De geschiedenis van het Belgische hockey is een verhaal van transformatie, van een sport gedomineerd door de Franstalige elite tot een gepassioneerde, inclusieve sport die de natie verenigt. In de aanloop naar het EK Hockey in Antwerpen, duiken we in de rijke historie van het Belgische hockey, en onderzoeken hoe dit 'kleine' hockeyland zich ontwikkelde tot de wereldkampioen van 2018 en Olympisch kampioen in 2020.
De Vroege Jaren: Elite en Fair Play
De beginjaren van het Belgische hockey werden sterk beïnvloed door Fernand de Montigny, een meervoudig olympisch kampioen en een symbool van het Belgische hockey in die tijd. De Montigny, afkomstig uit een rijke Antwerpse familie waar Frans de voertaal was, belichaamde de elite die de sport domineerde. Frans was de taal van de elite, zelfs in het Vlaamse deel van het land. Hoewel Vlaams in 1932 de officiële eerste taal werd in Antwerpen, bleef Frans tot ver in de jaren vijftig en zelfs nu nog in hogere en adellijke kringen gesproken worden.
De Montigny (1885-1974) was een ware alleskunner. Hij won zes olympische medailles in verschillende disciplines, waaronder schermen, schaatsen, hockey en ijshockey, tussen 1908 en 1924. Daarnaast ontwierp hij als architect het olympisch stadion van Antwerpen, waar in 1920 de Olympische Spelen plaatsvonden. Hij tenniste en hockeyde bij Royal Beerschot THC, een van de oudste hockeyclubs van België, opgericht in 1899 als een sportclub voor diverse sporten, waaronder hockey, polo, paardenjacht, cricket, rugby, tennis en atletiek.
Net zo roemrucht als Beerschot is Leopold, opgericht rond 1900 in Ukkel, ten zuiden van Brussel, in het Franstalige deel van België. De huidige landskampioen Leopold is recordhouder met veertien landstitels bij de dames en zevenentwintig titels bij de heren. Ook Royal Leopold is een multisportclub.
In het seizoen 1910/1911 werd de Belgische hockeybond opgericht, toen de Association de Hockey de Belgique. In dat jaar speelde België de eerste hockeyinterlands. Het gemengde team van Beerschot, waar De Montigny deel van uitmaakte, bestond uit zes mannen en vijf vrouwen.
Lees ook: Voorbereiding internationale wedstrijden U17
Op de Olympische Spelen van 1920 in Antwerpen won België met De Montigny brons in het mannenhockey. De Belgen wonnen met 3-2 van Frankrijk, verloren met 5-2 van Denemarken en werden op het natuurgras in Antwerpen met liefst 12-1 vernederd door de Britten, die olympisch kampioen werden. Het zou tot 2007 duren voordat het Belgische mannenhockey weer een medaille zou winnen.
De Montigny ontving in 1934 een ‘sport merit’ medaille in Antwerpen, van de minister van sport. Hij stond symbool voor de ‘leisure class’, voor de gefortuneerden die genoeg tijd en energie hadden om zich te bekwamen in sport. Voor de Franstalige hockeyelite was fair play het belangrijkst, net als elegantie in de sport. Professioneel sporten werd in die tijd nog gezien als spelbederf.
De Invloed van de Franstalige Bourgeoisie
Dat de Franstalige bourgeoisie de oorsprong van het Belgische hockey vormde, is nog te merken bij de verschillende hockeyclubs. De Belgische sportjournalist Floris Geerts weet dat traditionele hockeyclubs hun elitaire karakter deels hebben behouden. Ook de Franse taal heeft daar nog steeds mee te maken. ‘Taal ligt gevoelig in ons land. De oudere generatie spreekt toch het liefst Frans. Zelfs bij clubs in Vlaams gebied, zoals Beerschot, Herakles (Antwerpen) en Gantoise (Gent) wordt er nog veel Frans gesproken. Dat heeft toch te maken met die oude gegoede burgerij, die liever Frans spreekt. Ook van het huidige Belgische nationale team komen veel spelers uit een Vlaams gebied, maar werd er toch thuis Frans gesproken. Geerts: ‘Bij Loïck Luypaert spreken ze Frans thuis. Arthur de Sloover, Felix Denayer, Florent van Aubel, Nicolas de Kerpel, Antoine Kina.
De Transformatie: Toegankelijkheid en Groei
De laatste jaren heeft het Belgische hockey een enorme groei doorgemaakt. Tussen 2005 en eind 2018 steeg het aantal hockeyers van 17.000 naar 48.000. Deze groeispurt kan deels worden toegeschreven aan het veranderende, minder snobistische karakter van de sport. Oud-international Marc Coudron, sinds 2005 voorzitter van de Belgische hockeybond, speelde hierin een cruciale rol. Hij streefde ernaar hockey toegankelijker te maken voor het grote publiek. Een goed voorbeeld hiervan is de oprichting van de Antwerpse hockeyclub Olympia in 2016, de club waar het EK hockey in augustus wordt gespeeld. Deze club profileert zich als een gezellige, familiale club, opgericht in 2016. De naam Olympia is gekozen ter ere van de Olympische Spelen van Antwerpen in 1920, die op en rond het Wilrijkse Plein werden georganiseerd.
De Rol van de KBHB
De Koninklijke Belgische Hockey Bond (KBHB) speelt een essentiële rol in de ontwikkeling van hockey in België. De bond vertegenwoordigt een groot aantal clubs verspreid over het hele land, met een aanzienlijk aantal leden. De KBHB streeft ernaar een hockeyomgeving te creëren waar leden met plezier komen, fans graag langs de lijn staan, vrijwilligers gewaardeerd worden en sponsors graag hun naam en budget aan verbinden.
Lees ook: Belgische voetbaluitslagen van vandaag
De KBHB biedt ondersteuning aan clubs op het gebied van ledenadministratie en competitieplanning. Ze werken samen met Sportlink om een uitgebreid pakket voor ledenadministratie aan te bieden, waardoor alle benodigde informatie automatisch gedeeld wordt met de bond. Daarnaast kunnen verenigingen kosteloos gebruik maken van Club.Contributie en een app voor het vastleggen van wedstrijdzaken. Het supportteam van de KBHB behandelt jaarlijks duizenden vragen en bestaat uit enthousiaste clubliefhebbers die vaak zelf actief zijn als bestuurder, vrijwilliger, trainer of jeugdvoorzitter bij hun eigen club.
Met Bond.Relatiebeheer kunnen alle leden en relaties worden vastgelegd, waarbij de gegevens online continu beschikbaar zijn en uitgewisseld worden met de aangesloten verenigingen. Bond.Competitie wordt gebruikt voor het organiseren en plannen van alle competities, waarbij alle competitiezaken in één systeem geregistreerd staan en automatisch in de administratie van de aangesloten verenigingen worden vastgelegd.
De Red Lions en Red Panthers: Nationale Trots
Het Belgische Red Lions veldhockeyteam heeft België trots gemaakt door de gouden medaille te winnen tijdens de Olympische Spelen van 2020 in Tokio. Dit was een historisch moment voor het Belgische hockey en een bekroning van jarenlang hard werken.
Het vrouwelijke Red Panthers team bewijst ook veelbelovend te zijn met een uitstekende 3e plaats op het Europees kampioenschap. Beide teams worden gesteund door de Belgische Hockeybond (KBHB), die heeft geïnvesteerd in een nieuw gebouw, het Center of Excellence, in Antwerpen. Dit nieuwe hoofdkwartier is een ultramoderne faciliteit en een mijlpaal die België zal profileren als een van de top hockeylanden in de wereld. Het is voorzien van alle functies en voorzieningen die de KBHB zullen ondersteunen op hun weg naar succes en ervoor zullen zorgen dat de Belgische nationale ploeg een prominente rol kan blijven spelen in de internationale hockeywereld.
De Rol van Bert Wentink en Marc Coudron
Eén man verdient volgens velen alle krediet voor het ontwerp van het Belgische bouwwerk: de Nederlander Bert Wentink (63), sinds 2005 technisch directeur van de bond. De Tilburger, begin jaren negentig weinig succesvol als bondscoach van een moeilijke groep Nederlandse vrouwen, woont al jaren in Antwerpen en trainde onder meer Dragons in Brasschaat. „Daar merkte ik hoeveel talent België heeft”, zegt Wentink. Hij zag in 2004 de Belgische jongens onder 16 jaar Europees kampioen worden, louter door de inspanningen van „één hockeyfanaat”, Chris Vercammen. „Die had links en rechts wat centjes geraapt bij ouders, tentenkampen georganiseerd.”
Lees ook: Alles wat je moet weten over de Red Lions
Wentink werd door de bond gevraagd een structuur op te zetten voor de hockeytop. Doorslaggevend was daarbij het topsportproject ‘Be Gold’, sinds 2004 gericht op de opleiding van talenten voor de Spelen van 2016. „Daardoor kwam er geld vrij. We hebben de nationale jeugdploegen allemaal wekelijks bij elkaar, vanaf onder vijftien. Andere landen beginnen later.”
De resultaten zijn indrukwekkend. Plaatsten de Belgische mannen zich nog wat gelukkig voor de Spelen van Beijing (2008), in Londen (2012) werd de ploeg al vijfde. Deze zomer wonnen de Red Lions het Hockey World League-toernooi in Rotterdam, waarbij wereldkampioen Australië twee keer werd verslagen.
Ondertussen floreert ook het clubhockey: toen Wentink acht jaar geleden begon, telde België 15.000 hockeyers. Nu zijn het er 34.000. Dit jaar zorgde zijn oude club Dragons voor een primeur met een eerste Belgische finaleplaats in de Euro Hockey League.
Volgens Lammers, die in België wordt geassisteerd door zijn landgenoten Jeroen Delmee en Frank Leistra, zijn de successen vooral te danken aan de jeugdopleiding. „Je hebt hier goede coaches. Het is hier iets elitairder, dus ouders eisen een goede trainer. Daar betalen ze ook voor. In Nederland doen de goede trainers alleen het eerste team, niet de jeugd.”
Als voorbeeld noemt hij de Nederlander Eric Verboom, die bij Dragons jarenlang de hele club trainde. „Hij is met al die jeugdteams landskampioen geworden. Heel veel internationals komen van zijn ‘school’.”
Maar het zendingswerk in het meertalige België was niet eenvoudig, erkent Wentink. Het Belgische hockey stond vooral bekend als een elitaire, overwegend Franstalige sport, maar Wentink bombardeerde het Engels tot voertaal. In de kleedkamer werd dat al gesproken omdat de hockeymannen twee keer een Australische bondscoach hadden. „In het Engels zijn we als begeleiding neutraal”, zegt Lammers. „Dus de taalkwestie speelt bij ons niet.”
Maar in de buitenwereld ligt dat minder eenvoudig. „Toen ik een keer een voedingsdeskundige uitnodigde, zei ze: ik mag alleen uitleg geven aan de Vlaamse spelers, de Franstaligen moeten betalen. Ze werd gefinancierd vanuit Vlaanderen.”
Wentink spaarde kosten noch moeite om een Belgische identiteit te creëren rond de nationale ploegen, van jong tot oud: de bijnamen van de teams en de viering van het volkslied zijn er voorbeelden van. De emotie was in Boom letterlijk voelbaar op de tribunes. „Dat willen wij uitstralen: de nationale ploeg is iets bijzonders, daar moet je echt veel moeite voor doen, je moet trots zijn erbij te horen.”
Wentink ziet het als zijn belangrijkste taak ervoor te zorgen dat de eenheid bewaard blijft. „In sommige bonden, zoals de taekwondofederatie, staan de Nederlandstaligen bij wijze van spreken permanent voor de rechter tegenover de Franstaligen.”
In Boom straalde het Belgische hockey vooral enthousiasme en plezier uit. „Ik zit in een roes”, zegt Lammers. „Ik heb veel toernooien meegemaakt, maar de energie die je hier voelt, is geweldig. Alles is nog nieuw hier, alles is leuk. Als je in Amstelveen een vriendschappelijke wedstrijd speelt, komt er niemand. Hier in Boom komen tweeduizend mensen kijken.”
Het EK in Boom toonde aan dat de Belgische ploeg tot wasdom is gekomen. „Wat ik heb de afgelopen maanden heb veranderd is de mentaliteit. Ik vond dat ze geen echte topsportmentaliteit hadden. Trainen was prima, maar vrijdag, zaterdag en zondag gingen ze op stap, maandag nuchter worden en dinsdag weer naar het nationale team. Als studenten.”
Daar is België in acht jaar tijd echt veranderd, denkt Wentink. Zoals de gouden generatie topvoetballers voor nieuw zelfvertrouwen zorgden, de tennissters, of schaatser-skeeleraar Bart Swings. De wereldtop is niet meer iets voor het buitenland. „Toen ik hier kwam, waren de Belgen wat te bescheiden”, zegt Wentink. „Jeugdspelers hadden een poster van Teun de Nooijer op hun kamer hangen. Maar Belgen kunnen en weten veel meer dan ze laten merken. ”
Dat probleem heeft zichzelf inmiddels opgelost, weet Wentink. „We zijn Europees kampioen geworden met allerlei jeugdteams. In 2018 werd België voor het eerst in de geschiedenis wereldkampioen hockey bij de heren door Nederland te verslaan in de finale.
Marc Coudron, sinds 2005 voorzitter van de Belgische hockeybond (KBHB), legt uit waar de kracht vandaan kwam om een revolutie in het Belgische hockey te ontketenen, die hij zelf consequent een evolutie noemt. Zelf oogt en praat hij bescheiden, maar hij heeft de kracht om honderden mensen te mobiliseren. België was in zijn jaren het lachertje op het internationale podium. Voormalig aanvoerder Coudron kijkt gekweld als hij vertelt over het WK in 1994. Hij vond het een wonder dat de Belgische hockeyers überhaupt het WK hadden gehaald en wilde daar alles uithalen. België speelde tegen het Nederlands elftal, kwam op een 1-0 voorsprong, en verloor daarna met 8-1. ‘De helft van ons team was goed voorbereid. De rest was mentaal en fysiek zwak. Ik ben een teamplayer. Maar het is moeilijk om op het hoogste niveau te spelen, als andere spelers niet alles doen wat ze kunnen. Dat is frustrerend. Daarom hebben we na het WK in Sydney verschillende spelers vervangen.
België was vroeger altijd de underdog, vertelt Coudron. Het team dat mentaal met 0-2 achter stond, als het een wedstrijd tegen een topland speelde. Jezelf kleiner maken, de timide opstelling: het zit volgens de bondsvoorzitter diep in de Belgische ziel. De historie van het land had een permanente angst in de harten van de Vlamingen en Walen gejaagd, denkt Coudron. ‘Wij zijn zo vaak bezet geweest door andere landen. Wij hebben altijd gedacht dat andere landen groter waren dan wij. Die mentaliteit leeft in de monden van de politici, in de pers, en bij de mensen zelf’, legt hij uit. ‘Een kwartfinale halen, dat is voor een klein land als België toch niet zo slecht? Dat soort dingen stonden in de krant. Wat is dat, een klein land? Toen ik zelf speelde was die houding een frustratie bij mij. Een Hollander zou dat gevoel nooit hebben. Daarom is Nederland zo goed in sport en bloeit het in het bedrijfsleven met haar ondernemingen. Wij hebben altijd gedacht dat andere landen groter waren dan wij.
Coudron weet zich met België nooit te kwalificeren voor de Olympische Spelen. In zijn laatste jaar als international krijgt de aanvoerder nog een kans, om Athene 2004 te halen. De Wet van Murphy werkt op volle toeren, als België een vinger op een olympisch ticket heeft gelegd. Het koestert een 2-1 voorsprong tegen Zuid-Afrika, op het olympisch kwalificatietoernooi in Madrid. Coudron: ‘Het werd een ramp. Met nog dertien seconden te gaan staat het 2-1 voor ons, terwijl wij kansen hadden om op 4-1 te komen. Een kans die er nooit in had gemogen, wordt in de laatste minuut gescoord door Zuid-Afrika. In de verlenging tippen wij een bal een centimeter naast de goal. Bij de strafballen staat het bijna 4-2 voor ons. Maar de keeper maakt een supermooie save. In de sudden death scoren zij. Wij missen. Ongelofelijk. Maar dat wist hij toen nog niet. Coudron wist alleen dat hij vooruit wilde met het Belgische hockey. Het ‘Calimero-complex’ moest worden afgeschud en België moest met de mannen een keer de Olympische Spelen halen.
Coudron bleef zich na zijn actieve loopbaan bezig houden met het nationale team. Toen kwam de vice-voorzitter van de KBHB naar de toenmalig recordinternational van België - een titel die nu is overgenomen door international John-John Dohmen - met de vraag of Coudron geen voorzitter wilde worden van de Belgische hockeybond? Het was geen onlogische vraag, want Coudron was een grote naam in het Belgische hockey en wist precies waar de schoen knelde. ‘Maar ik was pas 34. ‘Ik heb veel nagedacht en met vrienden gesproken. Ik heb Bert Wentink (Nederlandse coach en academicus, toen bekend als coach van Dragons, red.) benaderd. Mijn gevoel was dat Bert met zijn kwaliteiten de juiste persoon op de juiste plaats was. Ik wilde het alleen doen als hij in het bestuur wilde. Hij had een goede baan op de Tilburgse universiteit. Hij moest die verlaten voor een witte pagina in zijn carrière. Het grootste voordeel was dat we met jongens als Cedric Charlier, John-John Dohmen, Thomas Briels en Sander Baart net in 2004 het EK onder 16 hadden gewonnen.
Het voorzitterschap is een vrijwilligersbaan. Eentje waar Coudron de afgelopen veertien jaar naar schatting minimaal twintig uur per week aan kwijt is. Hij durfde als een van de weinige Belgen groots te dromen. Hij predikte een sterke evolutie. In 2005 bedroeg het inkomen van sponsors voor de hockeybond 65 duizend euro. In 2019 is dat bedrag zo’n 1,4 miljoen euro. Er werkten in 2005 vier mensen bij de hockeybond, Bert Wentink werd de vijfde. Nu zijn er meer dan twintig fulltimers. Wentink begon met het ‘Be Gold’ jeugdopleiding, dat tot gouden successen op de Olympische Spelen moest leiden. Coudron merkte in 2005 dat er meer Belgen zijn dromen deelden en wist een organisatie neer te zetten met geschikte trainers, betere faciliteiten en een sport te creëren die minder elitair was en aansprekend was voor meer mensen. ‘Het hockey begon te leven. We moesten voor de sponsors ook in de Nederlandstalige pers aanwezig zijn. We gingen daarom ook toernooien organiseren, zodat we zichtbaarder werden als sport. Hockey moest aanwezig zijn op de televisie, in kranten en op social media. De Champions Challenge was in Boon in 2007.
Coudron was ondertussen van 2010 tot 2018 Executive Board Member van de FIH. Nu is hij penningmeester bij het Belgische olympische comité. De oom van internationals Tom en Jill Boon zegt dat hij in 2010 zeker wist dat de evolutie die hij samen met Wentink was gestart zou leiden tot grootse resultaten. ‘Ik deed alsof we in 2015 waren. Weten jullie nog, dat de mannen en vrouwen het EK, het WK en de Olympische Spelen speelden? Ik deed net alsof ik een profeet was en zei dat we voor goud moesten gaan. Ik wist gewoon zeker dat we het zouden halen. Dat was geen arrogantie. De generatie Gauthier Bocchard, Loïck Luypaert en Simon Gougnard was onder 18 Europees kampioen geworden. En de generatie daarna, met Arthur van Doren, Alexander Hendrikx en Manu Stockbroekx ook. We hadden zoveel spelers van topniveau. We hadden de beste jeugd ooit. En misschien wel de beste van de wereld. Het enige wat we moesten regelen voor ze waren de beste coaches van de wereld, met Adam Commens (nu technisch directeur KBHB), Colin Batch (nu coach Australië) en daarna Marc Lammers, Jeroen Delmee en Shane McLeod.
‘Closing the Gap’ was de naam van het eerste doel, voor 2005 tot 2008, omdat België altijd tussen plaats elf en veertien bungelde op de wereldranglijst. Toen de Olympische Spelen van Peking was gehaald, begon de fase ‘Keep the Flame Burning’. Van 2012 tot 2016 werd dat ‘Push to the Podium’, 2016-2020 staat voor ‘Together at the Top’. De volgende fase heet ‘Beyond Tokio.’ De tijd om te oogsten. Coudron durft hardop te zeggen dat in 2024 België de Grand Slam heeft bereikt: Europees kampioen, wereldkampioen en olympisch kampioen. Toen de Red Lions in India de shoot-outs van Nederland wonnen van Nederland, zat Coudron in Londen. Hij ging naar een concert van Paul McCartney. Samen met een Nederlandse vriend keek hij naar de finale. Nergens in Londen wordt de wedstrijd uitgezonden, dus moet hij in de lobby van het hotel met een Nederlandse vriend op een mobiele telefoon naar de finale kijken. Hij ziet Florent van Aubel in de sudden death van de shoot-outs scoren en Jeroen Hertzberger missen. Een paar dagen later staat hij in Brussel, op de Grote Markt. Het is een koude dinsdagmiddag, diep in december. Vier straaljagers van de Belgische luchtmacht brengen een saluut. Het plein staat vol met duizenden mensen om de Belgische hockeyploeg te huldigen. Niet alleen is het Belgische hockey eindelijk succesvol. Coudron: ‘Ik stond op het balkon naast de spelers. Ik werd emotioneel toen ik al die mensen zag. Dit was ongelofelijk voor een dinsdag. Een dag dat mensen moesten werken en kinderen naar school gingen. Maar het meest emotionele moment van mijn voorzitterschap blijft die zondag van de gewonnen finale tegen Nederland.
De Toekomst van het Belgische Hockey
De toekomst van het Belgische hockey ziet er rooskleurig uit. Met een groeiend aantal leden, een sterke nationale ploeg en een professionele organisatie, is België klaar om een hoofdrol te blijven spelen in de internationale hockeywereld. De KBHB blijft investeren in de ontwikkeling van de sport, met de focus op jeugdopleiding, professionalisering en het creëren van een inclusieve en aantrekkelijke hockeyomgeving voor iedereen.
Terminologie
- KBHB: Koninklijke Belgische Hockey Bond
- Red Lions: Belgisch nationaal hockeyteam (mannen)
- Red Panthers: Belgisch nationaal hockeyteam (vrouwen)
- Be Gold: Belgisch topsportproject gericht op de opleiding van talenten voor de Olympische Spelen.
tags: #belgisch #team #hockey #geschiedenis