Keepers zijn vaak mysterieus, niet zelden wat excentriek en gaan doorgaans hun eigen gang. Lijken ook een eigen taal en, daarmee, eigen humor te hebben. Lastig die keepers. Maar zonder een keeper kan een elftal niet. Een goede keeper pakt punten. De ellende is dan ook niet te overzien als noodgedwongen een veldspeler op goal moet staan. Je ziet hem of haar denken: “Zo moeilijk kan het niet zijn. Ik mag ook met mijn handen.” Maar 5 minuten later is de wedstrijd vaak al gespeeld. Er zijn boeken vol geschreven over keepers.
Wanneer men spreekt over de beste Duitse keeper van de eeuw, komen er verschillende namen naar boven. Duitsland heeft een rijke historie van uitstekende doelmannen, elk met hun eigen unieke kwaliteiten en verdiensten. In dit artikel duiken we in de carrières van enkele van de meest iconische keepers en onderzoeken we wat hen zo speciaal maakte.
De Kandidaten: Een Overzicht
Om een goed beeld te krijgen van wie in aanmerking komt voor de titel 'Duitse Keeper van de Eeuw', is het belangrijk om een aantal sleutelfiguren te identificeren. Namen die vaak genoemd worden zijn onder meer:
- Sepp Maier: Bekend om zijn reflexen en consistentie.
- Oliver Kahn: Geroemd om zijn agressiviteit en leiderschap.
- Manuel Neuer: Geprezen om zijn revolutionaire stijl en meevoetballende kwaliteiten.
- Bert Trautmann: Een legendarische keeper die ondanks zijn verleden als Duitse soldaat een held werd in Engeland.
- Andere potentiële kandidaten: Denk aan namen als Harald Schumacher en Jens Lehmann, die ook hun stempel op het Duitse voetbal hebben gedrukt.
Bert Trautmann: Van Nazi Schurk tot Britse Held
Het romantisch waargebeurde verhaal (de film is misschien wat romantischer verfilmd dan het in werkelijkheid was) over de gevangen genomen Duitse soldaat Bert Trautmann (David Kross) die opgroeit van nazi schurk tot Britse held, weet opzicht te vermaken maar het zit wel vol met clichés. Zo moeten de Britten, inclusief Margaret (Freya Mavor) waar hij later mee trouwt en kinderen krijgt, in eerste instantie Bert niet (zo maakt men hem uit voor nazi, mof en moordenaar), maar naderhand wordt hij zeer geliefd bij hun en dat heeft vooral te maken met zijn keeperstalent, maar ook hoe hij is als mens. Net zoals een voetbalwedstrijd bestaat deze film ook uit twee helften. In de eerste helt (de eerste 70 minuten) zien we hoe Bert gevangen wordt genomen en terecht komt in een Duits gevangenkamp in Engeland (in Manchester) welke geleidt wordt door de irritante Sergeant Smythe (Harry Melling), zo laat hij aan de gevangen o.a. een film over een concentratiekamp zien, waarvan naderhand duidelijk wordt waarom hij zo'n hekel aan Duitsers heeft. Daar vertoont hij al snel zijn keeperstalent bij het ronselen van sigaretten en dat wordt ook opgemerkt door Jack Friar (John Henshaw) die een kruidenierswinkel runt (en dus in het kamp komt) en tevens de manager is van een amateur voetbalelftal. Dat laatste elftal heeft een slechte keeper in de vorm van Alf Myers (Mikey Collins) die het voetballen ook niet zo nauw neemt en dus wordt hij vervangen door Bert (dit tot grote verbazing van de andere spelers die eigenlijk niet met hem willen voetballen) die gelijk bij de eerste wedstrijd zijn enorme keeperstalent laat zien waardoor ze de wedstrijd winnen met 3-0. Hierna maakt Bert een deal met Jack, waardoor hij vaker het kamp mag verlaten en zodoende gaat hij ook werken in de kruidenierswinkel van Jack waar dochter Margaret ook werkt. Betsy: En wat betreft Bert. Margaret: Ik houd afstand. Maar langzaam bloeit er toch iets tussen hen en mede omdat Bert een sympathiek persoon blijkt te zijn (helpt o.a. goed de familie van Margaret, waaronder zusje Barbara gespeeld door Olivia-Rose Minnis). Dat vindt het Engelse vriendje Bill Twist (Michael Socha), die tevens een voetballer is in het amateur elftal, van Margaret natuurlijk niet fijn en hij is dan ook blij als de oorlog is afgelopen en de Duitse gevangen weer naar huis (oftewel naar Duitsland) mogen. Omdat Bert echter zo'n goede keeper is, komt er tijdens de laatste wedstrijd van Bert de manager van Manchester City kijken, te weten Jock Thompson (Gary Lewis), die onder de indruk is van Bert's keeperskwaliteiten en na de wedstrijd (die ze winnen met 2-1) met hem gaat praten. "Hij wil dat ik naar Manchester City kom voor een test. We belanden dan in de tweede helft (de laatste circa 40 minuten) van de film, waarin redelijk wat drama te zien is en de tijd ook snel verstrijkt. We zijn dan namelijk aangekomen in 1949, waar Bert de nieuwe keeper van Manchester City is geworden. Omdat hij een Duitser is en actief was tijdens de oorlog, maakt de Britse pers hem volledig af (o.a. omdat hij tijdens de oorlog een IJzeren Kruis heeft gekregen) en zijn de supporters ook niet blij met hem (joelen hem continue uit op de tribune). Dit leidt tot verhitte discussies (waarbij o.a. een Rabbijn en Margaret betrokken is), maar uiteindelijk sluit iedereen Bert in zijn hart en dat mede door Bert's keeperstalent. Daarna belanden we in 1951 en krijgen Bert en Margaret hun eerste kind, namelijk zoontje John (Tobias Masterson) waar ze erg veel van houden. We krijgen dan ook wat echte zwart/wit voetbalbeelden te zien van Bert Trautmann en dat o.a. tijdens de FA Cup-finale in 1956 tegen Birmingham. Die wedstrijd wordt gewonnen met 3-1 maar tijdens de wedstrijd krijgt Bert een knie tegen zijn hoofd en breekt hij zijn nek. Met veel pijn en moeite speelt hij toch de wedstrijd uit en wordt hij natuurlijk de "Man of the Match" en wordt hij ook zeer populair onder de supporters (daar staat hij bekend als de held van de FA Cup-finale van 1956). Na de wedstrijd belandt Bert in het ziekenhuis (vanwege de gebroken nekwervel), waarin hij o.a. flashback beelden (ook te zien tijdens de eerste helft van de film maar dan in een andere uitvoering) ziet van een jongetje tijdens de oorlog, die wordt doodgeschoten door een Duitser vanwege een voetbal en Bert had dat kunnen verhinderen maar deed niets. Als hij dit telefonisch aan Margaret wilt gaan vertellen, komt er een ijscowagen langs die per ongeluk zoontje John (die een ijs koopt) doodrijdt omdat zijn voetbal op straat rolt en hij deze wilt pakken. Bert en Margaret hebben dan natuurlijk groot verdriet en als Bert dan op een gegeven moment bij het graf van John staat, is daar ook Sergeant Smythe en wordt duidelijk waarom hij een hekel heeft aan Duitsers (zijn vrouw en twee kinderen zijn namelijk omgekomen tijdens een bombardement op Manchester). Bert en Margaret kibbelen dan nog wat over de dood van hun zoontje John (waarvan Bert denkt dat het zijn schuld is vanwege de oorlog en waarop Margaret antwoord dat niet alles om hem draait) en daarna besluit Bert om door te gaan als keeper bij Manchester City, wat hij doet tot 1964. Daarna kom je nog te weten dat Bert en Margaret nog twee kinderen hebben gehad en dat Margaret is gestorven in 1980 en Bert pas in 2013 op 89-jarige leeftijd. Hoewel de film me wel wist te vermaken, vind ik het wel een gemis dat je eigenlijk niets over Bert te weten komt van voor de oorlog en tijdens de oorlog. Zo komen zijn vader en moeder en eventuele broers of zussen totaal niet aan bod en m.b.t. de oorlog weet je alleen dat hij betrokken is bij de dood van een jongetje, welke hij had kunnen verhinderen, en dat hij moest dienen in het leger (wat uiteraard ook klopt). De cast deed het opzicht best goed en vooral dan natuurlijk de hoofdrolspelers David Kross en Freya Mavor (haar zag ik begin dit jaar ook al schitteren in de Thriller / Mystery film "The Lady in the Car with Glasses and a Gun"), waarbij de laatste ook nog eens een mooie verschijning was om naar te kijken. De overige cast deed het ook goed en vooral John Henshaw als vader en manager Jack Friar, die hier en daar ook voor wat lichte humor zorgt (o.a. als Bert steeds zijn sigarettenpakje steelt en hij er een keer vet in doet). Al met al best een vermakelijke en mooie Biografie / Drama film over de Duitse keeper Bert Trautmann (waar ik voor deze film nog nooit over gehoord heb) die wel wat diepgang mist en dat m.b.t. het verleden van Bert voor en tijdens de oorlog.
Oliver Kahn: De 'Titan' met Ongeëvenaarde Passie
Oliver Kahn, bijgenaamd de 'Titan', staat bekend om zijn agressieve speelstijl en onwrikbare mentaliteit. Zijn carrière omvat vele successen met Bayern München en het Duitse nationale elftal. Kahn was een keeper die angst inboezemde bij aanvallers en zijn teamgenoten motiveerde met zijn passie en leiderschap.
Lees ook: Het verhaal van Mabel Brands: van onbekend talent tot topspeelster.
Een van de meest memorabele momenten van Kahn was het WK van 2002, waar hij ondanks de uiteindelijke nederlaag in de finale, werd uitgeroepen tot beste speler van het toernooi. Zijn prestaties in dat toernooi waren fenomenaal en toonden zijn uitzonderlijke klasse. Kahn’s invloed reikte verder dan zijn reddingen; hij was een leider op en buiten het veld.
Manuel Neuer: De Revolutionair
Manuel Neuer heeft de rol van de keeper opnieuw gedefinieerd met zijn 'sweeper-keeper' stijl. Hij is niet alleen een uitstekende doelverdediger, maar ook een actieve deelnemer in het veldspel. Zijn vermogen om uit zijn doel te komen en ballen te onderscheppen, maakt hem een cruciale speler in het moderne voetbal.
Neuer's hoogtepunten omvatten het winnen van het WK in 2014, waar hij ook werd uitgeroepen tot beste keeper van het toernooi. Zijn innovatieve stijl heeft veel jonge keepers geïnspireerd en heeft de manier waarop het keepersvak wordt benaderd, veranderd.
Peter Schmeichel: Een Deense Uitdager
Hoewel Peter Schmeichel Deens is, is zijn impact op het voetbal zo groot dat hij niet onvermeld mag blijven. Op 18 november 2023 vierde hij zijn zestigste verjaardag. Schmeichel, de zoon van een Poolse vader en Deense moeder, had het eigenzinnige en opvliegende van de jazz in zijn karakter, geërfd van zijn vader Tolek, een jazzpianist.
Schmeichel overwon zijn aversie voor het keepen en koos tijdelijk voor de Deense volkssport handbal, wat hem later hielp bij zijn techniek om de bal uit te gooien. Hij wierp de bal met gemak tot aan de middencirkel. Hij koos voor het onbekende Bröndby IF dat door zijn toedoen de macht van de traditieverenigingen uit Kopenhagen ondergroef: vier landstitels tussen 1987 en 1991. Met de nationale ploeg kon hij zich niet plaatsen voor het EK 1992 in Zweden, maar de Joegoslavische burgeroorlog gunde Denemarken een achterpoortje.
Lees ook: PSV en Duitse doelmannen
Onder zijn commando stelde Denemarken zich volledig in op favoriet en wereldkampioen Duitsland. Zijn zelfbewustzijn sloeg over op het hele elftal. De bookmakers verloren over de hele lijn. Intussen noemde men hem ‘Peter The Great’ in Engeland. Nadat hij Manchester United mee aan de top bracht met landstitels en bekerzeges. Hij maakte zijn punt in het strafschopgebied met zijn typerende kreet: ‘Away, here I come!’ Als hij brullend aanstormde, meden de meeste spitsen het directe contact met zijn 1,93 meter en net geen honderd kilogram. Gedurende acht seizoenen zag ‘Schmeikey’ de prijzen aanwassen tot vijftien! Met als klap op de vuurpijl de Champions League in 1999: 2-1 tegen Bayern. Met hem als verantwoordelijke voor de wonderbaarlijke ommekeer van United.
In de 90ste minuut terroriseerde hij het luchtruim van concurrent Oliver Kahn bij de hoekschop van David Beckham. Uit de door hem gezaaide verwarring werd de gelijkmaker geboren. Eén minuut later lukte Solskjaer de 2-1. Hij zwoegde als een perfectionist en zweeg tegelijk voor niemand. De Duitse pers typeerde hem na de finale als een ‘angstaanjagende bundel energie’. Hij beschouwde de penaltyzone als zijn persoonlijke eigendom en stelde zich soms te weer als een onbesuisde Rambo.
In 2000 kozen internationale statistici hem op derde plaats in de lijst ‘Keeper van de Eeuw’: na Lev Yashin en Gordon Banks. Het publiek riep hem, via een enquête in 2001, uit tot ‘all-time-number-one’. Hij was ‘Mister Clean Sheet’ in de Premier League en recordhouder inzake aantal wedstrijden zonder tegendoelpunt. Bij zijn afscheid in Kopenhagen - 129ste interland in 2001, waarin hij meer dan vijftig keer de nul hield - stonden de Denen ovationeel op de banken van Idrottsparken.
De Wedstrijd van de Eeuw en Keepersfouten
Het is u wellicht ontgaan, maar gisteren is een grote kanshebber op de titel 'Wedstrijd van de eeuw' gespeeld. De 21e wel te verstaan. En nee, het is niet Roemenië - Nederland, al gebeurde daar zeker in de eerste helft genoeg. Nee, ik heb het over de WK kwalificatiewedstrijd Duitsland - Zweden, dat een ongekend wedstrijdverloop kende. De Duitsers verspelen, nog wel thuisspelend, een 4-0 leiding binnen 30 minuten en spelen uiteindelijk nog bijna gelukkig 4-4 tegen de ontketende Zweden.
De titel met de 'Wedstrijd van de eeuw' is niet geheel toevallig gekozen. Afgelopen weekend werd namelijk een wedstrijd georganiseerd in Duitsland ter herinnering aan de in de ogen van de Duitsers 'Wedstrijd van de 20e eeuw', te weten Duitsland - Italië van het WK in 1970, dat een ongekend spannend wedstrijdverloop kende en uiteindelijk in 4-3 winst voor de Italianen eindigde. En met Franz Beckenbauer met zijn arm in een mitella, waarmee hij de wedstrijd moest uitspelen omdat er geen wissels waren toegestaan. Maar gisteren was ander koek. De Duisters spelen voetbal van een andere planeet en leiden na 60 minuten met 4-0. Hoeveel zal het worden denk je dan, 7, 8-0? Uit het niets maakt Ibrahimovic een doelpunt in de 62e (!) minuut. 4-1, niets aan de hand. Maar de Duitsers raken verlamd, waarschijnlijk deels uit arrogantie, deels uit angst voor meer tegendoelpunten. Hier is emotiemanagement van de hoogste plank nodig.
Lees ook: Duitse keepers en de Gouden Handschoen
Er is de laatste tijd veel kritiek geweest op de verdediging en keeper, die nergens de nul weten te houden. En binnen enkele minuten wordt ook de 4-2 binnengeschoten, na niet erg gelukkig keeperswerk van de iets teveel omhoog geschreven Duitse keeper Neuer. Als na 75 minuten ook de 4-3 valt, voel je dat een sensatie in de lucht hangt. Niemand kan dan echter nog geloven dat dit echt gaat gebeuren, al gaan de Zweden er wel voor en verlamd Duitsland steeds meer. Ajacied Sana, net ingevallen, mist een enorme kans op de 4-4 na wederom geklungel van keeper Neuer. Je ziet aan de Zweden, geeft niks joh, dit hadden we toch al niet meer verwacht. Als dan in de laatste minuut, toch eigenlijk een typisch Duits fenomeen zoals uit mijn boek 'De laatste minuut' uit 2006 blijkt, de Zweden op 4-4 komen is een einde gekomen aan een a-typische, knotsgekke, fantastische voetbalavond. Dat het geweldige Duitse elftal onder de prima coach Low terug zou kunnen komen van een 4-0 achterstand, OK, dat geloven we wel. Maar dat de Zweden hiertoe in staat zijn tegen diezelfde Duitsers, in Duitsland ook nog eens, nee, dat is echt onvoorstelbaar.
De Invloed van Peter Schmeichel
Met de komst van zijn zoon Kasper naar Anderlecht is vader Peter Schmeichel geregeld aanwezig op de Belgische tribunes. Peter Schmeichel. De zoon van een Poolse vader en Deense moeder. Vader Tolek was jazzpianist. In het karakter van de zoon stak het eigenzinnige en opvliegende van de jazz. Hij was als kind vastbesloten om te slagen als topspits maar zijn eerste coach dropte hem meteen in doel. Dat leidde tot zijn eerste woede-uitbarsting op het veld. Hij overwon slechts moeizaam zijn aversie voor het keepen en koos tijdelijk voor de Deense volkssport handbal. Deze ervaring zal hem later zijn techniek bij het uitgooien helpen voltooien. Hij wierp met gemak de bal tot aan de middencirkel. Hij koos voor het onbekende Bröndby IF dat door zijn toedoen de macht van de traditieverenigingen uit Kopenhagen ondergroef: vier landstitels tussen 1987 en 1991. En Europese headlines! Met de nationale ploeg kon hij zich niet plaatsen voor het EK 1992 in Zweden, maar de Joegoslavische burgeroorlog gunde Denemarken een achterpoortje. De spelers werden van hun vakantiezetel geplukt en zonder voorbereiding gooiden ze zichzelf in het toernooi. Tot verrassing van zichzelf haalden ze de finale. Onder zijn commando stelde Denemarken zich volledig in op favoriet en wereldkampioen Duitsland. Hij plukte of bokste alle voorzetten voor de neus van Klinsmann en Riedle weg en stond pal bij alle pogingen van de Mannschaft. Zijn zelfbewustzijn sloeg over op het hele elftal. De bookmakers verloren over de hele lijn. Intussen noemde men hem ‘Peter The Great’ in Engeland. Nadat hij Manchester United mee aan de top bracht met landstitels en bekerzeges. Hij maakte zijn punt in het strafschopgebied met zijn typerende kreet: ‘Away, here I come!’ Als hij brullend aanstormde, meden de meeste spitsen het directe contact met zijn 1,93 meter en net geen honderd kilogram. Gedurende acht seizoenen zag ‘Schmeikey’ de prijzen aanwassen tot vijftien! Met als klap op de vuurpijl de Champions League in 1999: 2-1 tegen Bayern. Met hem als verantwoordelijke voor de wonderbaarlijke ommekeer van United. Met cruciale tussenkomsten hield hij zijn elftal in de race na een vroege 1-0-achterstand. In de 90ste minuut terroriseerde hij het luchtruim van concurrent Oliver Kahn bij de hoekschop van David Beckham. Uit de door hem gezaaide verwarring werd de gelijkmaker geboren. Eén minuut later lukte Solskjaer de 2-1. Hij zwoegde als een perfectionist en zweeg tegelijk voor niemand. De Duitse pers typeerde hem na de finale als een ‘angstaanjagende bundel energie’. Hij beschouwde de penaltyzone als zijn persoonlijke eigendom en stelde zich soms te weer als een onbesuisde Rambo. Daarmee overschreed hij de grens van het welvoeglijke. Zijn scheldpartijen waren soms een intimidatie te ver. Het hoorde bij zijn show. De muziekmicrobe erfde hij van zijn vader. In 2000 kozen internationale statistici hem op derde plaats in de lijst ‘Keeper van de Eeuw’: na Lev Yashin en Gordon Banks. Het publiek riep hem, via een enquête in 2001, uit tot ‘all-time-number-one’. Hij was ‘Mister Clean Sheet’ in de Premier League en recordhouder inzake aantal wedstrijden zonder tegendoelpunt. Bij zijn afscheid in Kopenhagen - 129ste interland in 2001, waarin hij meer dan vijftig keer de nul hield - stonden de Denen ovationeel op de banken van Idrottsparken. De zoon van de jazzmuzikant bleef trouw aan de improvisatielijnen van zijn vader.