In het Nederlandse voetbal, georganiseerd door de KNVB, is het berekenen van het gemiddelde aantal punten per team een belangrijk aspect voor het bepalen van de ranglijst en het evalueren van de prestaties van teams. Dit artikel beschrijft hoe dit proces in zijn werk gaat en welke factoren hierbij een rol spelen.
Beoordeling van (assistent-)scheidsrechters
Een belangrijk, maar indirect aspect van de KNVB competitie is de beoordeling van (assistent-)scheidsrechters, wat invloed kan hebben op het spelverloop en daarmee op de resultaten van teams. (Assistent-)scheidsrechters worden tijdens het voetbalseizoen gerapporteerd, met als doel hen te stimuleren zichzelf te blijven ontwikkelen. De KNVB geeft rapporteurs de middelen om dit te doen. De begeleiding bestaat uit twee delen: een beoordeling van de competenties van een (assistent-)scheidsrechter door de begeleider en een zelfreflectie gestart door de (assistent-)scheidsrechter waarop de begeleider feedback kan geven.
Beoordeling van competenties
De begeleider maakt altijd een beoordeling van de (assistent-)scheidsrechter die hij/zij heeft bezocht door middel van een vragenlijst met scores, via de Wedstrijdzaken App. De score van een begeleider zal nog steeds worden gebruikt als input voor de ranglijst. De competenties waarop de (assistent-)scheidsrechter wordt beoordeeld, blijven hetzelfde. Op iedere woensdag zal de vragenlijst van de speelronde ervoor in de Wedstrijdzaken App zichtbaar worden voor de (assistent-)scheidsrechter. Op die manier kan hij/zij inzien hoe hij/zij gepresteerd heeft. Daarnaast zal de begeleider vanaf het seizoen 2025/’26 een korte toelichting geven op de door hem/haar gegeven score. Dit biedt de (assistent-)scheidsrechter meer inzicht in zijn/haar prestatie. Ook dit wordt inzichtelijk voor de official. Ook zal er meerdere keren per seizoen een puntenoverzicht/tussentijdse ranglijst bekend worden gemaakt, waardoor de (assistent-)scheidsrechter inzicht krijgt in zijn/haar ontwikkeling.
Zelfreflectie
De (assistent-)scheidsrechter kan na de wedstrijd een zelfreflectieformulier aanmaken in Dugout. Hierin reflecteert hij/zij op zijn/haar handelen. Vervolgens wordt het formulier van feedback voorzien door de begeleider. Op deze manier wordt de (assistent-)scheidsrechter aangemoedigd om op de eigen prestaties te reflecteren zonder enige invloed van anderen. Door het invullen van het zelfreflectieformulier geeft de (assistent-)scheidsrechter aan waarop hij/zij feedback wil van de begeleider. De begeleider kan hierdoor gerichter feedback geven op de ontwikkelpunten van de (assistent-)scheidsrechter. Het invullen van een zelfreflectie is niet verplicht. Kiest de (assistent-)scheidsrechter ervoor om geen zelfreflectie in te vullen, dan is het een gemiste kans op feedback. Dit heeft geen invloed op de scores gegeven in de Wedstrijdzaken App, die staan al vast.
Beoordelen moeilijkheidsgraad
De begeleider krijgt, naast het beoordelen van de competenties, ook de taak om de moeilijkheidsgraad te beoordelen. Het beoordelen van de moeilijkheidsgraad van de wedstrijd staat los van het beoordelen van de prestaties van de (assistent-)scheidsrechter op de andere competenties. Met andere woorden: het goed leiden van een (zeer) moeilijke wedstrijd leidt niet tot een hogere beoordeling bij de competentie 1.1 t/m 4.2. De moeilijkheidsgraad wordt na beoordeling automatisch verwerkt in de competentiescore, volgens een vastgesteld model. De bonuspunten volgen bij een score 3 (naar verwachting), score 4 (boven verwachting) of 5 (ver boven verwachting) in een (zeer) moeilijke wedstrijd. Hoe beter de prestatie van de official in een (zeer) moeilijke wedstrijd, hoe meer bonuspunten op die competentie worden toegekend.
Lees ook: Scheenbeschermers kopen: de juiste maat
De moeilijkheidsgraad wordt bepaald aan de hand van het aantal wedstrijdmomenten die de moeilijkheidsgraad beïnvloeden:
- Normaal/Makkelijk: 0-2 momenten
- Moeilijk: 3-4 momenten
- Zeer Moeilijk: 5 of meer momenten
Wedstrijdmomenten die van invloed zijn op de moeilijkheidsgraad:
- Strafschopmomenten of simulaties in/om het strafschopgebied
- Ontnemen van een duidelijke scoringskans
- Gewelddadige handelingen of ernstig gemeen spel
- Tweede (niet) gegeven gele kaart
- Scherpe en/of (zeer) moeilijke buitenspelsituaties (bijvoorbeeld van-via, meerdere buitenspelmomenten achter elkaar, doelverdediger uit het doel)
- Voor landelijke officials: overtredingen in werkgebied van neutrale assistent-scheidsrechter; overtredingen in werkgebied van 4e official.
Deze wedstrijdmomenten hebben effect op de moeilijkheidsgraad van de wedstrijd omdat ze veel impact op de wedstrijd hebben. Anders gezegd: de beslissing van de scheidsrechter heeft invloed op het wedstrijdverloop. De (on)juistheid van de beslissing wordt beoordeeld binnen de competenties. Als begeleider stel je objectief het aantal wedstrijdmomenten vast die van invloed zijn op de moeilijkheidsgraad van de wedstrijd en bepaal je aan de hand daarvan de moeilijkheidsgraad van de wedstrijd. Een ‘moeilijke wedstrijd’ kan veroorzaakt worden door het optreden van desbetreffende scheidsrechter, de moeilijkheidsgraad niet.
Een wedstrijd tussen de nummer 1 en 2 of een derby hoeft niet direct van invloed te zijn op de moeilijkheidsgraad van de wedstrijd. Dit moet zichtbaar worden in de wedstrijd aan de hand van bovenstaande criteria. Een wedstrijd met veel weerstand en protest (gedrag spelers/trainers) kan de wedstrijd moeilijker maken voor de scheidsrechter, maar heeft geen direct effect op de moeilijkheidsgraad. Hoe de scheidsrechter hier mee omgaat beoordeel je in de desbetreffende competentie. Hierbij is van belang dat de weerstand en/of protest niet wordt veroorzaakt door het optreden van de scheidsrechter zelf. Een wedstrijdmoment waarbij sprake is van twee criteria telt voor de beoordeling van de moeilijkheidsgraad als één moment. Bijvoorbeeld: een binnen-buitensituatie in combinatie met het ontnemen van een duidelijke scoringskans. Dit telt als één wedstrijdmoment.
Verwerking van de moeilijkheidsgraad in de competentie
In het seizoen 2024/’25 werd de bonus voor de moeilijkheidsgraad toegekend als de (assistent-)scheidsrechter een gemiddelde competentiescore had van 3,5 of hoger. Bij een moeilijke wedstrijd volgden dan tien bonuspunten, bij een zeer moeilijke wedstrijd volgden 20 bonuspunten. Vanaf het seizoen 2025/’26 wordt er niet meer gewerkt met een gemiddelde scores over alle competenties en een toekenning van tien of twintig bonuspunten. Wanneer de wedstrijd van de official de kwalificatie (zeer) moeilijk krijgt, volgen bonuspunten in de competentie zelf, volgens een vastgesteld schema.
Lees ook: Regels voor Open Dagtoernooien in Tennis
Bonuspunten per competentie:
| Score | Normaal | Moeilijk | Zeer moeilijk |
|---|---|---|---|
| 3 Naar verwachting | +0 | +0,125 | +0,25 |
| 4 Boven verwachting | +0 | +0,25 | +0,50 |
| 5 Ver boven verwachting | +0 | +0,50 | +1,00 |
Weging per competentie
Uiteindelijk levert de beoordeling van de competenties, in combinatie met de moeilijkheidsgraad, een score voor de official op. Hieronder staat de weging per competentie voor scheidsrechters en assistent-scheidsrechters. Niet iedere competentie telt immers even zwaar mee.
Scheidsrechter
| Competentie | Wegingsfactor |
|---|---|
| 1 Managen van een wedstrijd 1.1 De scheidsrechter komt overtuigend, zelfverzekerd en resoluut over bij een beslissing en/of weerstand. | Behaalde score x 0,15 |
| 1.2 De scheidsrechter voelt de wedstrijd aan en is flexibel genoeg om arbitrage aan te passen. | Behaalde score x 0,20 |
| 2 Communicatie 2.1 De scheidsrechter gebruikt een functioneel fluitsignaal. | Behaalde score x 0,05 |
| 2.2 De scheidsrechter gebruikt duidelijke en functionele non-verbale signalen en verbale communicatie. | Behaalde score x 0,15 |
| 3 Toepassing regels 3.1 De scheidsrechter neemt de juiste beslissingen. | Behaalde score x 0,15 |
| 3.2 De scheidsrechter past een logisch kaartenbeleid toe. | Behaalde score x 0,15 |
| 4 Volgen & positie kiezen 4.1 Tijdens het spel volgt en kiest de scheidsrechter de beste positie. | Behaalde score x 0,10 |
| 4.2 Bij spelhervattingen kiest de scheidsrechter de beste positie. | Behaalde score x 0,05 |
Assistent-scheidsrechter
| Competentie | Uitleg | Wegingsfactor |
|---|---|---|
| 1. Communicatie | Duidelijkheid en uitstraling. Het optreden van de ASR is rustig en gedecideerd. De vlagsignalen zijn strak en conform de technische richtlijnen. Beslissingen worden zonder aarzeling genomen. | Behaalde score x 1 |
| 2. Fysieke conditie | Volgen, positie kiezen en lijnbewaking. De ASR kiest consequent de voorlaatste verdediger en kiest dusdanig positie dat hij/zij optimaal kan waarnemen en dat de lijnen op adequate wijze worden bewaakt. | Behaalde score x 2 |
| 3. Mentale conditie | Concentratie en stressbestendigheid. De ASR is steeds geconcentreerd en laat zich niet afleiden door externe factoren. In moeilijke omstandigheden blijft hij/zij rustig en laat zich niet beïnvloeden door reacties van spelers, trainers of publiek. | Behaalde score x 1 |
| 4. Samenwerking | Samenwerking en afstemming. Op beslismomenten zoekt de ASR steeds oogcontact met de SR. De adviezen stemt hij/zij op de juiste wijze af met de SR (en de 4e official). | Behaalde score x 1 |
| 5. Toepassing overige spelregels | Overtreding, inworp, doelschop en hoekschop. De ASR beoordeelt overtredingen op de juiste wijze. De adviezen m.b.t. inworp, doelschop en hoekschop zijn correct. | Behaalde score x 1 |
| 6. Buitenspel | De ASR neemt correcte beslissingen m.b.t. buitenspel. Hij/zij weet goed onderscheid te maken tussen strafbaar en niet strafbaar buitenspel en past daarbij de wait-and-see-techniek op de juiste wijze toe. | Behaalde score x 3 |
Puntenberekening voor teams
De basis van de puntenberekening is relatief eenvoudig:
- Winst: 3 punten
- Gelijkspel: 1 punt
- Verlies: 0 punten
Het totale aantal punten van een team wordt berekend door het aantal gewonnen wedstrijden te vermenigvuldigen met drie en hierbij het aantal gelijkgespeelde wedstrijden op te tellen.
Voorbeeld
Een team heeft 10 wedstrijden gewonnen, 5 gelijkgespeeld en 9 verloren. Het totaal aantal punten is dan (10 * 3) + 5 = 35 punten.
Lees ook: Een diepgaande blik op de historische prestaties van het Duitse Dames Hockeyteam.
Ranglijst bepaling bij gelijk aantal punten
Aan het einde van de competitie kan het voorkomen dat teams een gelijk aantal punten hebben. In dat geval zijn er verschillende criteria om de rangorde te bepalen:
- Doelsaldo: Het verschil tussen het aantal gescoorde doelpunten en het aantal tegendoelpunten. Een hoger doelsaldo is beter.
- Aantal doelpunten voor: Als het doelsaldo gelijk is, wordt gekeken naar het aantal doelpunten dat een team heeft gescoord. Meer doelpunten is beter.
- Onderlinge resultaten: Als ook het aantal doelpunten voor gelijk is, zijn de resultaten van de onderlinge wedstrijden tussen de teams doorslaggevend.
- Beslissingswedstrijd: Als de bovenstaande criteria geen uitsluitsel geven, wordt er een beslissingswedstrijd gespeeld (vooral in categorie A).
Illustratie van het doelsaldo
Ajax staat boven AZ hoewel ze beide evenveel punten hebben. Dat heeft te maken met het doelsaldo. Een team met een doelsaldo van +20 staat hoger dan een team met een doelsaldo van +15, zelfs als ze beide hetzelfde aantal punten hebben.
Prestatie indicatie en teamindeling
De KNVB gebruikt een prestatie indicatie om teams van gelijke sterkte in te delen. Deze indicatie wordt opgebouwd uit resultaten van vorige competities, correctiepunten, leeftijd en eventuele reacties van verenigingen.
Berekening van de prestatie indicatie
Om de sterkte van een nieuw team te bepalen, wordt gekeken naar de sterkte van de oude teams waaruit het nieuwe team is samengesteld. De prestatie indicatie van die oude teams wordt berekend op basis van hun resultaten in de voorgaande competitie.
- Poulesterkte: Het gemiddelde van de prestatie indicaties van alle teams in de poule.
- Score voor winstpunten: Een score van 0 tot 10 voor het aantal behaalde winstpunten ten opzichte van het maximaal haalbare.
- Score voor doelsaldo: Een score voor het doelsaldo, waarbij een hoger doelsaldo een hogere score oplevert.
De prestatie indicatie aan het einde van het seizoen is de som van de poulesterkte, de score voor winstpunten en de score voor het doelsaldo.
Correctiepunten
Om een verschil in sterkte tussen teams tot uitdrukking te brengen, kunnen correctiepunten worden toegekend. Als de spelers die naar een nieuw team gaan, de betere spelers zijn van de oude teams, dan kunnen ze bijvoorbeeld +5 correctiepunten krijgen, terwijl de spelers die naar de oude teams gaan -5 correctiepunten krijgen. Het is belangrijk dat de gezamenlijke correctiepunten van een oud team op nul uitkomen.
Nieuwe spelers en leeftijdscorrectie
Bij nieuwe spelers wordt ook gekeken naar hun leeftijd. Een oudere speler wordt over het algemeen als sterker beschouwd dan een jongere speler. Daarom krijgen nieuwe spelers op basis van hun leeftijd nog enkele leeftijdscorrectiepunten.
Publicatie en feedback
De berekende prestatie indicaties worden gepubliceerd en clubs wordt gevraagd om hiernaar te kijken en beargumenteerd te reageren als ze van mening zijn dat deze de werkelijke sterkte van de nieuwe ploeg niet goed weergeeft.
Competitie 2.0
Met ingang van het seizoen 2025-2026 wordt Competitie 2.0 ingevoerd, waarbij plezier, uitdaging en ontwikkeling centraal staan. De KNVB helpt verenigingen om de veranderingen soepel te laten verlopen, zodat de technische commissies geïnformeerd aan de slag kunnen met de teamindeling voor het nieuwe seizoen.
Persoonlijke statistieken
Naast de teamprestaties zijn ook de persoonlijke statistieken van spelers van belang. Bij de persoonlijke statistieken zie je onder andere hoeveel wedstrijden je hebt gespeeld, aantal doelpunten en kaarten. Deze cijfers worden vergeleken met de prestaties van het team. De teammanager of trainer kan de positie en rugnummer van de spelers invoeren en aanpassen. Alle cijfers zijn gebaseerd op de informatie zoals beschikbaar vanuit het digitale wedstrijdformulier en de aangevulde wedstrijdstatistieken door de teammanager.