De geschiedenis van rugby in België en Zwitserland is een verhaal van bescheiden begin, doorzettingsvermogen en de gestage groei van een sport die diep geworteld is in lokale gemeenschappen. Hoewel de twee landen niet tot de traditionele rugbygrootmachten behoren, hebben ze elk een uniek verhaal te vertellen over de ontwikkeling van de sport. Dit artikel duikt in de vroege dagen van rugby in beide landen, belicht belangrijke momenten en onderzoekt de huidige stand van zaken.
De Vroege Jaren: Servette FC als Rugby Pionier
De wortels van rugby in Zwitserland zijn terug te voeren tot de late 19e eeuw, met name in de regio rond Genève. Servette FC, opgericht op 20 maart 1890 door vijf scholieren in Genève, begon als een rugbyclub. De oprichters, Paul Emile Bally, Albert Fiala, Emile Fiala, Charles Liomin en Marc Perrenord, waren tussen de 14 en 17 jaar oud en introduceerden de sport nadat de burgerlijke elite rondom het meer van Genève door Britse invloeden in aanraking was gekomen met rugby.
Toen Servette enkele jaren geen veld had om rugby te kunnen spelen, werd het rugby impopulairder, terwijl het voetbal juist opkwam in de regio. De club groeide vervolgens uit tot een stabiele en succesvolle club door impulsen van verschillende elites met nauwe banden in de economische sector en politiek. Servette FC organiseerde bovendien in 1930 de Coupe des Nations, een Europees toernooi voor kampioenen van de nationale competities, dat wordt gezien als de voorloper van de Europa Cup I / Champions League.
Servette FC groeide begin vorige eeuw uit tot een absolute topclub in Zwitserland - en heeft op Grasshopper Club Zürich (27 landstitels) en FC Basel (20 landstitels) na de meeste landstitels (17 voor Servette FC). De club uit het Alpenland was met name erg succesvol in de nationale tot eind jaren ’70.
België: Een Bescheiden Start en Groei
Net als in Zwitserland kende rugby in België een bescheiden begin. De sport werd geïntroduceerd door Britse expats en studenten, en de eerste clubs werden opgericht in de vroege 20e eeuw. De Belgische Rugby Bond werd opgericht in 1931, wat een formele structuur gaf aan de groeiende sport.
Lees ook: De iconische nummer 10
Het Belgisch vrouwenvoetbalelftal speelde diens eerste wedstrijd op 30 mei 1976 tegen Frankrijk in het Stade Auguste Delaune in Reims, Frankrijk. De wedstrijd eindigde in een 1-2-overwinning. Een jaar na de debuutwedstrijd speelde België tegen Zwitserland en opnieuw tegen Frankrijk; de wedstrijden eindigen respectievelijk op 2-2 en 1-1. Het jaar daarop speelde het land opnieuw tegen dezelfde teams maar wonnen deze keer met 1-0 en 2-0.
De Uitdagingen en Overwinningen
Beide landen hebben te maken gehad met uitdagingen bij het ontwikkelen van rugby, waaronder beperkte middelen, concurrentie van meer populaire sporten en een gebrek aan brede bekendheid. Ondanks deze obstakels hebben rugbyers in België en Zwitserland blijk gegeven van veerkracht en toewijding.
Een Opmerkelijk Verhaal: Hans Larive's Ontsnapping en de Rol van Rugby
Een opmerkelijk verhaal dat de verbinding tussen Nederland, België en Zwitserland illustreert, is de ontsnapping van Hans Larive uit Slot Colditz tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dit kasteel, met een roemruchte geschiedenis, deed dienst als een gevangenis voor geallieerde krijgsgevangenen.
In augustus 1941 wisten de Nederlanders Hans Larive en Francis Steinmetz dankzij hun Britse medegevangenen te ontsnappen. Tijdens een spelletje rugby op de bewaakte oefenplaats, vormden de Britten een scrum, ‘toevallig’ precies boven een putdeksel. Daarmee waren ze de eerste van zeven Nederlanders die wisten te ontsnappen, maar de ontsnapping van Larive was ook van grote waarde voor zowel de andere gevangenen als de geheime diensten van de geallieerden.
Na een eerdere ontsnappingspoging uit een krijgsgevangenkamp in Soest, was Larive door een loslippige Duitse officier namelijk op de hoogte geraakt een handige route naar Zwitserland die vanuit Colditz redelijk te bereizen was. Hij kon de route verkennen en dankzij contacten met verschillende geallieerde geheime diensten werd die kennis doorgegeven. Dit verhaal benadrukt de onverwachte manieren waarop rugby een rol kon spelen, zelfs in tijden van conflict. Slot Colditz is niet alleen een van de mooiste kastelen van Saksen, het is ook een kasteel met een wel heel bijzonder verhaal. Slot Colditz heeft een roemruchte geschiedenis. De eerste vermeldingen van het kasteel komen uit 1046, er staat hier dus al bijna duizend jaar een kasteel! Een groot deel van die tijd was dit een belangrijk kasteel voor rivaliserende Duitse vorstenhuizen die vanuit het kasteel hun domeinen beheersten. Het kasteel wisselde meerdere keren van eigenaar. Soms door huwelijken en troonopvolging, maar soms ook door geweld. Twee keer werd het kasteel met de grond gelijk gemaakt, een keer door een oorlog (1430) en een keer door een grote brand (1504). Maar altijd bouwden de keurvorsten het kasteel weer op, waardoor Slot Colditz nu een prachtig voorbeeld van renaissance-architectuur is. De kasteelheren en Saksische keurvorsten vergaten ook de omgeving van het kasteel niet. De tuinen rondom het slot werden in de loop der eeuwen verbouwd tot een echte ‘lusthof’, inclusief wijngaard waar de kasteelbewoners via een netwerk van trappen, paden en zelfs grotten naartoe konden wandelen. En dat niet alleen: het kasteel werd in 1523 voorzien van een heuse dierentuin. Maar de meest roemruchte geschiedenis van het kasteel stamt uit de twintigste eeuw. Nadat de vorsten in de achttiende eeuw Slot Colditz verlieten, kreeg het complex een aantal andere minder mooie functies. Van een werk- en woonplaats voor daklozen tot instelling voor mensen die -in het jargon van die tijd- ‘ongeneselijk geestesziek’ waren. Toen de Tweede Wereldoorlog begon, werd het kasteel ingericht als een gevangenis voor geallieerde krijgsgevangen. In het kasteel werden vanaf 1939 krijgsgevangen Poolse officieren vastgezet. En toen de nazi’s in 1940 de rest van Europa aanvielen, volgden ook officieren uit andere Europese landen, waaronder Nederland. Al snel werd het krijgsgevangenkamp ingericht als extra beveiligde gevangenis, waar de meest vluchtgevaarlijke krijgsgevangenen werden vastgehouden. Veel gevangenen hadden al ergens anders vastgezeten en werden na een mislukte ontsnapping naar het kasteel overgeplaatst. Binnen het kasteel hadden de officieren relatief veel vrijheid. Volgens het oorlogsrecht moesten de krijgsgevangen officieren netjes behandeld worden en de bewakers van de Wehrmacht hielden zich aan die regels. En volgens de Duitse bewakers, kon dat ook. Maar dat hield veel gevangenen niet tegen om toch een poging te wagen. Er werden ongeveer driehonderd ontsnappingspogingen gedaan. Hoeveel precies is onbekend, want verschillende bronnen geven verschillende aantallen pogingen. De ontsnappingen uit Colditz werden goed gecoördineerd. En die ontsnappingen waren vaak spectaculair. Eén keer werd er geprobeerd om met aan elkaar geknoopte bedlakens uit een raam te klimmen, maar sommige pogingen werden maanden of zelfs jarenlang voorbereid. Zo werkte een groep Franse officieren vanaf 1940 aan een enorme tunnel, tot ze in 1942 betrapt werden. Britse officieren begonnen op de zolder van het kasteel aan de bouw van een zweefvliegtuig waarmee ze van het dak weg wilden vliegen. Veruit de meeste ontsnappingen, zo’n 270, mislukten. Soms doordat de ontsnappers betrapt werden tijdens het voorbereiden van hun ontsnappingspoging, zoals de Franse tunnelbouwers, maar vaak werden de ontsnapte gevangenen pas gevonden nadat ze buiten het kasteel waren. Enkelen kwamen zelfs tot de kust van de Oostzee of in Oostenrijk voordat de Duitse opsporingsdiensten ze vonden. Dat was mede te danken aan het werk van hun medegevangenen die achterbleven. Zij zetten alles op alles om de bewakers zo lang mogelijk op het verkeerde been te zetten. De bewakers die de ontsnappers betrapten, namen alle spullen in beslag en maakten foto’s van de ontsnappers, vaak nog in hun verkleedkleren. Het aantal in beslag genomen voorwerpen werd op den duur zo groot, dat de kampcommandant er maar een klein museum mee inrichtte. Compleet met de borstbeelden. Een deel van die spullen en de foto’s van de verklede gevangenen, is nog altijd te zien in het museum van Slot Colditz. Delen van de tunnels zijn er ook nog. Tijdens rondleidingen kun je zien hoe de gevangenen tewerk gingen om te voorkomen dat hun voorbereidingen ontdekt werden. Van het precies uitkiezen van de plaatsen om de tunnels te graven, tot de manier waarmee ze het weggegraven zand verstopten. Het kasteel met het ontsnappingsmuseum zijn eenvoudig te bezoeken en dankzij de jeugdherberg die ook in het kasteel gevestigd is, een ideaal uitje voor een vakantie of een weekendje weg. Met de Schlosserlandkaart krijg je tien dagen lang onbeperkt toegang tot Slot Colditz en alle andere kastelen in Saksen. De kaart kost maar 42 euro voor een gezin met twee volwassenen en kinderen tot 13 jaar. Over hoe veel mensen succesvol Slot Colditz konden ontvluchten verschillen de bronnen, maar het waren er waarschijnlijk tussen de 30 en 36. En de Nederlandse gevangenen waren relatief succesvol, van de 17 pogingen slaagden er 7.
Lees ook: Voetbaluitslagen België: Een compleet overzicht
Huidige Status en Toekomstperspectieven
Vandaag de dag is rugby in zowel België als Zwitserland een sport die gestaag groeit, met een toenemend aantal clubs en actieve spelers. Beide landen hebben nationale competities en teams die deelnemen aan internationale toernooien.
Voor het eerst in de geschiedenis maakt het Nederlands rugbyteam serieus kans op WK-deelname. Op 14 november 1998 speelt het Nederlands rugbyteam in het plaatsje Huddersfield, in hartje Yorkshire, zijn eerste - en tot nu toe enige - interland tegen grootmacht Engeland. De Nederlanders hebben zich weten te plaatsen voor een kwalificatietoernooi voor het WK een jaar later in Wales. Voorafgaand aan de wedstrijd schrijft de Engelse sportpers smalend over de tegenstander van de overkant van de Noordzee. Kansloos zijn de Nederlanders inderdaad. 110-0 is de eindstand, vanaf het honderdste punt slaat het scorebord op tilt. Maar fysiek brengen de Nederlanders het er redelijk vanaf. Alleen aanvoerder Mats Marcker komt er achteraf achter dat hij een deel van de wedstrijd met een gebroken hand heeft gespeeld. Vanaf dit weekeinde gaat een nieuwe generatie rugbyers in de herkansing. Voor het eerst sinds 1998 maken de Nederlandse rugbymannen weer serieus kans op plaatsing voor het WK. Dat is deels te danken aan de uitbreiding van het deelnemersveld van 20 naar 24 landen. In december 2014 was de Nederlandse rugbybond nog technisch failliet. Alle leden moesten bijdragen om een schuld van 1,2 miljoen euro af te lossen. Het fundament voor toekomstig succes werd echter in die jaren gelegd, in de vorm van zes rugby-academy’s verspreid door het land, waar spelers vier keer per week trainen. ‘Als je kijkt waar we tien jaar geleden stonden, en waar we nu staan, is het verschil dag en nacht’, zegt Gareth Gilbert. De Zuid-Afrikaan was jarenlang technisch directeur van de rugbybond en is tegenwoordig verantwoordelijk voor de ‘pathway’ die van talenten toprugbyers moet maken. ‘De pathway heeft ons in staat gesteld talentvolle spelers te identificeren en ontwikkelen, en ze meer wedstrijden op hoog niveau te laten spelen’, zegt Gilbert. Vikas Meijer is een van hen. De 21-jarige fly-half (spelverdeler) van oranje begon op zijn 5de met rugbyen en meldde zich op zijn 12de direct aan voor de lokale academy. Niet per se omdat hij toen al profambities had. Tegenwoordig speelt hij voor het universiteitsteam van Cardiff, net onder profniveau. Een flinke stap boven de Nederlandse Ereklasse, merkt hij. ‘Als ik hier de bal krijg, heb ik een halve seconde meer om na te denken. Meijer is niet de enige die naar het buitenland is vertrokken om op hoog niveau te rugbyen. Zo’n 60 procent van de spelersgroep is tegenwoordig professional, schat assistent-bondscoach Allard Jonkers. De meesten op lagere niveaus in Frankrijk, Engeland of Ierland. ‘Hopelijk hebben we binnenkort ook onze eerste spelers op het hoogste niveau.’ De profs helpen het hele team vooruit, merkt Jonkers. Niet alleen qua spelniveau. Een van die professionals is aanvoerder Koen Bloemen. In de jeugd reisde hij nog dagelijks anderhalf uur heen en weer tussen woonplaats Meppel en de academy in Hilversum. Bij een toernooi met Nederland onder 18 werd hij gescout door Montpellier. ‘De aankomst daar was wel echt een eyeopener. Ik was in de Nederlandse jeugd landskampioen geworden. Met Montpellier speelde ik in de onder 23-categorie ineens tegen jongens uit Frankrijk onder 20. De uitwedstrijd tegen Spanje zondag is cruciaal. In een poule met verder topland Georgië en promovendus Zwitserland zullen Nederland en Spanje vermoedelijk strijden om plek twee, die directe plaatsing biedt voor het WK. Dat Nederland überhaupt kans maakt, is voor assistent-coach Jonkers al bijzonder. Zelf speelde hij ruim tien jaar geleden zijn laatste interland. ‘Als ik toen had geweten wat ik nu weet als coach, was ik een veel betere speler geweest’, vertelt hij. ‘Onze voorbereiding is zoveel beter dan toen ik international was. Data of video-analyse hadden we toen niet. Er was een hoofdcoach en misschien een assistent. Toch rekent hij zich niet rijk. ‘Het wordt een zware wedstrijd, uit in Madrid met 13 duizend mensen op de tribune. Ik heb het vertrouwen dat we het kunnen, maar alles moet kloppen.’ Allemaal hebben ze gedroomd van het WK, Gilbert misschien wel het meest. ‘Om eerlijk te zijn word ik emotioneel als ik eraan denk.
Ondanks de geleverde inspanningen, blijft de weg naar de top lang. NOS Sport•zaterdag 15 maart 2025, 15:05Nederland heeft de belangrijke Rugby Championship-wedstrijd tegen België met 31-10 verloren. Door deze nederlaag is de laatste kans op kwalificatie voor het WK van 2027 in Australië verkeken. "Dit is kut. Ik ben enorm teleurgesteld, we hadden op meer gehoopt", vatte Vikas Meijer de wedstrijd treffend samen. De Belgen hebben nu beslag gelegd op de vijfde plaats die recht geeft op het WK-kwalificatietoernooi. In november is in Dubai tijdens dat toernooi het laatste ticket te verdienen voor deelname aan het WK.Nederland - dat zich voor het eerst in de geschiedenis voor het WK had kunnen plaatsen - had thuisvoordeel, maar liet zich vrijwel de hele wedstrijd aftroeven. Al in de derde minuut maakten de Belgen een try. Na een kickpass kreeg Simeon Soenen op rechts de bal en hij kon deze eenvoudig tegen de grond drukken. Hugo de Francq benutte de conversie en zette al vroeg de 0-7 op het bord.Belgen lopen uitWillie du Plessis kreeg namens Nederland meteen een goede kans op 7-3 uit een penalty, maar raakte de paal. Na een kwartier was er opnieuw een try voor de Belgen door Maximilien Hendrickx. Ook nu werd de conversie benut door De Francq. En zo liep de achterstand snel op: 0-14.Na 27 minuten werd captain Koen Bloemen ook nog met geel naar de kant gestuurd voor 10 minuten; het kostte Nederland een penalty. De Francq wist daar wel raad mee en zette de 0-17 op het bord.Jens Torfs maakte vervolgens een try, net toen Nederland wat meer in de wedstrijd leek te komen ondanks een man minder: 0-22. Ook nu werd de conversie benut door De Francq. Nederland deed wat terug uit een try van Robbie Coetzee op slag van rust, maar miste de conversie vervolgens knullig. Dus was de ruststand 5-24 en werd de tweede helft een enorme uitdaging.Beter na rustNa de pauze probeerden de mannen van bondscoach Lyn Jones wel wat terug te doen, maar Florian Remue maakt na tien sterke minuten van Oranje de 5-29 voor de zuiderburen. Ook nu maakte De Francq de conversie en dus werd het 5-31. Daarna ging Jones wisselen en maakte Nederland een try via Mees van Oord; de lastige conversie werd daarna gemist.Dat Nederland in de slotfase tegen dertien Belgen nog een try afgekeurd zag worden was typerend. Het zat niet mee, maar Nederland moest het ook fysiek en qua spel afleggen tegen de Belgen. "Zij waren simpelweg beter en wij gaven niet thuis", zei bondscoach Jones na afloop.Hij zegt dat Nederland moet doorbouwen met dit team om er op het WK van 2031 wel bij te zijn. "Of dit doorbouwen met mij is? Geen idee.
De focus op jeugdopleiding, de inzet van professionele spelers en de groeiende professionalisering van de sport bieden hoop voor de toekomst. De uitdaging blijft om een breder publiek aan te spreken, meer middelen aan te trekken en de concurrentie met andere sporten aan te gaan.
België en Zwitserland in de Internationale Context
Hoewel ze niet tot de absolute top van de rugbywereld behoren, spelen België en Zwitserland een rol in de internationale rugbygemeenschap. Ze nemen deel aan Europese competities en streven ernaar om hun prestaties te verbeteren en zich te kwalificeren voor grote toernooien.
Lees ook: Overzicht amateurcompetities België
Rugby Herinneringen: Een Persoonlijk Perspectief
“Rugby Herinneringen” schreef René van Latum als titel op de omslag van zijn plakboek. Hij tekende er een rugbybal bij. In het plakboek komen drie periodes uit René´s rugbybestaan aan de orde. In februari 1977 kwam René voor het eerst bij RC ´t Gooi. Hij stoomde gelijk door naar het eerste team. Dat promoveerde in het seizoen 1977-1978 onder leiding van coach Ad van Dalen naar de ereklasse. De wedstrijden in dat eerste seizoen heeft hij nauwkeurig met de hand bijgehouden. Er werden er 18 gespeeld, 11 gewonnen, 1 gelijk gespeeld en 6 verloren. Dat leverde 23 wedstrijdpunten op en een doelsaldo van plus 144. De teamsamenstelling en de veranderingen daarin heeft René precies genoteerd. Hij plakte volop foto´s en krantenknipsels uit die tijd in z´n plakboek. Aan het eind van seizoen 1978-1979 stond RC `t Gooi op de 8e plaats in de ereklasse. In juni 1979 moest René in militaire dienst. Drie jaar later vinden we René terug in Groningen. Hij speelde in het seizoen 1982-1983 bij RFC Be Quick. Hij werd als full back geselecteerd in het districtsteam Noord. Be Quick speelde in de promotieklasse, o.a. tegen RC ´t Gooi. Bij Be Quick speelde in die tijd nog iemand die we als Gooier kennen, namelijk John Jilderda. In het volgende seizoen - 1984-1985 - werd René gekozen als bestuurslid technische zaken van RC Groningen. De fusie met de voetballers van Be Quick was ongedaan gemaakt en de rugbyers gingen onder eigen naam verder. De club werd kampioen van de 1e klasse Noord-Oost en promoveerde naar de promotieklasse. Met Nederland B speelde hij verschillende wedstrijden, zoals tegen High Wycombe (gewonnen met 40-9), RAF Germany (verloren met 35-19), Chelsea College (winst met 80-0) en tegen Zwitserland (gewonnen met 19-12). Die laatste wedstrijd werd gespeeld op sportpark Hilversum (destijds het Nationaal Rugby Centrum), op de nationale rugbydag 21 april 1985. Ook de Gooiers Job Völker en Mark van Eyck speelden mee in die wedstrijd. René doet met foto´s en bijschriften uitgebreid verslag van deze interland. “Na afloop werd er eerst wat gedronken op het Nat. Rugbycentrum. Later was er een buffet met Ned. A, Presidents XV, Zwitserland, Ned. B in ‘s-Graveland.
De persoonlijke herinneringen van René van Latum bieden een waardevol inzicht in de passie en toewijding die rugbyers in de Lage Landen drijft.
tags: #belgie #zwitserland #rugby #geschiedenis