek de foutpaal raakt en terugstuitert, dan is het ook een homerun. Stuitert een bal echter terug van het hek, raakt een velder en stuitert daardoor alsnog over het hek, dan is het geen homerun. In dit geval is de bal dood en is het een 2-honkslag.

(Slagman-) Honkloper is Uit: Een Overzicht van de Mogelijkheden

Er zijn vele manieren voor een speler om ‘uit’ te gaan. In een gedwongen situatie moet de (slagman-)honkloper opschuiven naar het volgende honk omdat het honk waarop hij recht heeft door een opvolgende (slagman-)honkloper moet worden bezet. Deze gedwongen situatie kan tijdens het spel vervallen trouwens. Met een honkloper op het eerste honk gaat de slagman-honkloper uit voordat hij het eerste honk heeft bereikt. Tevens is sprake van een gedwongen loop als de slagman(-honkloper), na een goede slag het eerste honk moet proberen te bereiken. Bij geraakt werper of vier wijd mag hij uiteraard het eerste honk bezetten zonder uit gemaakt te kunnen worden. Honklopers die daardoor worden gedwongen op te schuiven kunnen dit doe zonder ‘uit’ gemaakt te kunnen worden. Hij meer dan 1 meter afwijkt van zijn honkpad om tikken te ontwijken. Behalve als hij daardoor vermijdt dat hij een velder hindert die een geslagen bal tracht te spelen. Een honkloper mag tijdens het honklopen ieder traject kiezen dat hem goeddunkt. Daarbij mag hij dus meer dan 1 meter afwijken van de rechte lijn tussen de honken. Er staat immers dat hij die meter moet afwijken om tikken te ontwijken. Met honkpad wordt bedoeld de rechte lijn tussen de honkloper en het honk waarheen hij op weg is. Het wordt bepaald op het moment dat de tikactie plaatsvindt. Als de honkloper uitwijkt om ervoor te zorgen dat een velder een geslagen bal kan spelen, dan mag hij meer dan 1 meter uitwijken. Hij na het raken van het eerste honk zijn honkpad verlaat omdat hij kennelijk zijn poging een volgend honk te bereiken opgeeft. Deze situatie kan plaatsvinden tussen alle honken. Hij opzettelijk een velder hindert die een geslagen of aangegooide bal tracht te spelen. De velder heeft altijd ‘voorrang’ op de honkloper. Hij wordt getikt terwijl hij niet in contact is met een honk. Uiteraard gaat dit alleen op als de bal niet ‘dood’ is. Ook gaat het niet op bij het eerste honk als de loper doorschiet en hij onmiddellijk naar dat honk terugkeert. Dat terugkeren mag ook vanuit ‘goed’ gebied. Het is een fabeltje dat je terug moet lopen vanaf ‘fout’ gebied. Het gaat er slechts om dat de honkloper geen enkele poging doet het 2e honk te bereiken. Teruglopen op ‘fout’ gebied is wel aan te raden, helaas kennen niet alle umpires (coaches en spelers) deze regel precies. Een loslatend honk is geen reden een speler op tikken uit te geven. Dus een speler die in zijn sliding een honk meeneemt, kan niet uitgetikt worden. Hijzelf, of het honk waar hij vandaan kwam, wordt getikt voordat hij dat honk opnieuw heeft aangeraakt (‘tag up’) na een vangbal. Dit is een appèlsituatie, de umpire geeft de ‘uit’ dus alleen als een appel wordt gespeeld. Dit geldt niet bij een fouttip. De honkloper mag, bij de eerste aanraking van de te vangen bal door een velder, het honk loslaten. Hijzelf, of het honk waarnaar hij onderweg is wordt getikt voordat hij dat honk heeft bereikt. Hij wordt geraakt door een goed geslagen bal en zich op goed gebied bevindt. De bal mag geen enkele binnenvelder, de pitcher uitgezonderd, zijn gepasseerd. Is het een binnenhoogbal dan zijn zowel de slagman als de honkloper uit. Hij tracht thuis te komen tijdens een situatie waarbij de slagman hindert. Hij de velders in de war brengt door onnodig de honken in omgekeerde volgorde te gaan lopen. Hij de thuisplaat mist en geen poging doet daarheen terug te keren. Hierbij moet een velder, met de bal in bezit, een appèl spelen. De eerste call van de umpire is in dit geval altijd ‘safe’, ook al heeft hij waargenomen dat de plaat gemist is. De reden hiervoor is dat hij anders de veldpartij zou bevoordelen. De veldpartij moet zelf het honklopen in de gaten houden. Hij bij het honklopen een honk niet heeft aangeraakt.

Binnenhoog/Infield Fly/Intentionally Dropped Ball

Deze regel geeft altijd aanleiding tot veel discussie. Dat heeft vooral te maken met het feit dat de bedoeling achter deze regel niet wordt begrepen. Iedere speler weet, en vergeet soms ook, dat het niet verstandig is om bij minder dan twee uit en een hoge bal van het honk te gaan. Bij een vangbal moet immers terug worden gegaan naar het honk om niet uitgebrand te worden. Of althans op appel uit te worden gemaakt vanwege het te vroeg (voor de eerste aanraking van de bal door een velder) weggaan. Stel je voor dat er lopers op zowel het eerste als het tweede (en eventueel het derde) honk staan en er is geen of één uit. De slagman slaat de bal. Deze bal gaat hoog de lucht in (fly ball of pop fly) en kan door een binnenvelder worden gevangen. Deze binnenvelder is echter een slimme speler en laat de bal voor zich vallen. De lopers zullen op hun honken blijven, rekenend op een makkelijke vangbal. Doordat de binnenvelder de bal laat vallen, is echter nu sprake van allemaal gedwongen lopen. Wanneer binnenhoog wordt afgeroepen, is de slagman uit. Wanneer, nadat binnenhoog is afgeroepen, een binnenvelder de goed geslagen bal opzettelijk laat vallen, blijft de bal in het spel. Hinderen door de slagpartij is van kracht wanneer een veldspeler de bal probeert te spelen, maar hierbij wordt gehinderd door de tegenpartij. Het is ook hinderen door een slagman of een honkloper wanneer een honkloper opzettelijk in aanraking komt met een geslagen bal, of een velder hindert bij het spelen van een geslagen bal met de kennelijke bedoeling om een dubbelspel te verhinderen. De scheidsrechter moet de loper uitgeven wegens hinderen en moet tevens de slagman/honkloper uitgeven wegens de overtreding door zijn teamgenoot begaan. Het is ook hinderen door een slagman of een honkloper als een goed geslagen bal hem op goed gebied raakt nog voordat een veldspeler de bal kan spelen. Indien een goed geslagen bal door een binnenvelder wordt gemist en vlak achter hem een loper raakt, of de loper raakt nadat de bal door een velder van richting is veranderd, moet de scheidsrechter de loper niet uitgeven wegens het geraakt worden door een geslagen bal. Bij het nemen van deze beslissing moet de scheidsrechter ervan overtuigd zijn dat de bal door de binnenvelder werd gemist en dat geen andere binnenvelder nog de kans had om de bal te spelen. Indien, naar de mening van de scheidsrechter, de loper opzettelijk tegen een geslagen bal schopt welke door een binnenvelder is gemist, moet de loper wegens hinderen worden uitgegeven. vlucht onderweg is naar de velder en zo dicht bij hem dat hij niet meer weg kan om de bal te vangen, mag hij worden beschouwd als te “proberen de bal te spelen”. Het is geheel aan het inzicht van de scheidsrechter om te bepalen of een velder tracht de bal te spelen of niet. Schijn is een onreglementaire handeling van de werper terwijl de honken bezet zijn. Scheidsrechters moeten in gedachten houden dat het doel van de schijnregel is om te voorkomen dat de werper opzettelijk de honkloper misleidt. Het is schijn indien, met lopers op eerste en derde honk, de werper naar het derde honk stapt en niet gooit, alleen maar om de loper te dwingen terug te gaan naar het derde honk; dan ziet dat de loper op het eerste honk op weg gaat naar het tweede honk, zich omdraait en in de richting van het eerste honk stapt en gooit. steunvoet in contact met de werpplaat. De andere voet moet op de grond zijn vóór de werpplaat. De werper moet de bal in beide handen voor zijn lichaam houden en tot een afzonderlijke, volledige en duidelijk zichtbare stop komen voordat hij de bal werpt. Een volledige stop wordt niet geacht te hebben plaatsgevonden door een verandering in de richting van handen of armen. Vanuit deze vaste stand mag hij de bal naar de slagman werpen, naar een honk gooien of achterwaarts met zijn steunvoet van de werpplaat stappen. Voordat hij de vaste stand aanneemt mag de werper desgewenst een normale voorbeweging maken, zoals die welke de “stretch” wordt genoemd. Maar indien hij dit doet, moet hij de vaste stand aannemen voordat hij de bal naar de slagman werpt.

Lees ook: Wendy Bussum Honkbal: Jouw nieuwe team?

Honkbal Gebaren Catcher Betekenis

De catcher speelt een cruciale rol in het honkbal, niet alleen als verdediger achter de thuisplaat, maar ook als de strategische partner van de pitcher. Een belangrijk aspect van deze rol is de communicatie via gebaren. De catcher gebruikt een reeks handgebaren om de pitcher te instrueren over welk type worp hij moet gooien en waar hij de bal moet plaatsen. Deze gebaren zijn cruciaal voor het succes van het team, omdat ze helpen om de slagman te verrassen en uit te schakelen. De catcher moet snel denken en de juiste signalen geven op basis van de situatie in het spel, de sterke en zwakke punten van de slagman, en de vaardigheden van de pitcher.

Soorten Gebaren

De gebaren van de catcher zijn discreet en complex, ontworpen om te voorkomen dat de tegenpartij de signalen kan ontcijferen. Enkele veelvoorkomende gebaren zijn:

  • Fastball: Vaak aangeduid met een of twee vingers.
  • Curveball: Kan worden aangegeven met een gebogen vinger of een draaiende beweging.
  • Slider: Soms aangeduid met een schuivende beweging van de hand.
  • Changeup: Kan worden aangegeven met een cirkelvormige beweging of een losse greep.

De exacte betekenis van de gebaren kan variëren afhankelijk van het team en de strategie, maar het doel blijft hetzelfde: effectieve communicatie tussen catcher en pitcher.

De Betekenis Achter de Gebaren

De catcher baseert zijn gebaren op verschillende factoren, waaronder:

  • De slagman: De catcher analyseert de slagman's sterke en zwakke punten en kiest de worp die de meeste kans maakt om hem uit te schakelen.
  • De pitcher: De catcher kent de sterke punten van zijn pitcher en selecteert worpen die hij goed beheerst.
  • De spelsituatie: De catcher houdt rekening met de score, het aantal uit, en de positie van de lopers op de honken om de meest strategische worp te kiezen.

Het Ontcijferen van Gebaren

Het ontcijferen van de gebaren van de catcher is een uitdaging, maar het is een belangrijk onderdeel van het spel. Teams besteden veel tijd aan het bestuderen van de gebaren van de tegenstander om een voordeel te behalen. Er zijn verschillende manieren om gebaren te ontcijferen, waaronder:

Lees ook: Wat is het verschil?

  • Visuele observatie: Let op de handbewegingen en lichaamstaal van de catcher.
  • Analyse van patronen: Zoek naar patronen in de gebaren die kunnen wijzen op bepaalde worpen.
  • Gebruik van technologie: Sommige teams gebruiken video-analyse om de gebaren van de catcher te bestuderen.

tags: #honkbal #gebaren #catcher #betekenis