Airsoft is een opwindende sport die, net als elke andere activiteit, onderhevig is aan regels. Naast de basisregels hanteren veel organisaties hun eigen, aanvullende regels. Dit artikel geeft een overzicht van de belangrijkste regels en overwegingen met betrekking tot airsoft wedstrijden, met speciale aandacht voor de rol van de Nederlandse Airsoft Belangen Vereniging (NABV) en de relevante wetgeving.
Basisregels en Veiligheid
Veiligheid staat altijd voorop bij airsoft. Enkele fundamentele regels die altijd nageleefd moeten worden, zijn:
- Veiligheidsbril: Buiten de safetyzone is het ten alle tijde verplicht een deugdelijke veiligheidsbril te dragen. Dit is cruciaal om oogletsel te voorkomen.
- Hit Acceptatie: Neem je hit, ook bij twijfel. Het spel valt of staat met het accepteren van je hit! Laat duidelijk zien dat je geraakt bent. Airsoft blijft altijd een opwindend spel en mensen kunnen bijvoorbeeld in het heetst van de strijd hun hit niet voelen.
- Sportiviteit: Wees redelijk en vatbaar voor argumenten. Dit draagt bij aan een positieve en plezierige spelervaring voor iedereen.
Specifieke Spelregels
Naast de algemene veiligheidsregels zijn er vaak specifieke spelregels die per evenement of organisatie kunnen verschillen. Een voorbeeld hiervan is:
- Riot-Shields: Iemand achter een riot-shield mag het vuur openen, zolang hij door het venster kijkt waar hij schiet.
Sancties bij Overtredingen
Overtredingen van de regels worden doorgaans niet getolereerd. Een voorbeeld van een sanctieprocedure is:
- Waarschuwingen: De speler ontvangt een waarschuwing van een Marshall, deze wordt gecommuniceerd naar de spelleiding.
- Verwijdering: Na drie overtredingen wordt de speler verwijderd van het spel en dient hij/zij het terrein te verlaten.
Wetgeving en de Rol van de NABV
De Nederlandse wetgeving, met name de Wet Wapens en Munitie (WWM) en de Regeling Wapens en Munitie (RWM), speelt een belangrijke rol in de regulering van de airsoftsport.
Lees ook: Europa League Play-offs: Utrecht - Zenit
Airsoftapparaten als Wapens
Airsoftapparaten vallen onder categorie I, onderdeel 7, van de WWM: ‘voorwerpen die een ernstige bedreiging van personen kunnen vormen of die zodanig op een wapen lijken, dat voor bedreiging of afdreiging geschikt zijn’. In principe zijn dergelijke wapens verboden.
Uitzondering voor de Airsoftsport
Dankzij een wijziging van de WWM per 1 mei 2012 is het mogelijk geworden om vrijstelling te geven voor wapens die voor sportdoeleinden worden gebruikt. Er is voor gekozen om airsoftapparaten vrij te stellen voor leden van door de Minister van Veiligheid en Justitie erkende verenigingen die zich toeleggen op de uitoefening van de airsoftsport. Ook aspirant-leden en introducés van leden bedoelde verenigingen worden vrijgesteld van enkele in de WWM genoemde verboden handelingen.
Kenmerken van Airsoftapparaten
Airsoftapparaten zijn veer-, gas- of luchtdrukwapens met een maximum schotkracht van 3.5 joules. Om te bepalen of sprake is van een airsoftapparaat, wordt primair gekeken naar het voorkomen van het voorwerp: gelijkt het op een vuurwapen dat voor afschrikking geschikt is en beschikt het apparaat over een mechanisme (gas-, veer- of luchtdruk) waarmee projectielen (de ‘munitie’) kan worden uitgestoten.
Bewijs van Lidmaatschap
Ook kan de bezitter van het voorwerp gevraagd worden naar zijn/haar bewijs van lidmaatschap (voorlopige lidmaatschapskaart voor aspirant-leden en een introducé-bewijs voor introducés) van een door de Minister erkende airsoftsportvereniging. Indien deze getoond kan worden, is dat een extra aanwijzing dat het een airsoft apparaat betreft.
Geen Munitie in Wettelijke Zin
Projectielen, verschoten met een lucht- gas- of veerdrukwapen vormen geen munitie in de zin van de Wet wapens en munitie. Airsoftapparaten maken derhalve geen gebruik van munitie in de zin van de Wet wapens en munitie.
Lees ook: Voetbalregels verenigingswissel
Eisen aan Airsoftsportverenigingen
Onder een airsoftsportvereniging wordt verstaan: de vereniging die blijkens de in een notariële akte opgenomen statuten tot doel heeft haar leden in de gelegenheid te stellen om sportactiviteiten met behulp van een of meer airsoftapparaten te beoefenen (artikel 1, eerste lid, aanhef en onder h en i, RWM). Aan de erkenning van een vereniging zijn strenge eisen verbonden:
- Redelijk Belang: Er moet sprake zijn van een redelijk belang tot het erkennen van een vereniging.
- Betrouwbaarheid: Van belang is dat de vereniging en haar bestuur betrouwbaar zijn. De vereniging moet zich ook ten doel stellen om de betrouwbaarheid van airsoftsportbeoefenaren te bevorderen. Uit bijvoorbeeld statuten of huisregels van de vereniging moet blijken dat bestuursleden en leden getoetst worden aan dit criterium. Naast de verplichting voor bezitters van airsoftapparaten tot het overleggen van een VOG (zie hieronder), kan gedacht worden aan het instellen van een ballotagecommissie en de beëindiging van het lidmaatschap bij gebleken twijfel aan betrouwbaarheid. Afhankelijk van de situatie kunnen meer eisen van dergelijke strekking worden gesteld, alvorens een vereniging in aanmerking komt voor een aanwijzing door de Minister.
- Verplichtingen Leden:
- o f) een bepaling die leden verplicht de vereniging eenmaal per jaar een stuk te overleggen waaruit blijkt welke activiteiten het lid in het voorgaande jaar heeft ontplooid met betrekking tot de airsoftsport.
- o g) een bepaling die eisen ten aanzien van de leden stelt voor plaatsen waar airsoftapparaten zowel bij het lid thuis, als ook elders opgeborgen dienen te worden.
- Faciliteiten: De vereniging dient haar leden de faciliteiten te bieden om de airsoftsport serieus te beoefenen.
- Introducé-bewijzen: De vereniging is verantwoordelijk voor het afgeven van introducé-bewijzen, waaruit blijkt dat bedoelde persoon conform de reglementen van de vereniging, erkend wordt als introducé.
- Representativiteit: De vereniging moet representatief zijn voor haar leden en dient zich in de openbaarheid te presenteren als belangenvereniging. Bij het oordeel over de vraag hoe representatief een verenging is, kunnen verschillende aspecten een rol spelen.
Indien de situatie ontstaat waarin een nieuwe vereniging aangewezen zou kunnen worden, wordt aan de hand van de WWM, RWM en deze beleidsregels beoordeeld of het een vereniging betreft die voor aanwijzing in aanmerking komt. De vereniging kan de status van aangewezen vereniging verliezen als ze aantoonbaar handelt in strijd met onder meer het convenant, de voorwaarden waaronder de aanwijzing heeft plaatsgevonden, of indien er zich in een situatie als omschreven artikel 7, tweede lid, van de WWM voordoet.
Internationale Deelname
Gebleken is dat de airsoftsport veelal in internationaal verband beoefend wordt. Het is dan ook noodzakelijk om enkele regels te stellen ten aanzien van het voorhanden hebben en houden van airsoftapparaten door niet-ingezetenen van Nederland, die aan een door een airsoftvereniging georganiseerde activiteit deel te nemen.
Handel in Airsoftapparaten
De handel in airsoftapparaten is voorbehouden aan erkenninghouders. Zie hiervoor de artikelen 8a en 10, sub d,van de RWM.
Airsoften in de Openbare Ruimte
Airsoftsport wordt meestal in de openbare ruimte (publiek toegankelijke plaatsen) beoefend. Om dat te kunnen doen is voorafgaande schriftelijke toestemming van de korpschef benodigd (artikel 17c, tweede lid, onder b, RWM). Die toestemming wordt in ieder geval onthouden of ingetrokken indien er geen redelijke maatregelen ter voorkoming van bedreiging en afdreiging door de airsoftapparaten zijn getroffen, dan wel indien misbruik is te vrezen. Het is dus mogelijk dat er zich andere situaties kunnen voordoen die voor de korpschef aanleiding kunnen vormen om toestemming te onthouden of weer in te trekken. Als door omwonenden bezwaar wordt gemaakt tegen een (te organiseren) evenement, is dit een indicatie om te bepalen of het veiligheidsgevoel in het geding is. In het uiterste geval is als concrete situatie te denken aan een evenement dat op 4 mei (Dodenherdenking) zou moeten plaatsvinden in de nabijheid van een herdenkingsplaats.
Lees ook: KNGU Broekjesregels Uitgelegd
Vervoer van Airsoftapparaten
In de RWM wordt in artikel 17, lid 2, onder b bepaald dat het vervoeren van airsoftapparaten onder meer is toegestaan als er sprake is van vervoer van en naar door de airsoftvereniging aangewezen bijeenkomsten en beurzen in het kader van de airsoftsport of voor de airsoftsport te gebruiken wedstrijdterreinen. Hetzelfde geldt voor bijeenkomsten in de openbare ruimte, waarvoor in artikel 17c, lid 2 onder c bepaald is dat deze door de erkende airsoftvereniging georganiseerd zijn.
NABV Lidmaatschap: Vereist voor Airsoft in Nederland
Om legaal te kunnen airsoften in Nederland en replica’s in huis te mogen hebben, is een lidmaatschap van de NABV vereist. Word dan lid van de NABV! Meld je gelijk aan.